Symposium

Verslag symposium 22 november 2023 - Boeie! Hoe blijven Vlaamse media relevant voor Vlaamse jongeren?

Aankondiging symposium

Op woensdag 22 november 2023 organiseerde de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) zijn jaarlijks symposium. Onderwerp van dit jaar was ‘Boeie! Hoe blijven Vlaamse media relevant voor Vlaamse jongeren?’ 

Het symposium werd geopend met een verwelkoming door dhr. Joris Sels, gedelegeerd bestuurder van de VRM. In zijn welkomstwoord licht hij kort het programma van het symposium toe en stelt hij de vier panelleden en de moderator voor. 

 

Probleemstelling: Carlo Adams

Vervolgens leidt dhr. Carlo Adams, voorzitter van de algemene kamer van de VRM, het paneldebat in. Hij licht toe dat het in het  symposium zal gaan  over Generatie Z, kortweg ‘Gen Z’. Dat zijn jongeren geboren tussen 1995 en 2010.  

Alle studies op het gebied van media komen tot eenzelfde conclusie: het mediagebruik van onze jongeren en jongvolwassenen is structureel anders dan dat van oudere generaties.

Voorbeelden daarvan zijn het ongekende succes van de jongerenserie ‘Knokke Off’, het nieuws dat Mediahuis een speciaal krantenabonnement lanceert gericht op de 18- t.e.m. 25-jarigen of de Nieuwsbarometer van Arteveldehogeschool waaruit blijkt dat jongeren en jongvolwassenen steeds vaker het nieuws zien op sociale media waar Instagram, Tiktok en Facebook de top 3 vormen.

Ook in het buitenland wordt dezelfde tendens vastgesteld. Het dagelijks gebruik van de traditionele media (televisie, radio, dagbladen) neemt verder af en in de plaats komt een ander soort mediagebruik, vooral van jongeren, dat zich in toenemende mate online en op platforms van grote internationale spelers afspeelt. De kloof tussen het mediagebruik van jongeren en oudere leeftijdsgroepen wordt hierdoor steeds groter.

De uitdaging voor zowel mediabeleid als de mediasector is om een onafhankelijk en divers media-aanbod te blijven waarborgen in het licht van deze ontwikkelingen en om een nieuwe generatie in een online omgeving in contact te laten komen met kwaliteitsmedia en professionele journalistiek. Daarom is het belangrijk dat beleidsmakers nadenken over zichtbaarheid van professionele journalistiek, met name in de online omgeving. 

 

Paneldebat

Na deze probleemstelling volgt het paneldebat, gemodereerd door de heer Jelle Mels (VRT), met volgende sprekers:  

  • Mevrouw Sofie De Coker (Young Adults Strategy – VRT)
  • De heer Jan Boesman (lector en senior onderzoeker ‘Media en Journalistiek’ aan de Arteveldehogeschool)
  • De heer Dries Vereecke (Marketing Director bij Mediahuis)
  • Mevrouw An Goovaerts (woordvoerder bij DPG Media en  voorzitter van de Taskforce Inclusiviteit en eindverantwoordelijke voor de jongerenbeweging JEZ!)

 

Paneldebat: thema 'televisie'

De moderator gaat eerst in op het thema ‘televisie’. Op dit vlak wordt vastgesteld dat het aantal Vlamingen dat meerdere  streamingabonnementen combineert, in stijgende lijn is. Daarnaast wordt vastgesteld dat de tendens van het “cordcutten” of “kabelknippen” zich het voorbije jaar in zijn totaliteit niet heeft verdergezet, maar toch was er in de leeftijdsgroep van de 25 tot 34-jarigen een stijging te zien.

De band van onze Vlaamse televisieomroepen met het jongeren- en jongvolwassenenpubliek blijkt daardoor hard onder druk komen te staan.  Men heeft heel veel verschillende mogelijkheden om audiovisuele content te bekijken, vooral door het grote aanbod van internationale spelers.

De moderator vraagt wat onze televisieomroepen doen om die jongeren en jongvolwassenen zo veel als mogelijk aan zich te binden.

Volgens Sofie De Coker vindt er inderdaad een verschuiving plaats in het mediagebruik die onder andere tot uiting komen in het gebruik van andere devices (second screens), een veel korter mediagebruik (o.a. TikTok) en een aanzienlijk grotere interesse voor gaming-toepassingen. Onze televisieomroepen moeten begrijpen dat er een aantal nieuwe ontwikkelingen zijn en er zoveel mogelijk op inspelen. Dit doet VRT bijvoorbeeld door het VRT MAX platform waarmee heel wat jongeren bereikt worden.

An Goovaerts verklaart dat DPG Media via het eigen platform VTM GO er in slaagt zowel jongeren als ouderen te bereiken. Het bedrijf beklemtoont dat het verwerven en verspreiden van content vlot verloopt. Wel is het niet makkelijk om een duurzaam businessmodel uit te bouwen. Daarvoor wordt in de eerste plaats gewerkt met reclame-inkomsten. De moeilijkheid is om een ‘sustainable’ financieringsmodel op langere termijn te ontwikkelen.

Dries Vereecke verklaart dat het als mediabedrijf belangrijk is om je steeds de vraag te stellen of de content die je brengt de juiste content is om jongeren te bereiken. Voor een entertainmentbedrijf is dat uiteraard anders dan voor een bedrijf dat nieuws brengt zoals Mediahuis.

Sofie De Coker stelt dat topics die in de maatschappij als zeer relevant ervaren worden, zoals het kindermisbruik in de reeks ‘Godvergeten’, ook door jongeren vlot worden opgepikt. Dat bewijst dat als ze er nood aan hebben, jongeren ook op zoek gaan naar duiding. 


Paneldebat: thema 'radio versus streamingdiensten versus podcasts'

Vervolgens wordt ingegaan op het thema ‘radio versus streamingdiensten versus podcasts’.  Over het algemeen wordt vastgesteld dat het luisteren naar radio in stijgende lijn gaat behalve bij de 18- tot 24 jarigen. In die leeftijdscategorie wordt er meer naar streamingdiensten dan naar radio geluisterd.

Een ander belangrijk fenomeen is het groeiende podcastaanbod. Podcasts zijn meer en meer mainstream geworden. 23% van de Vlamingen luistert minstens maandelijks naar een podcast, bij jongeren bedraagt dit percentage 39%. Maar de betalingsbereidheid voor podcasts is een probleem: Ongeveer 70% van de respondenten die geïnteresseerd zijn in podcasts willen hier niet voor betalen.

Bovendien zit maar liefst 42% van de podcast-consumptie bij Spotify. Onze Vlaamse mediabedrijven beschikken zo dus vaak niet over de zo felbegeerde data.

De moderator vraagt aan de panelleden hoe zij omgaan met de vaststelling dat het traditionele radioluisteren bij jongeren en jongvolwassenen onder druk staat en of er een specifiek aanbod voor deze doelgroep wordt aangeboden.

Dries Vereecke verklaart dat Mediahuis 4 à 5 jaar geleden volop heeft ingezet op podcasting. Podcasting is een manier om een authentiek verhaal te brengen en biedt de mogelijkheid om jongeren aan te spreken met goede duiding. Hij verwijst  ook naar het succes van het ‘DS Podcastfestival’ dat op 10 november 2023 in Oostende werd gehouden en waarop voor de tweede keer de Oorkondes werden uitgereikt. Dit zijn de Vlaamse podcastprijzen.  Hij onderstreept voorts dat het belangrijk is om met ondersteuning van de Vlaamse Overheid een jong publiek via podcasts te bereiken, die ook zonder Spotify gemakkelijk hun weg vinden naar het publiek. Daarbij dient ook aan een duurzaam financieringsmodel gedacht te worden aangezien de betaalbereidheid bij het luisterpubliek niet zo groot is. Een goede inspiratiebron is Zweden waar een aantal podcasts die achter een paywall zitten, uitgegroeid zijn tot een groot succes.

An Goovaerts verklaart dat noch televisie noch radio een wondermiddel is om veel jongeren te bereiken. Met podcasts kunnen wel relatief veel jongeren bereikt worden, maar de betaalbereidheid om podcasts te beluisteren is bij hen niet echt aanwezig. DPG Media probeert daarom zijn omroepprogramma Q Music niet alleen als radiomerk te profileren, maar ook als een mediamerk waarbinnen aparte modellen ontwikkeld worden om jongeren te bereiken.

Ze voegt er ook nog aan toe dat DPG Media ook veel investeert in Twitch, een interactieve livestreamingdienst met content over gaming, entertainment, sport, muziek enzovoort.  Twitch laat toe om voeling aan de pols te houden met wat leeft bij jongeren en in interactie te gaan met het publiek en een eigen community te creëren.

Sofie De Coker beaamt dat enkel met radio en televisie jongeren niet bereikt kunnen worden. Podcasts zijn een goed middel om ze toch te bereiken, maar er zijn ook nog andere zaken daarvoor nodig.  Daarom zet VRT volop in op merken die het volledige mediagebruik 360° coveren.

 Jan Boesman stelt dat wat jongeren vooral willen interactie is. Zij willen dat de nieuwsleverancier en de nieuwsconsument op mekaar kunnen inspelen en dat er een vertrouwensrelatie is tussen die twee.

Dries Vereecke is het hier volledig mee eens. Tot nu toe is nieuwsvoorziening altijd een eenrichtingsverkeer geweest. Jongeren voelen zich hier niet door aangesproken en willen dat veranderd zien. Er moet meer community building komen. Wil ze succesrijk zijn, dan moet de nieuwsvoorziening door jongeren en voor jongeren gemaakt worden.

De moderator vraagt ook in welke mate onze Vlaamse mediaspelers de strijd kunnen winnen met de internationale muziekstreamingdiensten. Hij verwijst in dit verband naar ‘Podgrond’. Is dit de oplossing om de Vlaamse podcastluisteraar opnieuw naar een eigen platform te trekken?

Dries Vereecke beklemtoont dat podcasts die authentieke verhalen vertellen altijd hun weg zullen vinden. Het is daarom belangrijk dat de mediasector blijft geloven in het concept en blijft investeren in podcasting. We moeten wel nadenken hoe we onze podcasts onafhankelijker kunnen maken van Spotify en hoe we meer jongeren kunnen betrekken bij onze eigen podcastmodellen.  We zijn absoluut op de goede weg, mede dankzij de steun van de Vlaamse Overheid, maar het kan zeker nog beter. 


Paneldebat: thema 'krantenabonnement'

Vervolgens wordt ingegaan op het thema ‘krantenabonnement’.

Mediahuis lanceerde eind september 2023 het jongerenabonnement “-26 plus” waarbij het jongeren van 18 t.e.m. 25 jaar poogt warm te maken voor een nieuwsabonnement. In deze formule krijgen jongeren voor 1 euro per week online toegang tot artikels in alle Vlaamse kranten van de Mediahuisgroep.

Van de jongeren van 18 t.e.m. 25 jaar volgt 59 procent dagelijks nieuws terwijl in totaliteit 88 procent van de Vlamingen dit ook doet. Wel is het zo dat minder dan één op drie jongeren tussen 12 en 26 jaar naar de nieuwsapps of rechtstreeks naar een nieuwssite surft. Deze jongeren zien vooral nieuws op sociale media, met Instagram, TikTok en Facebook als top drie.

De moderator vraagt aan de vertegenwoordiger van Mediahuis hoe de doelgroep op het aanbod heeft gereageerd.

Volgens Dries Vereecke hebben ook jongeren behoefte aan verdieping. We stelden vast dat jongeren in het verleden wanneer ze krantenartikels wilden lezen dikwijls stootten op een paywall en daardoor gewoon afhaakten.  Vanuit die gedachtegang heeft Mediahuis het jongerenabonnement “-26 plus” gelanceerd.  Er zijn ondertussen al duizenden jongeren die een “-26 plus”- abonnement hebben afgesloten.  Het is dus zeker een succesvol initiatief. Geloofwaardigheid is daarbij zeer belangrijk.  Jongeren gaan daarom bijvoorbeeld eerst op de site van De Standaard artikels lezen en eens dat ze daarmee vertrouwd zijn, gaan ze ook al vlug naar de andere titels van Mediahuis kijken.

An Goovaerts  repliceert hierop dat het inderdaad belangrijk is dat jongeren toegang hebben tot nieuws en duiding. Wanneer ze te sterk gaan focussen op TikTok, Instagram en dergelijke, riskeren ze anders gedesinformeerd te worden. DPG Media is niet van plan een vergelijkbaar product als het “-26 plus”- abonnement van Mediahuis te gaan lanceren, maar wijst erop dat het in haar aanbod verschillende ‘digital basis’ producten heeft die niet duur zijn.

Jan Boesman is blij dat de initiatieven van krantengroepen om jongere klanten aan te trekken succesvol zijn. Het is echter ook belangrijk om ze te houden als klant.

Voorts benadrukt hij dat jongeren niet geïnteresseerd zijn in steeds meer of grondigere informatie waarvoor ze eindeloos moeten scrollen.  Waar ze wel behoefte aan hebben is een digitale balans.  Ze willen de ervaring beleven van een omgeving waarin ze niet afgeleid worden door een quasi permanente stroom van berichten. De raad die Jan Boesman daarom aan mediabedrijven geeft die jongeren willen bereiken, is om in te spelen op het creëren van een ervaring en hen niet om de horen te slaan met eindeloze mogelijkheden om te blijven scrollen.

Dries Vereecke is het hiermee eens.  Een veelheid aan informatie is niet waar jongeren naar op zoek zijn.  Mediahuis heeft doelbewust voor een aantal andere waarden gekozen om jongeren te bereiken. Geloofwaardigheid en onafhankelijkheid staan daarbij centraal.

Sofie De Coker wijst er ook nog op dat het mediagedrag van jongeren meer en meer ‘beeldgebaseerd’ wordt. Het ‘tekstgebaseerde’ leesgedrag neemt duidelijk af doordat veel jongeren informatie zoeken op TikTok en andere sociale media.

  

Paneldebat: thema 'nieuws naar jongeren toe'

De moderator gaat vervolgens in op het thema ‘nieuws naar jongeren toe’.

Doorheen de dag zijn er, door o.a. de toegang tot de smartphone, veel meer media- en nieuwsmomenten.  Hierbij kan men zich afvragen of  jongeren vandaag de dag nog voldoende in staat zijn om door lange krantenartikels, nieuwsuitzendingen te gaan. Ze zijn het immers gewend om het nieuws vooral in een opgeknipte vorm te consumeren.

An Goovaerts verklaart dat jongeren heel veel scrollen en heel veel informatie in zich opnemen. Als het onderwerp hen interesseert en het op een voor hen aantrekkelijke manier wordt gebracht, haken ze zeker niet af. Een voorbeeld hiervan is Twitch waar jongeren gemakkelijk twee uur aan een stuk kunnen naar blijven kijken.

Jan Boesman beaamt dat het gebruik van smartphones aanzet tot scrollen. Maar men kan daaruit geen voorbarige conclusies trekken: het is niet omdat jongeren veel op sociale media zitten dat ze geen langere verhalen meer zouden kunnen volgen.  Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit het feit dat veel jongeren de langere programmareeks ‘Godvergeten’ op VRT hebben gevolgd.

Dries Vereecke is het hiermee eens. Jongeren hebben een grote ‘bullshit detector’ en kunnen snel door clickbait heen kijken. Hij zegt positief gestemd te zijn over de interesse die jongeren over het algemeen hebben in wat in de wereld gebeurt en over hun maatschappelijke betrokkenheid. Hij hoopt dat jongeren op hun eigen manier tegen de schenen zullen schoppen van de traditionele journalistiek.

  

De moderator merkt op dat sociale media, en dan voornamelijk Instagram en Tiktok, voor heel veel jongeren het nieuwskanaal bij uitstek zijn geworden. Voor sommigen is het zelfs het enige nieuwskanaal. Maar die sociale media worden ook overspoeld door fake news.

Hij vraagt zich hierbij af of de panelleden zich zorgen maken over die aanwezigheid van fake news en de (mogelijke) impact op onze jongeren en jongvolwassenen en vraagt wat de oplossing hiervoor zou kunnen zijn.

Sofie De Coker verklaart dat de VRT er permanent aandacht aan besteedt om zo betrouwbaar mogelijk te zijn. Het is voor veel jongeren immers niet gemakkelijk om echt nieuws van fake news te onderscheiden. Fact checking en het bestrijden van fake news zijn daarom voor de VRT immens belangrijk.

An Goovaerts beaamt dit. DPG Media doet er ook alles aan om betrouwbaar nieuws aan te leveren. Belangrijk is ook dat het nieuws dat gebracht wordt geloofwaardig is voor jongeren. Dit heeft ook veel met opvoeding te maken. Jongeren moet aangeleerd worden echt nieuws van fake news te onderscheiden.

DPG Media heeft grote inspanningen gedaan om jongeren te bereiken. Het was voor DPG Media een lange zoektocht, maar uiteindelijk is het bedrijf erin geslaagd om iemand te vinden die perfect jongeren kan aanspreken en nieuws op een zeer duidelijke manier kan overbrengen: Jonas Lips is de allereerste TikTok-journalist van België. Hij is het gezicht van en de drijvende kracht achter het TikTok-kanaal van HLN.

Jan Boesman wijst op het belang van nieuwswijsheid. De meeste lessen hierover beginnen in het middelbaar onderwijs voor kinderen vanaf 12 jaar. Eigenlijk is dit zeer laat en zou het onderwijs al vanaf de leeftijd van 8 jaar hier aandacht moeten aan besteden.

Het is voor veel jongeren nog steeds moeilijk het onderscheid tussen echt nieuws en fake news te maken. Factchecking is daarom zeer belangrijk. Er zou meer aandacht moeten besteed worden  aan factchecking, ook al hoef je het daarom niet altijd zo te noemen omdat sommigen er misschien gaan op afknappen.

Dries Vereecke prijst de aanpak van VRT in ‘Karrewiet’ bij het maken van een onderscheid tussen echt nieuws en fake news. In ‘Karrewiet’ wordt nieuws duidelijk in perspectief geplaatst. Ook voor Mediahuis is het een permanent streven om dat op een geloofwaardige manier te doen, waarbij ook steeds goed wordt nagedacht welk format het best gehanteerd wordt.

Sofie De Coker verklaart dat jongeren behoefte hebben aan duiding maar die moet op een voor hen behapbare manier worden gebracht.  Dit kan bijvoorbeeld door een on demand model waar ze zelf op zoek gaan naar info. Informatie wordt op die manier bijvoorbeeld gegeven in ‘Pano’ of via explainers op YouTube.

An Goovaerts stelt dat het inderdaad cruciaal is dat jongeren duiding krijgen. Maar je mag de generatie Z zeker niet onderschatten.  Deze jongeren zijn over het algemeen kritisch, goed geïnformeerd en ze hebben veel vragen en beschikken over slimme technologie.

 

Paneldebat: slotvraag

Tot slot heeft de moderator ook nog een slotvraag.

Hij stelt vast dat oudere generaties vaak al lachend zeggen dat vroeger alles beter was. Uiteraard kan dit nooit helemaal waar zijn, maar toch vraagt hij zich af of er misschien geen mediagebruiken, -toestellen, -momenten … waar we met weemoed aan terugdenken. Welk verdwenen of in onbruik geraakt mediagebruik, -toestel, -moment  zouden de panelleden aan onze Gen Z’ers willen aanraden?

Sofie De Coker verklaart dat elke generatie haar eigen kenmerken heeft en daar is ook niets mis mee. Veel nieuwigheden worden opgepikt door jongeren, vinden nadien hun weg naar andere leeftijdsgroepen en worden mainstream.

Jan Boesman  kijkt met een nostalgisch gevoel terug naar de papieren krant. Die verbindt hij met een gevoel van eindigheid. Hij denkt dat veel jongeren ook op zoek zijn naar een gevoel van eindigheid en vindt het fijn als zijn eigen kinderen dit gevoel ook terugvinden bij het lezen van katerns in de papieren krant.

An Goovaerts bevestigt dat de ‘papieren ervaring’ een heel andere manier is van het consumeren van content en de mogelijkheid biedt om uit de eigen bubbel te treden.

Dries Vereecke denkt niet zozeer met nostalgie terug maar voor hem zou mediaconsumptie zonder algoritmes toch één van de zaken zijn die hij de Gen Z’ers zou willen aanraden.  Een papieren krant zou al een eerste stap in die richting zijn.  Hierdoor zou automatisch ook een vrijer denken op het gebied van nieuwsconsumptie ontstaan.

Jan Boesman  vindt dit zeer lovenswaardig, maar wijst er toch ook op dat algoritmes hebben geleid tot een grotere smaakverbreding. Bij VRT is men er op die manier bijvoorbeeld in geslaagd mensen te doen proeven van andere vormen van content. 

 

Vragen uit de zaal

Na afsluiting van het paneldebat worden er vragen uit het publiek gesteld.

Volgende onderwerpen komen daarin aan bod:

  • Mediaconsumptie en de afhankelijkheid van de levensfase waarin men zit;
  • Het verder uitbouwen van podcasts binnen het aanbod van mediabedrijven; 
  • Het inzetten van personality’s om jongeren beter te bereiken;
  • De rol van reclame bij het bereiken van jongeren;
  • De betaalbereidheid van jongeren bij nieuwsconsumptie;
  • Het aanboren van nieuwe inkomstenbronnen door mediabedrijven;
  • De nood aan samenwerking tussen Vlaamse mediabedrijven en overheid om overeind te blijven in een door ‘big tech’ beheerste wereldeconomie.

   

Slotwoord: Vlaams minister van Media

Het slotwoord is voor Benjamin Dalle, minister van Media:

De minister bedankt de Vlaamse Regulator voor de Media voor het organiseren van dit interessante symposium en onderstreept het belang van nieuwsvoorziening voor Vlaamse jongeren.

Eén op de vier Vlaamse jongeren tussen 18 en 25 jaar geeft expliciet aan niet geïnteresseerd te zijn in nieuws. Zeven op de tien Vlaamse jongeren zeggen dat ze de actualiteit hoofdzakelijk volgen via sociale media. Van die jongeren hebben zes op de tien vertrouwen in het nieuws dat ze consumeren en kunnen slechts vier op de tien fake news herkennen.

Op het eerste gezicht klinken deze cijfers onheilspellend maar toch is er volgens de minister geen reden om pessimistisch te zijn. De media is een belangrijke sector en zal dat ook blijven.

Wel is het zo dat de maatschappij verandert en ook de mediasector zal zich aan deze veranderingen moeten aanpassen. 

De minister beklemtoont dat er in de eerste plaats zal moeten gekozen worden voor een radicale digitalisering. In Nederland heeft het NRC Handelsblad bijvoorbeeld zelfs al laten weten vanaf  2030 geen dagelijkse papieren krant meer te zullen uitbrengen. Er zal vanaf dat jaar radicaal gekozen worden voor digitale producten. Uiteraard zal de markt van de geprinte producten niet volledig verdwijnen (denk bijvoorbeeld aan een weekendkrant), maar die zullen enkel nog bestaan als een soort van aanvulling op het eigenlijke aanbod. 

De minister beklemtoont dat de Vlaamse Overheid daarom voluit in digitale innovatie investeert en zal blijven investeren. ‘Podgrond’ is daar een belangrijk voorbeeld van. Dit initiatief kwam anderhalf jaar geleden voort uit de eerste editie van het ‘DS Podcastfestival’ en kan worden beschouwd als de Vlaamse ‘Spotify van de podcasts’.

Hij verwelkomt ook de initiatieven die Mediahuis en DPG Media hebben genomen om jongeren tegen een aanvaardbare prijs en op een klantvriendelijke manier toegang te geven tot allerlei nieuwsbronnen.

Voorts onderstreept hij het belang van mediageletterdheid en diversiteit.  Dit zijn zaken die hem na aan het hart liggen en waarvoor hij bijzondere aandacht vraagt.

Hij wijst erop dat mediabedrijven niet enkel in hun aanbod aandacht moeten besteden aan diversiteit; ze moeten ook representatief samengesteld zijn en de werkvloer van mediabedrijven moet ook een werkplek zijn waar ook jongeren zich thuis voelen.

De minister verwijst hierbij naar het Actieplan tegen grensoverschrijdend gedrag in de mediasector. Het actieplan werd in 2022 ontwikkeld en heeft als doel om grensoverschrijdend gedrag in de mediasector sneller en beter aan te pakken. De klemtoon daarbij ligt op preventie door in te zetten op het sensibiliseren via artikels en communicatie, het ondersteunen via tools en het organiseren van opleidingen en workshops.

Bij het actieplan hoorde ook een engagementsverklaring die ondernemingen kunnen ondertekenen. Deze engagementen bevatten het onderschrijven van het actieplan, het jaarlijks rapporteren over het aantal meldingen van grensoverschrijdend gedrag en het voorzien in een vertrouwenspersoon.

Sinds de lancering ondertekenden 176 ondernemingen deze engagementsverklaring. Van die 176 ondernemingen hebben er 73 een rapportering ingediend en daarvan waren er 26 die hebben gemeld een geval van grensoverschrijdend gedrag te hebben gehad.

De minister doet een oproep opdat bedrijven uit de mediasector nog meer zouden inzetten op de strijd tegen grensoverschrijdend gedrag zodat dit sneller op de radar komt en beter kan opgelost en voorkomen worden.

Hij verklaart dat hij zich verder zal inzetten om grensoverschrijdend gedrag een halt toe te roepen en rekent hiervoor op de medewerking van de ganse mediasector. 


De VRM wenst graag alle sprekers, panelleden, moderator en de aanwezigen te bedanken voor hun bijdrage en aanwezigheid op het symposium!