9.2. Beslissing bij ambtshalve onderzoek m.b.t. commerciële communicatie

A. Productplaatsing

1. VRM tegen NV Life!TV Broadcasting Company - 2013/004

De VRM controleerde de uitzendingen van 6 november 2012 (17u-23u) van verschillende televisiezenders waaronder Life!TV. Tijdens de onderzochte periode werd het programma 'GameNuts' uitgezonden.  De aflevering is  - op een korte rubriek na - volledig gewijd aan de nieuwe game 'Assassin's Creed III' voor diverse spelconsoles en een aparte versie voor Playstation Vita. De omroep geeft door het tonen van het PP-logo bij dit programma aan dat het productplaatsing bevat.

Het Mediadecreet laat productplaatsing toe, programma's die productplaatsing bevatten moeten echter voldoen aan volgende voorwaarden (Artikel 100, § 1, van het Mediadecreet):

1° de inhoud en, in geval van lineaire uitzending, de programmering ervan, worden niet in die mate beïnvloed dat de verantwoordelijkheid en redactionele onafhankelijkheid van de omroeporganisatie worden aangetast;
2° de programma's sporen niet rechtstreeks aan tot aankoop of huur van goederen of diensten, in het bijzonder door die producten of diensten specifiek aan te prijzen;
3° het product of dienst in kwestie krijgt geen overmatige aandacht;
4° als het programma in kwestie is geproduceerd of besteld door de omroeporganisatie zelf of door een aan hem verbonden onderneming, worden de kijkers duidelijk gewezen op de aanwezigheid van productplaatsing. Het programma in kwestie wordt in het begin en op het einde ervan, en als het na een reclamepauze wordt hervat, op passende wijze als zodanig aangeduid. De Vlaamse Regering kan hierover nadere regels bepalen.

Uit het onderzoeksrapport blijkt dat in het programma sprake is van specifieke aanprijzingen bij de bespreking van de game.  Het spel komt door demonstraties, beeldfragmenten en interviews met ontwikkelaars op een commercieel en promotioneel gunstige wijze aan bod. Ook de bijhorende commentaren van de presentatoren zijn uitsluitend loven en wervend. Op deze manier begaat Life!TV een inbreuk op artikel 100, §1, 2°, van het Mediadecreet.

De onderzoekscel van de VRM stelde vast dat het product in kwestie nagenoeg alle aandacht krijgt gedurende de hele duur van het programma. Hierdoor is er ook sprake van overmatige aandacht. DE VRM is van oordeel dat zo ook de redactionele onafhankelijkheid van de omroeporganisatie is aangetast. Op deze manier begaat Life!TV een inbreuk op artikel 100, §1, 1° en 3°, van het Mediadecreet.  

De VRM besluit hiervoor een geldboete van 1.750 euro op te leggen. Daarbij houdt de toezichthouder er rekening mee dat het om een ernstige inbreuk gaat. Bovendien werd Life!TV reeds in het verleden gesanctioneerd voor soortgelijke inbreuken (beslissingen 2011/028 pdf en 2012/011 pdf).

2. VRM tegen NV SBS Belgium - 2013/005

De VRM legt SBS Belgium een boete van 5.000 euro op voor het niet naleven van de regelgeving m.b.t. productplaatsing. De toezichthouder is van oordeel dat in het programma 'Weekendje Weg met VIJF' overmatige aandacht werd besteed aan een aantal handelszaken die bovendien specifiek werden aangeprezen.

De VRM controleerde de uitzending van het programma 'Weekendje Weg met VIJF' van 1 december 2012. In dat programma bezoekt de presentatrice een aantal bezienswaardigheden en handelszaken in een bepaalde stad. Een optiekzaak, een juwelier, een kinderkledingwinkel en een sauna komen in het programma ruimschoots aan bod.

Het Mediadecreet laat productplaatsing onder bepaalde voorwaarden toe. Een van deze voorwaarden is dat het product of de dienst in kwestie geen overmatige aandacht macht krijgen. Daarenboven mogen programma's met productplaatsing niet rechtstreeks aansporen tot de aankoop of huur van goederen of diensten door die specifiek aan te prijzen.

De VRM stelt vast dat door gebruik te maken van visuele en auditieve vermeldingen, pancartes, close-ups en lovende commentaren er in de betrokken uitzending duidelijk sprake is van overmatige aandacht. De presentatrice en bijgevolg ook de omroep verlenen hun volledige medewerking aan de promotionele ondersteuning van de handelszaken door de specifieke aanprijzingen van hun aanbod, die een rode draad vormen doorheen het programma.

De VRM meent dat in deze zaak niet voldaan is aan de voorwaarden voor productplaatsing, hetgeen door de betrokken omroep overigens niet wordt betwist.

De toezichthouder legt SBS Belgium dan ook een administratieve geldboete van 5.000 euro op.

3. VRM tegen VZW Regionale Televisie Vlaams-Brabant-Halle-Vilvoorde (Ring TV) - 2013/011

De VRM controleerde de uitzendingen (23 februari 2013, 14u - 17u) van de regionale televisiezenders, waaronder Ring TV.

Op Ring TV wordt het programma 'Viva!' uitgezonden.  Het programma bestaat uit drie reportages namelijk 'Beste Junior Kok 2013', 'Viva! Wonen Lifestyle' en 'Poortcenter'. Het volledige programma werd door Ring TV aan- en afgekondigd als publi-reportage.

De VRM is van oordeel dat door de aanwezigheid van diverse visuele uitingen van commerciële communicatie in het programma sprake is van productplaatsing. Het Mediadecreet en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 bepalen de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan bij het uitzenden van een programma met productplaatsing. Ring TV blijkt het PP-logo niet te hebben uitgezonden. Specifiek met betrekking tot de reportage voor 'Poortcenter' meent de VRM dat deze als publi-reportage het moeten aangekondigd worden. Hier blijk echter dat deze niet duidelijk als dusdanig herkenbaar werd gemaakt.

De VRM besluit Ring TV hiervoor te waarschuwen.

4. VRM tegen NV Vlaamse Media Maatschappij (Anne) - 2013/026

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (23 juli 2013, 17u-23u), waaronder Anne. Het programma 'Show Nieuws' bevat een item waarbij Vlaamse artiesten een wedstrijd aangaan om zo snel mogelijk een ijsje op te eten. De merknaam 'Magnum' wordt hierbij meermaals vermeld, de verpakking en het product worden duidelijk getoond en de wedstrijd gaat door voor een verkooppunt met het logo van 'Ola'.

De VRM meent dat hierbij sprake is van productplaatsing, aan het begin en het einde van het programma 'Show Nieuws' wordt echter geen PP-logo getoond. Voor deze inbreuk op het Mediadecreet legt de VRM Anne een boete op van 2.500 euro. Bij het bepalen van de sanctie houdt de toezichthouder er rekening mee dat de Vlaamse Media Maatschappij reeds eerder voor een soortgelijke inbreuk werd gesanctioneerd.

B. Duidelijk herkenbaar maken / onderscheiden van reclame of telewinkelen (artikel 79, §1, en 82 van het Mediadecreet)

1. VRM tegen NV Life!TV Broadcasting Company - 2013/007

De VRM controleerde de uitzendingen van Club 41 (14 tot 16 februari 2013, tussen 22u30 en 6u00 's ochtends) op de naleving van de regelgeving m.b.t. commerciële communicatie.

De VRM stelt vast dat tijdens de uitzendingen van Club 41 de zenderidentificatie van 'Life!TV' uit de rechterbovenhoek van het beeldscherm verdwijnt en wordt vervangen door de identificatie 'Club 41' met daaronder een vermelding van de website www.club41.tv. De op Club41 uitgezonden films worden telkens voorafgegaan en gevolgd door een tussenkomst van een omroepster.  Tijdens de onderzochte periode nodigt ze de kijker steeds uit om te surfen naar www.club41.tv.

De onderzoekscel van de VRM stelt vast dat deze website een betalende website is, die onder de wettelijke verantwoordelijkheid van een buitenlandse rechtspersoon valt. De website geeft tegen betaling toegang tot een uitgebreid filmaanbod van 3000 filmtitels. De VRM is van oordeel dat de juridische band tussen Life!TV en de buitenlandse rechtspersoon moet worden beschouwd als de band tussen een omroeporganisatie en een adverteerder. De aansporingen en uitnodigingen door de omroepster om de website te bezoeken, evenals het doorlopend tonen van het adres van de website moeten dan ook als reclame worden beschouwd.

Geen zelfpromotie
In het verweer geeft Life!TV aan dat de verwijzingen naar www.club41.tv beschouwd moeten worden als zelfpromotie.  

Artikel 2, 46°, van het Mediadecreet omschrijfft zelfpromotie als "de aanprijzing door een omroepdienst van eigen producten, diensten, programma's of netten".

Om te kunnen spreken van 'eigen producten of diensten' aanvaardt de VRM dat het niet noodzakelijk is dat het voor 100% om eigen producten of diensten moet gaan. Wel is de VRM van mening dat er een substantieel deel van de opbrengst van de commercialisering van het product of dienst aan de omroeporganisatie moet toekomen. Er moet dan ook worden aangetoond dat het deel van de opbrengst dat aan de omroeporganisatie toekomt duidelijk méér vertegenwoordigt dan louter een vergoeding voor het uitzenden van de reclame voor het product of de dienst. Uit het verweer van Life!TV blijkt dit echter niet.

De VRM is voorts van mening dat de promotie voor www.club41.tv evenmin kan worden beschouwd als zelfpromotie in de zin van aanprijzing van eigen programma's of netten. De website geeft namelijk toegang tot 3000 films, dit is veel meer dan er lineair worden uitgezonden.

De VRM besluit aldus dat de aansporingen van de omroepster en het doorlopend vertonen van het webadres beschouwd moeten worden als reclame.

Artikel 79, § 1, van het Mediadecreet bepaalt dat televisiereclame duidelijk herkenbaar moet zijn en moet kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud. Reclame moet door visuele en/of akoestische en/of ruimtelijke middelen van de programma-inhoud onderscheiden worden. 

De aansporingen van de omroepster en het doorlopend vertonen van het webadres worden bij Club 41 niet duidelijk als reclame kenbaar gemaakt. De VRM waarschuwt Life!TV dan ook voor deze overtreding en beveelt de overtreding stop te zetten. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het beperkte bereik van het omroepprogramma en met het gegeven dat Life!TV verklaart stappen te ondernemen om dergelijke inbreuken te vermijden.

2. VRM tegen NV Media ad Infinitum (Vitaya) - 2013/013

De VRM onderzocht de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (28 maart 2013, 17u-23u). Ook de uitzendingen van Vitaya (NV Media Ad Infinitum) werden gecontroleerd.

De onderzoekscel van de VRM stelt vast dat Vitaya tijdens de onderzochte periode tweemaal een spot uitzendt voor Bepanthol. Deze spot wordt buiten de reclameblokken en tussen de overige programmatie uitgezonden. De spot wordt als publi-reportage aangekondigd door de projectie van het woord "infomercial" bij aanvang van de spot. De VRM is van oordeel dat de spot niet als publi-reportage moet worden beschouwd maar als reclamespot.

Het Mediadecreet stelt dat televisiereclame duidelijk herkenbaar moet zijn en moet kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud. De VRM is van oordeel dat hieraan niet werd voldaan. 

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het feit dat de uurlimiet voor reclame niet wordt overschreden indien de spot wordt meegeteld. Vitaya wordt voor deze inbreuk gewaarschuwd.

3. VRM tegen NV Vlaamse Media Maatschappij (VTM) - 2013/024

De VRM controleerde de uitzendingen (27 juni 2013 en 23 juli 2013, telkens 17u-23u) van verschillende televisieomroeporganisaties, waaronder VTM. Tijdens de onderzochte periode wordt een spot uitgezonden voor 'Iglo'. De spot wordt buiten de reclameblokken, tussen de overige programmatie, uitgezonden. De spot heeft een duurtijd van één minuut en wordt door VTM aangekondigd als publi-reportage.

Onderscheid reclamespot/publi-reportage
Het Mediadecreet bepaalt dat : "Onder publi-reportages wordt begrepen commerciële communicatie die meer tijd in beslag neemt dan reclamespots omdat het accent ligt op redactionele en informatieve inhoud."

De VRM is van oordeel dat de uitgezonden spot niet als publi-reportage moet worden beschouwd maar wel als reclamespot. De VRM meent dat de spot specifiek promotionele elementen bevat die aanzetten tot consumptie. Het accent in de Iglo-spots ligt dan ook niet op de informatieve inhoud maar op het promotionele. Door de relatief korte duur (1 minuut) en de presentatievorm krijgt de Iglo-spot het karakter van een reclamespot en kan dus niet als publi-reportage worden beschouwd.

Reclamespot moet duidelijk herkenbaar zijn en onderscheiden van redactionele inhoud.
Uit de beelden van 27 juni en 23 juli 2013 blijkt dat het reclameblok start met een reclamebumper waarna een aantal reclamespots volgen. Nadien verschijnt een tweede reclamebumper en start de Iglo-spot met de vermelding 'infomercial'. Na de spot wordt een derde reclamebumper uitgezonden.

Door het uitzenden van drie reclamebumpers wordt het reclameblok opgesplitst of onderbroken en wordt de bewuste spot niet meer in het reclameblok uitgezonden. Door deze wijze van uitzenden, wordt de kijker in verwarring gebracht omtrent de aard van de boodschap. Daaruit volgt dat de Iglo-spots niet duidelijk herkenbaar zijn als televisiereclame en onvoldoende onderscheiden zijn van de redactionele inhoud en de andere onderdelen van het programma.

De VRM besluit VTM te waarschuwen voor deze inbreuk.

4. VRM tegen NV Vlaamse Media Maatschappij (JIM) - 2013/025

De VRM controleerde de uitzendingen van 27 juni 2013 (17u-23u) van verschillende televisieomroeporganisaties, waaronder JIM. Tijdens de onderzochte periode werden twee programma's uitgezonden ('JIM Request Live' en 'Block & Roll') waarin de kijker doorlopend wordt uitgenodigd om tegen betaling te telefoneren of te sms'en om zo muziekclips aan te vragen, chatberichten te plaatsen en een eigen nickname aan te maken. Deze programma's moeten volgens de VRM beschouwd worden als telewinkelprogramma's.

Het Mediadecreet bepaalt dat telewinkelen duidelijk herkenbaar moet zijn en moet kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud. Met visuele en/of akoestische en/of ruimtelijke middelen moet telewinkelen gescheiden worden van andere onderdelen van het programma. Telewinkelprogramma's moeten met visuele en akoestische middelen duidelijk als zodanig gekenmerkt worden.

Bij de betrokken uitzendingen blijkt JIM aan het begin van de programma's en na elke herneming de visuele vermelding 'telewinkelen' in de linkerbovenhoek van het beeld, gedurende een vijftal seconden, te tonen. Het lettertype van de telewinkelvermelding is echter klein, wazig en in de meeste gevallen amper contrasterend met de achtergrond waarop de vermelding wordt geprojecteerd.

De VRM besluit dan ook dat JIM met deze uitzendingen een inbreuk begaat op het Mediadecreet. Gelet op het feit dat de VMMa reeds eerder voor een soortgelijke inbreuk werd gesanctioneerd, wordt een geldboet van 2.500 euro opgelegd.

5. VRM tegen NV Vlaamse Media Maatschappij (2BE) - 2013/027

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (24 augustus 2013, 8u-20u), waaronder 2BE.

De onderzoekscel van de VRM stelt daarbij vast dat na de uitzending van een reclameblok (omstreeks 10u47) wordt overgeschakeld naar beelden vanuit de Q-Music-radiostudio. Na 15 minuten worden gedurende 75 minuten wisselende pancartes uitgezonden waarbij de kijker uitgenodigd wordt om tegen betaling in te gaan op sms-spelaanbiedingen. Volgens de VRM beantwoordt deze uitzending aan de definitie van telewinkelen en dienen de specifieke bepalingen aangaande telewinkelprogramma's te worden nageleefd.

Aan het begin en einde van de uitzendingen wordt gedurende enkele seconden de visuele vermelding 'telewinkelen' getoond. Deze vermelding is echter nauwelijks zichtbaar, contrasteert amper met de achtergrond en is zo onduidelijk voor de kijker. De telewinkelvermelding wordt dan ook met de grootste moeite waargenomen, dit is eveneens het geval voor de akoestische melding.

Artikel 82, § 1, 1°, van het Mediadecreet stelt dat telewinkelprogramma's duidelijks als zodanig gekenmerkt moeten worden met visuele en akoestische middelen.

De VRM stelt aldus een inbreuk vast op deze bepalingen. Vermits de feiten zich hebben voorgedaan in een periode die voorafgaat aan beslissing 2013-025 (nieuw venster), waarbij gelijkaardige feiten werden vastgesteld en een boete van 2.500 euro werd bepaald, wordt geen sanctie opgelegd.

C. Alleenstaande reclamespots

1. VRM tegen NV Vlaamse Media Maatschappij - 2013/003

De VRM controleerde de uitzendingen van 2BE van 6 november 2012 (17u-23u). Bij deze controle werden geen inbreuken vastgesteld.

De onderzoekscel van de VRM stelde tijdens de controle vast dat viermaal een alleenstaande reclameboodschapwerd uitgezonden.

Het Mediadecreet (artikel 79) bepaalt dat:

"§ 2. Afzonderlijke reclame- en telewinkelspots blijven een uitzondering. Een afzonderlijke reclame- of telewinkelspot is toegestaan per televisieomroepprogramma per dag.

Daarnaast zijn afzonderlijke reclame- en telewinkelspots toegestaan: 
1° in uitzendingen van sportevenementen;

2° als er een langdurige spot wordt uitgezonden van minimaal twee minuten;
3° als een omroeporganisatie er niet in geslaagd is voor een specifiek reclameblok meer dan een reclame- of telewinkelspot te verkopen, bij gebrek aan interesse van de klanten".

In het verweer toont de omroep aan dat de desbetreffende reclameblokken werden opengesteld voor meerdere adverteerders. Wegens gebrek aan interesse bij de adverteerders bevatten de blokken slechts één spot. De omroep kan in dit geval beroep doen op de uitzonderingsgrond van artikel 79, §2, tweede lid, 3°, van het Mediadecreet.

D. Sponsoring van het journaal

1. VRM tegen NV Belgian Business Television (Kanaal Z) - 2013/018

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (23 juli 2013, 17u-23u), waaronder Kanaal Z.

Aan het einde van het programma 'Z-Nieuws' wordt een statische pancarte getoond met vijf visuele sponsorvermeldingen voor kledingmerken/zaken en een schoenenzaak.

Het Mediadecreet (artikel 96, eerste lid) bepaalt dat journaals en politieke programma's niet mogen gesponsord worden.

De VRM heeft in het verleden reeds geoordeeld dat het leveren van faciliteiten of diensten zoals bijvoorbeeld kleding, moet worden beschouwd als een bijdrage aan de financiering van het programma met het doel om naam, handelsmerk, imago, activiteiten of producten meer bekendheid te geven en dus beantwoordt aan de definitie van sponsoring zoals vastgelegd in het Mediadecreet.

De VRM besluit dan ook dat het vermelden van kledingsponsors op het einde van het journaal een inbreuk betekent op artikel 96, eerste lid, van het Mediadecreet.

Rekening houdend met het gegeven dat het een eerste inbreuk betreft, wordt Kanaal Z gewaarschuwd voor de overtreding.

E. Uitzenden te veel reclame

1. VRM tegen VZW TV Kempen en Mechelen (RTV) - 2013/028

De VRM controleerde de uitzendingen van 7 juli 2013 (14u-17u) van verschillende regionale televisieomroeporganisaties, waaronder RTV.

De programma's van RTV worden in lusvorm uitgezonden. Tijdens de controle door de VRM zendt RTV binnen een lus van ongeveer elf minuten, twee reclameblokken en een telewinkelspot uit. Tussen 14u-15u en 16u-17u wordt vijfmaal een lus uitgezonden, wat neerkomt op meer dan 18 minuten reclame en 2 minuten 30 seconden aan telewinkelspots per uur.

Artikel 81, § 2, van het Mediadecreet bepaalt:

"Het aandeel van televisiereclame- en telewinkelspots mag per klokuur niet meer dan 20 percent bedragen."

Voor deze overschrijding van het toegelaten percentage televisiereclame- en telewinkelspots wordt RTV een boete van 1.000 euro opgelegd.

F. Artikel 54

1. VRM tegen BVBA Ment Media (Ment TV) - 2013/023

De VRM legt ook Ment TV een boete (750 euro) op voor het niet naleven van artikel 54 van het Mediadecreet