De VRM werd als bevoegde autoriteit aangeduid voor toezicht en handhaving, in de zin van artikel 49 van de Digitaledienstenverordening, bij decreet van 26 januari 2024 tot wijziging van het Mediadecreet.
De VRM is in beginsel bevoegd voor alle aspecten van de Digitaledienstenverordening, voor zover het gaat om ‘tussenhandeldiensten die betrekking hebben op omroepactiviteiten’ en waarvan (in grote lijnen) de aanbieder is gevestigd in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, in het laatste geval op voorwaarde dat de dienst uitsluitend gericht is op de Vlaamse Gemeenschap.
De taken van de VRM met betrekking tot de Digitaledienstenverordening bestaan enerzijds uit toezicht en anderzijds uit uitvoering geven aan de administratieve en samenwerkingstaken taken die erin zijn opgenomen. Zie 'Taken van de Belgische bevoegde autoriteiten'.
De VRM blijft daarnaast weliswaar ook nog steeds de mediaregulator en heeft dus een dubbele rol. Naast het toezicht op de naleving van de verplichtingen uit de Digitaledienstenverordening door de aanbieders van tussenhandeldiensten, blijft de VRM ook nog steeds de bevoegde toezichthoudende autoriteit in de zin van de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten, met name voor Vlaamse omroeporganisaties die aanwezig zijn op deze onlineplatforms.