5 Algemeen besluit

In het eerste hoofdstuk werd de Vlaamse mediasector afgebakend door na te gaan welke spelers in welke mediasegmenten actief zijn.

Wat radio betreft, werden 132 frequentiepakketten voor lokale radio-omroeporganisaties vrijgegeven. De erkende netwerkradio-omroeporganisaties konden vanaf 1 januari 2018 van start gaan met uitzenden. De licenties voor de landelijke en regionale private radio-omroeporganisaties werden verlengd t.e.m. 2021.

Ondertussen zijn zowel de landelijke radio-omroeporganisaties als de netwerkradio-omroeporganisaties te beluisteren via DAB+. DPG Media breidde haar DAB+-aanbod verder uit. Door de toekenning van de licentie voor het aanbieden van de multiplex 5A en 5D werd de beschikbare commerciële DAB+-capaciteit in 2019 verdubbeld. Intussen is deze extra capaciteit reeds volledig ingevuld. De vraag naar DAB+-capaciteit is dus groter dan het beschikbare spectrum.

In het kader van de digitalisering van het radiolandschap werd in de zomer van 2019 ook de Radioplayer Vlaanderen gelanceerd, een samenwerking van VRT, DPG Media en Mediahuis. Momenteel zijn alle landelijke radio-omroepen te beluisteren in de Radioplayer, In de toekomst kunnen ook lokale radio’s en netwerkradio’s aansluiten.

Aansluitend bij de crossmediale tendens maken radiomerken ook audiovisuele video(‘s). Zo kan verwezen worden naar o.a. Rock’n Roll High School (Studio Brussel), Universiteit van Vlaanderen (Radio 1) of Iedereen Klassiek (Klara).

Wat televisie betreft zijn de voornaamste recente wijzigingen in het ecosysteem de volledige overname van De Vijver Media (SBS Belgium) door Telenet en de volledige integratie van Medialaan (nu: DPG Media) in De Persgroep (nu: DPG Media Group nv).

In 2019 lag de focus van de tv-omroeporganisaties (én dienstenverdelers) op het uitbouwen van de online (lineaire en niet-lineaire) televisiediensten. Zo vinden we steeds meer volledige televisie-inhoud terug op de websites en apps van tv-omroepen (VTM GO en VRT NU). Er wordt ook sterk ingezet op het online tv-kijken, onder meer door de productie van webseries die exclusief via het internet worden uitgezonden, of door alle afleveringen van series op de online platformen te zetten na de lineaire uitzending van de eerste aflevering. Het online televisieaanbod van de derde grote Vlaamse televisie-omroeporganisatie SBS staat momenteel nog minder ver. Hoewel o.a. met de eerst via het internet uitgezonden jongerenserie wtFOCK in 2019 concrete stappen gezet werden door de SBS-groep.

Ook de dienstenverdelers speelden in 2019 in op het wijzigend kijkgedrag van de Vlaamse mediaconsument door nieuwe producten te lanceren, denk maar aan Yugo (en Tadaam) van Telenet en Epic Combo van Proximus. Daarnaast proberen dienstenverdelers en distributieplatformen in de plaats te treden van traditionele televisieomroepen door de curatiefunctie op te nemen. Via nieuwe interfaces, die gebruikmaken van algoritmen, wordt een gepersonaliseerd aanbod aan de mediaconsument gepresenteerd. Dat aanbod is eerder content- dan wel zendergedreven. De traditionele tv-omroepen zien dat hun aggregatie- en curatierol onder druk staat en vrezen voor hun zichtbaarheid binnen het aanbod.

Vlaamse kijkers worden ook in toenemende mate verleid door het Amerikaanse Netflix. Proximus biedt de mogelijkheid om, mits extra kosten, de Netflixcatalogus te raadplegen via hun niet-lineaire diensten. Ook Telenet-klanten kunnen met de nieuwe digicoder Netflix gaan gebruiken. Nog andere internationale spelers (Disney, Warner Media, Apple, …) richten hun vizier in de nabije toekomst op Vlaanderen met nieuwe VOD-platformen.  

Door de populariteit van buitenlandse videodiensten en platformen, vloeit een belangrijk deel van de reclame-inkomsten naar het buitenland. In juni 2019 werd hierop een nieuw antwoord geformuleerd met de aankondiging van de Belgian Data Alliance, een samenwerkingsverband waarin uitgeverijen, televisieomroepen en telecomoperatoren zitten voor een megaproject rond gepersonaliseerde reclame. De data-alliantie wil met de tests rond het delen van klantendata trachten om weerwerk te bieden tegen de waargenomen digitale advertentielekken.

Ook de groei van niet-lineaire en online kijkvormen en de mogelijkheid om reclame door te spoelen via de settopbox, zorgen voor een sterke druk op de reclame-inkomsten van de klassieke omroepen. In 2019 bleef ook de Vlaamse Netflix op de politieke agenda staan. Het Vlaams Parlement nam zelfs een decretaal initiatief om de doorgifte van een betalende niet-lineaire televisiedienst mogelijk te maken.

In 2019 werden verdere stappen gezet inzake gepersonaliseerde reclame. In navolging van SBS, dat sinds 2017 werkt aan adressable advertising bij het live tv-kijken, gingen Proximus en Medialaan in 2019 van start met gepersonaliseerde reclame aan mensen die live televisie kijken. Verder wordt targeted advertising gebruikt op VTM GO.

Omdat de regionale omroepen het financieel moeilijk blijven hebben, werden beleidsbijsturingen aangekondigd. Op basis van de principes uit de conceptnota ‘regionale televisieomroepen’ van de Vlaamse Regering van juli 2017 werden enerzijds nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met de Vlaamse regionale televisieomroepen en de koepelorganisatie NORTV afgesloten en anderzijds aanpassingen aan het regelgevende kader goedgekeurd.

Er blijven zaken bewegen in de Vlaamse krantenmarkt. De redactionele websites van kranten zetten sterk in op video. Dit is een duidelijke tendens naar meer convergentie. Dit komt vooral tot uiting bij DPG Media die alle nieuwsredacties wil samenbrengen en kranten-, online- en tv-redacties probeert te integreren. Voorlopig is het de vraag wat hiervan de impact is op zijn digitale merkenstrategie.

In 2018 richtte de minister van Media een Vlaams Journalistiek Fonds (VJF) op. Het project wordt opgestart onder de vleugels van het VVJ en journalismfund.eu.

De titels op de Vlaamse krantenmarkt blijven al jaren dezelfde. Qua eigendom noteren we wel verschuivingen. Roularta nam de 50%-participatie van De Persgroep in Mediafin (uitgever van De Tijd) over.

Door de overname van de Roularta-aandelen in Medialaan maakt Medialaan voortaan integraal deel uit van De Persgroep. Medialaan nam het media-aanbod van De Persgroep Publishing (nu DPG Media Services) over en veranderde van naam naar DPG Media.

De magazinemarkt blijft onstabiel. De convergentie tussen het papieren en digitale medium verloopt minder vlot bij de magazines dan bij de kranten. Er worden beduidend minder digitale edities van tijdschriften verkocht.

In 2018 raakte bekend dat DPG Media uitgeverij Cascade zou overnemen. In 2019 nam De Deeluitgeverij, een start-up, de meeste titels van uitgeverij Cascade over van DPG Media, buiten het tv-weekblad Primo en het wetenschapsblad Eos. Primo werd ondergebracht bij de showbizzcluster van DPG Media. Eos werd verankerd in een redactionele vzw en sloot een overeenkomst af met de Vlaamse overheid.

GMGroup, vooral bekend van Newsmonkey, lanceerde in juli 2019 een nieuw maandblad, Newsweek, een Nederlandstalige versie van het Amerikaanse tijdschrift.

Qua distributie blijft de dagbladhandelaar onder druk staan. De Vlaamse Federatie van Persverkopers (VFP) voerde jaren strijd tegen de overheidscompensaties voor krantenbedeling. In februari 2019 stopte de VFP echter haar juridische procedure voor het Europees Hof van Justitie.

De mogelijkheden van het internet worden door de verschillende mediavormen intensief gebruikt. Sociale media, websites en apps zijn vaste verlengstukken van heel wat mediamerken uit radio, tv en geschreven pers.

Maar het internet wordt meer en meer de eerste plek via dewelke media geconsumeerd wordt. Zowel tv-, radio-, als nieuwscontent worden meer en meer digitaal geconsumeerd. Er bestaan tv-series die enkel op het internet kunnen worden bekeken en er worden vaak exclusieve beelden van populaire tv-shows aangeboden via websites, apps of sociale media. Quasi elk Vlaams mediabedrijf heeft ondertussen minstens één podcast die online raadpleegbaar is.

In de digitale wereld zijn het echter voornamelijk buitenlandse bedrijven die de sleutelposities in handen hebben. De populairste sociale media, appwinkels en zoekmachines in Vlaanderen zijn eigendom van Amerikaanse bedrijven. Dit heeft enkele minder positieve gevolgen voor de Vlaamse mediasector. Om deze concurrentie het hoofd te bieden, gaan Vlaamse reclameregies steeds vaker samenwerken op vlak van online reclame. Zo zijn er gezamenlijke initiatieven als Buymedia.be en Mobilepremium. Het meest recente initiatief is de Belgian Data Alliance.

Qua websites veranderde er het één en ander. DPG Media lanceerde een nieuw gratis video-on-demand-platform, VTM GO, Mediahuis en DPG Media voegden hun jobadvertentieplatformen samen (Jobat en vacature.com) en Proximus moderniseerde zijn televisieaanbod onder de naam Proximus Pickx.

GMGroup, vooral bekend van Newsmonkey, zal in de toekomst verder inzetten op twee nieuwe nieuwsinitiatieven: Newsweek (zie hierboven) en een gratis economische nieuwswebsite BusinessAM.

De digital-only nieuwsmedia blijven op zoek naar goede financieringsmodellen. Charlie Magazine deed een fundraisingactie, Mo*Magazine lanceerde een lidmaatschapsmodel en Apache zette extra in op nieuwe investeringen in hun aandelen.

In februari 2019 lanceerde Google YouTube Kids in ons land, een variant van hun gewone videoplatform, voor kinderen.

Op distributievlak zijn ten gevolge van de nieuwe CRC-marktanalyse kabeloperatoren voortaan verplicht om toegang te verlenen tot een alleenstaande breedbanddienst. Zo zullen ook op retailniveau nieuwe aanbiedingen kunnen ontstaan die gericht zijn op breedbandinternet via de kabel. Het nieuwe glasvezelnetwerk van Proximus (dat geleidelijk aan het kopernetwerk vervangt) wordt eveneens opengesteld.

De Vlaamse netbeheerder Fluvius is gestart met de uitrol van een neutrale glasvezelkabel.

De mobiele app-markt in Vlaanderen fluctueert minder sterk dan de voorgaande jaren. Er werden enkele nieuwe apps ontwikkeld en er verdwenen er enkele.

Wat betreft de distributie van mobiel internet werd Medialaan (nu DPG Media) via dochterbedrijf Unleashed (nu Mobile Vikings) in 2018 de derde full MVNO-operator naast Lycamobile en Vectone. Maar doordat Vectone Mobile in 2019 stopte met zijn diensten, zijn er momenteel slechts 2 full MVNO-operatoren. Hun marktaandeel steeg wel naar 7,6%. Proximus en Orange sloten in juli 2019 een principeakkoord om samen te werken en hun mobiele toegangsnetwerken met elkaar te delen. Het gezamenlijke netwerk zal worden ondergebracht in een 50/50 joint venture, met vestiging in Brussel. De producten en diensten van beide bedrijven blijven strikt gescheiden.

Convergentie en crossmedialiteit zijn een courante zaak geworden in het Vlaamse medialandschap. Merken zijn de belangrijkste ankerpunten geworden, en worden probleemloos van de ene mediavorm naar de andere geëxporteerd.

In het tweede hoofdstuk werden de Vlaamse mediagroepen bestudeerd. Waar deze groepen in het verleden, om sterkere posities te verwerven in een steeds wijzigend medialandschap, wisselende strategische allianties aangingen, stellen we de voorbije jaren vast dat geopteerd wordt voor integratie. Drie mediagroepen (De Vijver Media, Mediahuis en DPG Media) die bestonden uit intersecties van andere Vlaamse mediagroepen werden volledig opgenomen binnen één groep.

Sommige overnames kunnen tot gevolg hebben dat bepaalde samenwerkingen opgezegd worden. Zo verwierf Telenet in 2016 de eigendom over Base. Daardoor moest het niet langer gebruik maken van een MVNO-overeenkomst met Orange om toegang te hebben tot een mobiel telefonienetwerk. Deze overname had ook gevolgen voor DPG Media dat Jim Mobile en Mobile Vikings overnam van Base.

DPG Media Group voerde de samenwerking tussen de Belgische en Nederlandse zusterbedrijven op, terwijl Mediahuis haar activiteiten in 2019 uitbreidde naar Ierland.

Via verticale integratie, d.i. het innemen van posities in andere schakels van de waardeketen, trachten Vlaamse mediagroepen hun positie te versterken. Traditionele distributeurs (Telenet en Proximus) zijn geleidelijk aan actief geworden in contentproductie en/of -aggregatie. In die optiek past ook de volledig overname van De Vijver Media door Telenet. Verder begeven beide organisaties zich ook op de gamingmarkt.

Tezelfdertijd neemt DPG Media (oorspronkelijk actief in de schakels contentproductie en aggregatie) via Stievie en de overname van Jim Mobile en Mobile Vikings posities in de schakel distributie in.

Zoals ook in hoofdstuk 1 beschreven, richten de groepen zich met nicheproducten steeds meer tot specifieke doelgroepen. Dit heeft soms tot gevolg dat de groep het portfolio gericht uitbreidt (bv. Roularta dat met de overname van de Tijd haar financieel- economisch aanbod versterkt), of dat activiteiten die niet meer in het verhaal passen afgestoten worden.

In het tweede hoofdstuk onderzocht de VRM ook de cumulatie van mandaten van personen die als wettelijke functiehouder bij mediaondernemingen optreden. In de context van het lokale radiolandschap was er vroeger sprake van concentraties aan mandaten. Na het decretaal ingrijpen en de hertekening van het radiolandschap stellen we vast dat de macht bij de lokale radio’s veel minder geconcentreerd zit dan voorheen. Daarbij hoort wel de bedenking dat de onderlinge persoonlijke relaties van functiehouders niet in kaart gebracht kunnen worden.

De verhoudingen binnen de Vlaamse mediasector werden in het derde hoofdstuk aan de hand van een aantal indicatoren gekwantificeerd.

Volgens de SCV-survey en Digimeter blijft de gemiddelde Vlaming het medium radio gebruiken om zich op de hoogte te stellen van de actualiteit, maar doet hij dat minder frequent.

Financieel gezien blijft de radiosector het redelijk goed doen, hoewel de bedrijfswinst voor het tweede jaar op rij een lichte knik kreeg. Radio ondervindt een beperktere invloed van de concurrentie van het internet op zijn reclame-inkomsten en blijft alomtegenwoordig in het dagelijkste leven van vele Vlamingen.

De vaststelling van de vorige jaren omtrent concentratie in de radiosector blijft bestaan. De concentratie is erg groot. Dit komt o.a. door de bijzonder sterke positie van de VRT.

Dit concentratieprobleem wordt deels veroorzaakt door de beperkte beschikbaarheid van radiospectrum. Met de overschakeling naar digitale radio kan er wel meer plaats komen voor meer radioconcurrentie. DAB-radio is echter nog niet zo sterk ingeburgerd. Opmerkelijk is wel dat het maandelijks luisteren via een DAB of DAB+-set in 2018 verdubbelde naar 10%.[424] Dit kan mogelijkerwijze verklaard worden door de beleidsmatige initiatieven die in 2018 ondernomen werden inzake de digitalisering van de radiosector.

Het wordt uitkijken of met de komst van de vier netwerkradio’s het radiolandschap daadwerkelijk meer divers en minder geconcentreerd zal worden. Dat Nostalgie rechtstreeks onder een grote speler als Mediahuis valt, en ook de netwerkradio NRJ Vlaanderen onder gedeeld aandeelhouderschap van SBS Belgium en Mediahuis valt, zou er ook voor kunnen zorgen dat de overheersing van VRT en DPG Media sterker betwist wordt.

Ook de online populariteit van radiomerken werd bestudeerd. Het overwicht van VRT is ook hier frappant. We kunnen tevens concluderen dat de radio-omroepen die zich richten op een jong publiek het meeste bezoekers lokken naar hun website en het meeste volgers hebben op sociale media.

Volgens de cijfers van de SCV-survey gebruikte 95% van de Vlaamse bevolking de televisie om op de hoogte te blijven van de actualiteit. Uit de Digimeter 2018 blijkt dat 48% (-2%) van de Vlamingen beweert dagelijks lineair/live te kijken, 30% (+3%) beweert dagelijks uitgesteld te kijken.

Ondanks het opduiken van nieuwe vormen van tv-consumptie zoals Netflix lijken de traditionele televisieomroepen momenteel nog steeds stand te houden. Uit de cijfers blijkt evenwel dat het merendeel van de Vlamingen digitale televisie en diensten zoals Netflix aanschouwen als complementaire platformen.

Ten gevolge van innovaties en de opkomst van (internationale) tech- en televisieplatformen zijn de inkomstenmodellen voor televisie gewijzigd. Hierdoor onstaan er frequent spanningen rond de verdeling van de inkomsten tussen de spelers binnen de verschillende schakels in de keten. Contentproducenten, aggregatoren en distributeurs willen elk een zo groot mogelijk aandeel van de inkomsten opeisen. Vooral contentproducenten en distributeurs lijken in een bevoorrechte positie te zitten. Voorlopig zien we uit de financiële cijfers dat vooral de regionale omroepen het moeilijk hebben en de distributeurs zeer winstgevend zijn.

Telenet, als dominante speler op de distributiemarkt, blijft ook op andere schakels van de waardeketen een belangrijkere positie innemen. Zo heeft het De Vijver Media volledig overgenomen. Telenet investeert, net zoals concurrent Proximus, meer en meer in televisiecontent. Anderzijds begeeft DPG Media, die voordien vooral als contentproducent en aggregator actief was, zich ook op het distributiepad.

Als we kijken naar de concentratiemaatstaven binnen de televisiesector zien we dat er bij de productiehuizen een lage concentratiegraad heerst. Bij de televisieomroepen is de mediagroepenconcentratie sterker, hoewel de HHI-index in 2018 0,2472 (‘matig geconcentreerd’) bedroeg. Uit de concentratie-indexen van de tv-zenders van de voorbije tien jaar zien we dat de vier grootste zenders (Eén, Canvas, VTM en VIER) nauwelijks aan marktaandeel inboeten, maar dat er wel enkele kleine zenders zijn bijgekomen. In de distributiesector is er ook een hoge mate van concentratie. De alternatieve operator Orange wint met mondjesmaat terrein, maar aan de andere kant slaagt het over-the-top initiatief Stievie er nog niet echt in om de Vlaming te overtuigen.

De gedrukte pers blijft door een moeilijke periode gaan wegens onder andere dalende verkoopcijfers en dalende advertentieopbrengsten. Dit is vooral problematisch voor de magazinemarkt en de gratis pers. Mediabedrijven proberen dit te counteren via consolidatie en digitalisering, zowel van producten als processen. Wederom blijkt uit de financiële cijfers dat het de grote distributeurs voor de wind gaat. Dat de markt in handen van quasi 1 grote speler is, die bovendien veel meer activiteiten ontplooit dan het verdelen van geschreven pers, heeft hier alles mee te maken. De kleine onafhankelijke krantenwinkels daarentegen hebben het erg moeilijk.

Ook de winstgevendheid van het grootste persagentschap Belga staat onder druk, vooral ten gevolge van een stijging van de lasten. Er was in 2019 onrust onder het personeel. Dat legde in maart het werk neer nadat bekend was geraakt dat drie personen ontslagen worden.

Bij de dagbladen wordt de daling in gedrukte verkoop voor een stuk gecompenseerd door stijgende digitale verkoopcijfers. Bij de zogenaamde kwaliteitskranten (De Tijd, De Standaard en De Morgen) ligt de digitale verkoop het hoogst, en heeft de digitale verkoop een belangrijk aandeel in de totale verkoop ingenomen. Op die manier verkopen de drie kwaliteitskranten tezamen méér kranten in 2018 dan in 2014. De populaire en regionale titels (Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad, Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg) verkopen minder digitale kranten en hun totale betaalde verspreiding is dan ook gedaald de afgelopen vijf jaar.

De introductie van digitale tijdschriften komt niet van de grond. De sterk dalende gedrukte verkoop van magazines wordt absoluut niet opgevangen door het digitale luik.

De concentratie bij de uitgeversgroepen van kranten is sterk toegenomen door de oprichting van Mediahuis in 2013. De 7 belangrijkste betalende Vlaamse kranten worden sindsdien uitgegeven door slechts twee uitgeverijen, DPG Media en Mediahuis. Dat veranderde in 2018 toen de participatie van DPG Media in Mediafin overgenomen werd door Roularta. Dit zorgt in 2018 voor een kleine daling van de mediaconcentratie. Er zijn nu weer drie mediagroepen actief in de Vlaamse krantenwereld: Mediahuis, DPG Media en Roularta.

De concentratie bij de uitgeversgroepen van magazines is sterk toegenomen sinds 2015. Momenteel zijn er drie spelers die bijna 100% van de markt in handen hebben: DPG Media, Roularta en Drukkerij en Uitgeverij Halewijn. In het algemeen blijft het concentratieniveau bij tijdschriften wel lager dan dat op de dagbladmarkt, zeker wat betreft titels. We zien de indexen volgens groep wel meer en meer stijgen naar dezelfde niveaus. Het is belangrijk om hierbij op te merken dat niet de volledige markt in deze concentratiemaatstaven is opgenomen, maar enkel de 20 best verkopende titels.

Wat nog opvalt in de magazinemarkt is dat qua sociale media en zeker websitebezoeken Roularta uitgesproken marktleider is, terwijl op het vlak van betaalde verspreiding DPG Media de grootste is.

Het is moeilijk om concentratie te meten op het internet, aangezien de surfer veel meer websites kan bezoeken dan diegene die in dit hoofdstuk besproken worden en gemakkelijk naar meerdere websites kan surfen. Toch merken we wat websites van Vlaamse mediagroepen betreft, een hoge concentratie op vlak van groepen en een lage concentratie op vlak van websites. De nieuwsmedia zijn erg populair, hun websites worden het meest bezocht. Ook op sociale media doen zij het goed, samen met radio- en tv-merken Studio Brussel, VTM, één en Qmusic. In tegenstelling tot de merken van de geschreven pers vertaalt de populariteit van deze merken zich op sociale media niet in websitebezoeken.

Ook dit jaar werden de prijzen van Vlaamse mediaproducten bestudeerd. De kosten voor radio, televisie en geschreven pers zijn in 2018 opnieuw gestegen, en dit sneller dan de index der consumptieprijzen. Vooral de krantenprijzen stijgen de laatste jaren fel. De onrechtstreekse kosten om van mediaproducten te genieten, zoals de kosten voor een computer of een mobiele telefoon zijn evenwel gedaald (met uitzondering van de stijgende elektriciteitskosten).

Ten slotte werd de Vlaamse mediasector ook gesitueerd in een internationale context. Door de taalbarrière is het voor Vlaamse mediaondernemingen niet evident om activiteiten in het buitenland te ontplooien. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er vaak naar de Nederlandse markt wordt gekeken. Njam! Nv lanceerde bijvoorbeeld in juli 2019 onder de naam njam! het Nederlandse equivalent van de gekende Vlaamse kookzender Njam!. DPG Media Group en Mediahuis zijn de twee grootste uitgevers in Nederland, ze bezitten samen bijna 90% van de Nederlandse dagbladmarkt. Qmusic is ondertussen ook een vaste waarde geworden in Nederland.

Er wordt meer en meer over de taalgrens getrokken. Roularta Media Group is er zeer aanwezig en ook de Vlaamse tv-scène zoekt toenadering tot de Waalse markt (bv. Studio 100 via Proximus en Dobbit TV). Transfer is quasi als enige reclameregie ook actief in Wallonië. Telenet nam in 2017 SFR Belux over en breidt dus zijn kabelvoetafdruk uit in Brussel, een deel van Wallonië en Luxemburg.

Mediahuis kocht in 2019 het Ierse Independent News & Media. Het is de eerste Vlaamse krantenuitgever die op de Engelstalige markt actief wordt.

De belangrijkste radio-omroeporganisaties in Vlaanderen zijn in Vlaamse handen. Wel is sinds september 2018 een Vlaamse poot, NRJ Vlaanderen, van het Frans commercieel radiostation NRJ aanwezig. Norkring zendt ook de Engelstalige BBC World Service Radio uit op het Vlaamse DAB+-netwerk. In de radiodistributiemarkt zijn wel enkele buitenlandse ondernemingen actief. Het betreft hier het Nederlandse Broadcast Partners en het Noorse Norkring.

De internationalisering van de tv-markt neemt toe, in elk onderdeel van de waardeketen duiken internationale spelers op. Het productiehuis De Mensen kwam in 2019 voor 60% in handen van de Franse groep Newen, die op haar beurt een dochter is van de Franse zender TF1. Maar ook bij de rechtenverwerving (bv. Discovery Communications), omroepen (bv. Viceland), distributie (bv. Norkring) en OTT-diensten (bv. Netflix) vinden we internationale spelers terug.

Er is weinig directe buitenlandse aanwezigheid in de Vlaamse geschreven pers. Verschillende Vlaamse magazines kennen wel hun oorsprong in een buitenlands concept. In 2019 lanceerde GMGroup de Nederlandstalige versie van het Amerikaanse tijdschrift Newsweek. Als gevolg van de overname van Telegraaf Media Groep is de Nederlandse familie Van Puijenbroek de derde aandeelhouder van Mediahuis.

Wat het internet betreft, situeert de controle zich voornamelijk in het buitenland. Denk maar aan sociale media en zoekmachines. We zien ook dat Vlaamse contentaanbieders meer en meer samenwerkingen aangaan met buitenlandse contentaanbieders, zoals Telenet met het Amerikaanse HBO of DPG Media met het Britse streamingplatform Walter Presents.

Als we een blik werpen op het onderzoek naar lokale journalistiek zien we een stijging van het private lokale nieuwsmedia-aanbod. Ook het percentage digital-only initiatieven op het totaal aantal private lokale nieuwsmedia stijgt. Tot slot zijn er ook meer lokale nieuwsmedia die gesubsidieerd worden vanuit de lokale overheid.

Hoewel er niet één speler is die de hele Vlaamse mediasector domineert, blijken veel vormen van horizontale, verticale of crossmediale concentratie te bestaan in en tussen een aantal segmenten van verschillende Vlaamse mediavormen. Voor de aggregatie van klassieke mediaproducten is 80 tot 100% van de markt in handen van slechts vijf mediagroepen: VRT, DPG Media, Mediahuis, Roularta Media Group en De Vijver Media.

De bestaande maatregelen om de diversiteit in het Vlaamse medialandschap te bevorderen werden, samen met een aantal voorstellen geformuleerd om in de toekomst nog beter naar de diversiteit van het Vlaamse medialandschap toe te werken. Sommige van deze voorstellen waren reeds in eerdere rapporten vermeld. Een aantal voorstellen kregen extra aandacht door middel van arcering en werden opgenomen als beleidsaanbeveling.

Met deze voorstellen wordt geanticipeerd op een mogelijk gevaar voor de concentratie en/of diversiteit binnen de Vlaamse mediasector. Ze kunnen verder uitgewerkt worden wanneer het beleid effectief van oordeel is dat er actie vereist is.

Onder de categorie restricties werden mogelijke maatregelen vermeld omtrent gatekeepers, met voor het eerst aandacht voor prominence, het uniformiseren van regelgeving omtrent reclame en mogelijke restricties omtrent het aantal DAB+-zenders.

Als vorm van tegengewicht blijft, indien het nodig geacht wordt om tv-omroepen beschikbaar te stellen aan dienstenverdelers, de piste van de must-offerverplichtingen een mogelijke remedie. De VRM signaleert in dit kader de kwestie dat laster en eerroof als strafbare feiten gezien worden als een risico voor de vrije meningsuiting, zeker ingeval de afschaffing van het Assisenhof op tafel komt. Ook anti-slapp wetgeving zou de vrije meningsuiting van de journalist kunnen vrijwaren.

Het media-ecosysteem is de laatste jaren ingrijpend veranderd en zodoende zou het niet onverstandig zijn om zowel het evenementenbesluit als bepaalde elementen inzake het recht op vrije informatiegaring aan een evaluatie te onderwerpen.

Ook een mogelijk beperkend mechanisme op investeringen van dienstenverdelers in coproducties van de eigen mediagroep wordt als mogelijk instrument overgenomen uit vorige rapporten.

De opdracht van MediAcademie is momenteel vooral gericht op het ondersteunen van opleidingen voor kwaliteitsvolle journalistiek. Die opdracht zou meer geënt kunnen worden op de journalisten zelf i.p.v. op mediabedrijven. Opleidingen van mediabedrijven zouden ook opengesteld kunnen worden voor alle journalisten.

Om een gelijk speelveld te creëren, is het nu het monumentum om de stem van het Vlaamse beleid te laten horen wat betreft de distributiesteun.

In het kader van de uitbreiding van de stimuleringsregeling wil de VRM aanstippen dat het, om een level playing-field te creëren tussen enerzijds de dienstenverdelers (art. 184/1 Mediadecreet) en de niet-lineaire televisieomroep-organisaties (art.157 Mediadecreet), aangewezen is om ook de huidige procedures en voorwaarden t.a.v. de dienstenverdelers te evalueren, aangezien deze ingevoerd werden op basis van toenmalige media-ecosysteem. Ondertussen heeft het media-ecosysteem heel wat transities ondergaan.

Op het vlak van transparantie is er de suggestie om meer mogelijkheden te creëren om gegevens op te vragen bij mediaspelers, de informatiebehoefte over tv-kijken via internet in kaart te brengen, meer samenwerking tussen beleidsniveaus te stimuleren en eigendomstransparantie te handhaven.

De VRM beveelt ook aan om overkoepelend inhoudsonderzoek te faciliteren om op een structurele manier in kaart te brengen wat de evolutie is op het vlak van nieuwsdiversiteit tussen de titels.

Tot slot wil de VRM het beleid er graag op wijzen dat er regelgeving uitgevaardigd kan worden om in bepaalde gevallen een ‘public value test’ op te leggen bij fusies, overnames en samenwerkingsverbanden tussen mediabedrijven.



[424] Imec Digimeter 2018, “Digitale Mediatrends in Vlaanderen”, 2018, pp. 40. Het Digimeter rapport brengt elk jaar het bezit & gebruik van media(technologie) bij Vlamingen in kaart.