5.2. Marktdefinitie en -analyse / CRC

5.2.1. Algemeen kader

Het in 2002 aangenomen Europees regelgevend kader voor elektronische communicatienetwerken[6] gaf de nationale regelgevende instanties (NRI’s) een aantal opdrachten, onder meer met betrekking tot het aflijnen van de relevante markten, het analyseren van deze relevante markten en het opleggen (waar passend) van verplichtingen inzake toegang en interconnectie aan ondernemingen met aanmerkelijke marktmacht op een aantal deelmarkten binnen de telecomsector.

Als gevolg van de federale staatsstructuur en de organisatie van de bevoegdheidsverdeling zijn er in België meerdere NRI’s actief. Van het Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie (BIPT), de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM), de Conseil Supérieur de l’Audiovisuel (CSA) van de Franse Gemeenschap en de Medienrat van de Duitstalige Gemeenschap wordt verwacht dat zij deze markten analyseren.


[6] Aanbeveling van de Commissie van 17 december 2007 betreffende relevante producten- en dienstenmarkten in de elektronische communicatiesector die overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en –diensten aan regelgeving ex ante kunnen worden onderworpen, Pb. L. 28 december 2007, afl. 344, 65.  

Vlaanderen

Doordat het Grondwettelijk hof bij arrest [7] van 13 juli 2005 het betreffende deel van het Vlaamse Mediadecreet had vernietigd, ontbrak het de VRM tot eind 2007 aan de rechtsgrond om deze taak uit te voeren. De vernietiging had betrekking op artikel 18 van het decreet van 7 mei 2004, dat de artikelen 122 tot 156 van het Mediadecreet omvat. Het arrest handhaafde de gevolgen van de vernietigde bepaling tot de inwerkingtreding van een in gemeenschappelijk overleg tussen de federale staat en de gemeenschappen tot stand gekomen regeling en uiterlijk tot 31 december 2005 (het “samenwerkingsakkoord”).

De rechtsgrond om de marktanalyse uit te voeren werd in 2007 alsnog aan de VRM toegekend met het artikel 2 van het decreet van 25 mei 2007 over de wijziging van sommige bepalingen van de decreten over de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005[8]. De Vlaamse Regering heeft op 9 november 2007 besloten dit artikel in werking te laten treden op 15 november 2007[9].


[7] Grondwettelijk hof, arrest nr. 128/2005, 13 juli 2005, Belgisch Staatsblad, 5 augustus 2005.

[8] Decreet houdende de wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005, Belgisch Staatsblad, 29 juni 2007, p.35965.

 [9] Besluit van 9 november 2007 houdende de inwerkingtreding van artikel 2 van het decreet van 25 mei 2007 houdende de wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005, en van artikelen 169, §2, 7° en 8° van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005, Belgisch Staatsblad, 23 november 2007, p. 58594.  

Samenwerkingsakkoord met andere NRI's

Het eerder aangehaalde samenwerkingsakkoord van 17 november 2006, is in werking getreden na de publicatie van de instemming door het federale Parlement, het Vlaams Parlement en de parlementen van de Duitstalige en de Franse Gemeenschap op respectievelijk 28 december 2006, 2 juli 2007, 6 augustus 2007 en 19 september 2007. Om te kunnen overgaan tot effectieve samenwerking was bovendien de inwerkingtreding van het (volledige) Vlaamse hersteldecreet van 15 november 2007 vereist. Het samenwerkingsakkoord voorziet in de oprichting van een Conferentie voor Regulatoren voor de Elektronische Communicatiediensten (CRC).  

5.2.2. Activiteiten in 2012

 Besluiten marktanalyse

In het voorjaar van 2010 ging de VRM over tot het analyseren van de markt van omroepsignaaltransmissie. Op 21 december 2010 publiceerde de VRM op zijn website de ontwerptekst die betrekking had op de analyse van de markt voor televisieomroep in het Nederlandstalig landsgedeelte.

Na de nationale consultatie werd een aangepaste versie van de analyse meegedeeld aan de Belgische telecomregulator BIPT en de gemeenschapsregulatoren CSA en Medienrat (zoals voorzien in het samenwerkingsakkoord van 17 november 2006). Naar aanleiding van deze voorlegging werd het dossier aanhangig gemaakt bij de CRC. Tijdens een bijeenkomst van de CRC werd een aantal aanpassingen overeengekomen, vervolgens nam de CRC de ontwerpbeslissing van de VRM over.

Op 1 juli 2011 heeft de CRC een beslissing genomen over de analyse van de markt voor televisieomroep in het Nederlandse taalgebied. In die beslissing worden een aantal verplichtingen opgelegd aan de operatoren met een sterke machtspositie: Telenet, Tecteo en Numericable. Deze operatoren moeten hun netwerk openstellen voor alternatieve operatoren door volgende diensten aan te bieden: 

  • toegang tot een doorverkoopaanbod voor hun analoge-televisieaanbod
  • toegang tot hun digitale-televisieplatform
  • toegang tot een doorverkoopaanbod voor breedbandinternet

Bijkomend zijn deze operatoren ook onderworpen aan een transparantieverplichting waardoor ze een openbaar referentieaanbod bij deze drie wholesale toegangsverplichtingen moeten ontwikkelen.

Op 1 februari 2012 werden er voorstellen voor een referentieaanbod ingediend door Telenet, Tecteo en Numericable. Ze bleken onwerkbaar door hun onvolledigheid. Een werkgroep trad in overleg met de operatoren. In het najaar leverden de kabeloperatoren nieuwe referentieaanbiedingen in. Op basis hiervan werd door de VRM een ontwerp van beslissing opgemaakt en op 21 december 2012 op de VRM-website gepubliceerd. Belanghebbenden konden tot februari 2013 hun opmerkingen kenbaar maken. Deze commentaren zullen in de uiteindelijke beslissing in overweging genomen worden.

Samenwerking met andere NRI's

In het kader van het samenwerkingsakkoord werden in 2012 door het BIPT aan de VRM en de andere gemeenschapsregulatoren een aantal ontwerpbeslissingen voorgelegd, namelijke documenten m.b.t.:

  • de toekenning aan BUCD bvba van gebruiksrechten voor de frequentieband 2575-2620 MHz voor het aanbieden van elektronische communicatiediensten op het Belgisch grondgebied.
  • de toekenning aan Mobistar NV van gebruiksrechten voor de frequentieband 2550-2750/2670-2690 MHz voor het aanbieden van elektronische communicatiediensten op het Belgisch grondgebied.
  • de toekenning aan KPN NV van gebruiksrechten voor de frequentieband 2535-2550/2655-2670 MHz voor het aanbieden van elektronische communicatiediensten op het Belgisch grondgebied.
  • de ingebrekestelling van KPN-groep Belgium inzake de niet-naleving van artikel 3 § 8 van het koninklijk besluit van 18 januari 2011 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van de vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie.
  • het referentieaanbod aangaande het multicast-alternatief.
  • de definitie van markten, de analyse van de concurrentievoorwaarden, de identificatie van de operatoren met een sterke machtspositie en de bepaling van de gepaste verplichtingen voor markt 1 uit de lijst bij de aanbeveling van de Europese Commissie van 17 december 2007 : 'Toegang tot het openbare telefoonnet op een vaste locatie'.
  • vergunning aan ONAIR Switzerland SARL om het frequentiespectrum te gebruiken dat in Europa is toegewezen voor mobiele communicatiediensten aan boord van luchtvaartuigen die over het Belgisch grondgebied vliegen.
  • vergunning aan Telenor Mobile Aviation om het frequentiespectrum te gebruiken dat in Europa is toegewezen voor mobiele communicatiediensten aan boord van luchtvaartuigen die over het Belgisch grondgebied vliegen.
  • vergunning aan Row 44 Inc. om het frequentiespectrum te gebruiken dat in Europa is toegewezen voor mobiele communicatiediensten aan boord van luchtvaartuigen die over het Belgisch grondgebied vliegen. 

De VRM heeft voor geen van deze dossiers opmerkingen geformuleerd bij de ontwerpbesluiten.