Inwerkingtreding
De Digitaledienstenverordening trad reeds op 16 november 2022 in werking, maar werd pas op 17 februari 2024 volledig van toepassing. Voor bepaalde hele grote platforms en zoekmachines (VLOP’s en VLOSE’s), die door de Europese Commissie als dusdanig werden aangewezen, werd zij wel al eerder van toepassing.
Toepassingsgebied
De Digitaledienstenverordening is van toepassing op tussenhandeldiensten die worden aangeboden in de EU, ongeacht waar de aanbieders van die tussenhandeldiensten hun plaats van vestiging hebben. In juridische zin gaat het om ‘diensten van de informatiemaatschappij’ en meer bepaald ‘mere conduit’-, ‘caching-’ of ‘hosting’-diensten.
Dit zijn digitale diensten, die het mogelijk maken om op verzoek van afnemers van de dienst, informatie op te slaan, door te geven en/of openbaar te maken aan derden. Voorbeelden hiervan zijn: sociale media- en videoplatforms, online marktplaatsen, zoekmachines, cloud- en webhostingdiensten, appstores, deeleconomieplatforms, internetproviders, internetknooppunten, domeinnaamregisters.
Inhoud
De Digitaledienstenverordening is opgedeeld in drie grote onderdelen:
1) Illegale inhoud en aansprakelijkheid
De Digitaledienstenverordening verduidelijkt in welke gevallen aanbieders van tussenhandeldiensten kunnen genieten van een vrijstelling van aansprakelijkheid voor illegale inhoud die zij doorgeven of bewaren. Zij hebben evenwel geen algemene verplichting om informatie die zij doorgeven te monitoren.
2) Zorgvuldigheidsverplichtingen
De Digitaledienstenverordening legt zorgvuldigheidsverplichtingen op aan aanbieders van tussenhandeldiensten en dit op ‘asymmetrische/graduele wijze’. Zij kent een gelaagd systeem van verplichtingen waarbij de regels zich als het ware ‘opstapelen’, van basisregels voor alle tussenhandeldiensten, naar bijkomende verplichtingen voor ‘hosting’-diensten, onlineplatforms en online marktplaatsen. Ten slotte gelden de meeste regels voor VLOP’s en VLOSE’s. Micro- en kleine ondernemingen worden grotendeels uitgesloten van deze verplichtingen.
Een overzicht van de belangrijkste zorgvuldigheidsverplichtingen is weergegeven in onderstaand schema:
3) Toezicht en handhaving
Het toezicht op de naleving van de Digitaledienstenverordening gebeurt met name door nationale digitaledienstencoördinatoren (en bevoegde autoriteiten) en de Europese Commissie, met ook een sterke adviserende rol voor de Europese Raad voor Digitale Diensten (digitaledienstenraad), die is samengesteld uit de nationale digitaledienstencoördinatoren en wordt voorgezeten door de Europese Commissie. Bij niet-naleving kunnen onder meer hoge geldboetes worden opgelegd.