De herziene 'Gedragscode voor de bestrijding van illegale haatzaaiende uitlatingen online' werd opgenomen in het kader van de Digitaledienstenverordening (DSA).
Deze Gedragscode+ versterkt, voor de onlineplatforms die erop hebben ingetekend, de voorwaarden voor omgaan met inhoud die volgens het EU-recht en de wetgeving van de lidstaten als illegale haatzaaiende uitlatingen worden beschouwd.
Dankzij deze integratie in het DSA-kader zal het mogelijk zijn om deze onlineplatforms te verzoeken aanvullende maatregelen te nemen indien, na regelmatige evaluaties, blijkt dat zij deze Gedragscode+ niet systematisch naleven. Dergelijke maatregelen kunnen worden vastgesteld door de Europese Commissie en de Europese Raad voor Digitale Diensten, waarin het BIPT als Belgische digitaledienstencoördinator zetelt, vergezeld door vertegenwoordigers van de andere Belgische bevoegde autoriteiten (waaronder de VRM).
Waarom deze herziening?
Een herziening van de Gedragscode, zoals oorspronkelijk aangenomen in 2016, was nodig om de prestatie-indicatoren, waaronder de verwerkingsduur, te versterken. Een herziening was ook nodig om de integratie van de Gedragscode in de DSA te vergemakkelijken, rekening houdend met de doelstellingen en bijzonderheden van de DSA, bijvoorbeeld de formulering van de rol van de zogenaamde 'gespecialiseerde verslaggevers' ten opzichte van de 'betrouwbare flaggers'.
Hoe verhouden de Gedragscode+ en de DSA zich ten opzichte van elkaar?
De Gedragscode+ draagt bij tot de correcte toepassing van de DSA door de ondertekenaars, zonder afbreuk te doen aan het geheel van verplichtingen die deze aan iedereen oplegt, namelijk aan de ondertekenaars en daarbuiten, i.e. aan alle aanbieders van tussenhandeldiensten, onlineplatforms inbegrepen. Er bestaat dus een duidelijke hiërarchie tussen de DSA, die rechtstreeks van toepassing is in alle lidstaten, en de Gedragscode+ die vrijwillige verbintenissen vaststelt die alleen door de ondertekenaars worden onderschreven.
Wie zijn de ondertekenaars van de Gedragscode+?
Dailymotion, Facebook, Instagram, Jeuxvideo.com, LinkedIn, de consumentendiensten gehost door Microsoft, Snapchat, Rakuten Viber, TikTok, Twitch, X en YouT ube.
Zijn andere platforms dan de ondertekenaars betrokken bij deze Gedragscode+?
Wanneer zij door de Europese Commissie overeenkomstig de DSA worden aangewezen, kunnen aanbieders van zeer grote onlineplatforms (VLOP's) (i.e. met meer dan 45 miljoen gebruikers in Europa) vrijwillig aansluiten bij de Gedragscode+. Niets belet kleinere onlineplatforms om dezelfde verplichtingen aan te gaan. Alleen VLOP's zullen echter aan een jaarlijkse audit worden onderworpen in overeenstemming met de DSA en kunnen door de Europese Commissie en de Europese Raad voor Digitale Diensten worden uitgenodigd om na deze audits aanvullende maatregelen te nemen.
Wat zijn de verbintenissen van de onlineplatforms?
De verbintenissen van de onlineplatforms in het kader van de Gedragscode+ zijn hoofdzakelijk:
- 'gespecialiseerde verslaggevers' toestaan om regelmatig te controleren hoe de ondertekenaars omgaan met meldingen van haatzaaiende uitlatingen;
- ervoor zorgen dat ten minste twee derde van de meldingen van haatzaaiende uitlatingen binnen 24 uur worden behandeld;
- zicht verbinden tot welomschreven en specifieke transparantieverbintenissen met betrekking tot de maatregelen om de haatzaaiende uitlatingen op hun diensten te verminderen:
- samenwerken met diverse belanghebbenden, waaronder deskundigen en maatschappelijke organisaties;
- voorlichten van gebruikers over illegale haatzaaiende uitlatingen.
Wie kan 'gespecialiseerde verslaggever' worden?
De overheidsinstanties of verenigingen zonder winstoogmerk met expertise op het gebied van illegale haatzaaiende uitlatingen in ten minste één lidstaat. 'Betrouwbare flaggers' aangewezen in overeenstemming met de DSA kunnen zich ook kandidaat stellen.
Wat is het verschil tussen 'gespecialiseerde verslaggevers' en 'betrouwbare flaggers'?
De status van 'betrouwbare flagger' (of 'trusted flagger') wordt door de nationale digitaledienstencoördinatoren (en bevoegde autoriteiten) verleend aan de organisaties die hierom verzoeken en voldoen aan strenge criteria van deskundigheid, onafhankelijkheid en objectiviteit (zoals gedefinieerd in artikel 22 van de DSA). Dit is een rol 'op lange termijn' die eindigt hetzij wanneer de 'betrouwbare flagger' dat zelf beslist, hetzij wanneer de nationale digitaledienstencoördinator deze status intrekt. Onlineplatforms hebben de verplichting om kennisgevingen van 'betrouwbare flaggers' met voorrang te behandelen. De meldingen van 'betrouwbare flaggers' kunnen betrekking hebben op onwettige inhoud waarvoor hun expertise is erkend.
De Europese Commissie en de ondertekenaars verlenen de status van 'gespecialiseerde verslaggever' aan entiteiten die in ten minste één lidstaat expertise hebben op het gebied van haatzaaiende uitlatingen. Gespecialiseerde verslaggevers nemen jaarlijks gedurende maximaal zes weken deel aan een monitoringsproject. Dit is dus een kortetermijnrol. Hun meldingen zijn alleen gericht op haatzaaiende inhoud. De onlineplatforms die de Gedragscode+ hebben ondertekend, streven ernaar om tot twee derde van hun kennisgevingen binnen 24 uur na ontvangst te behandelen.
De twee rollen vullen elkaar aan en kunnen worden gecombineerd als aan alle criteria van artikel 22 van de DSA is voldaan.
Op welk niveau zijn de Belgische bevoegde autoriteiten betrokken?
Als nationale digitaledienstencoördinator en bevoegde autoriteit zetelt het BIPT samen met een vertegenwoordiger van de andere bevoegde Belgische bevoegde autoriteiten (VRM, CSA en Medienrat) in de Europese Raad voor Digitale Diensten onder voorzitterschap van de Europese Commissie. Als zodanig nemen de bevoegde Belgische autoriteiten deel aan de evaluatie van de gedragscodes die moeten helpen om de risico's van verspreiding van illegale haatzaaiende uitlatingen te verminderen. Ze helpen ook samen met de Europese Commissie en andere leden van de Europese Raad voor Digitale Diensten de maatregelen te bepalen die onlineplatforms zouden moeten treffen in geval van systematische niet-naleving van deze herziene Gedragscode+.
Op nationaal niveau kan elk van de Belgische bevoegde autoriteiten klachten ontvangen in verband met inbreuken op de DSA, die betrekking zouden kunnen hebben op een gebrek aan opvolging door een onlineplatform van een bevel of kennisgeving, met inbegrip van klachten betreffende het aanzetten tot haat.
Alle klachten over buiten België gevestigde platformen zullen niettemin worden doorgestuurd naar de digitaledienstencoördinator van de lidstaat waar dat platform is gevestigd, vergezeld van een eventueel advies.