Inleiding

De Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) publiceert jaarlijks een toezichtsrapport over de naleving door de openbare omroep van de beheersovereenkomst met de Vlaamse Gemeenschap. Het voorliggende toezichtsrapport [1] heeft betrekking op de beheersovereenkomst 2007-2011 van de openbare omroep met de Vlaamse Gemeenschap, en behandelt het werkingsjaar 2011 van de VRT. Het door de VRM uitgevoerde toezicht betreft de inhoudelijke bepalingen van de beheersovereenkomst en is niet van financiële of budgettaire aard.[2] Het toezicht door de VRM is complementair met de supervisie door de gemeenschapsafgevaardigde in opdracht van de Vlaamse Regering.

Voor de realisatie van dit toezichtsrapport werd gewerkt met halfjaarlijkse rapporteringen. De VRM beoordeelt in dit rapport de mate waarin de openbare omroep de performantiemaatstaven, die onder deze titel zijn opgenomen in de beheersovereenkomst, en de afgeleide performantiemaatstaven, die in de tekst van de beheersovereenkomst verweven zijn, werden behaald. De VRM maakte hierbij gebruik van het door beide partijen ontwikkelde afsprakenkader. Door de VRT werden zowel cijfergegevens als beschrijvende passages aan de VRM meegedeeld. De cijfergegevens zijn zowel afkomstig van de PPM-studie (Portable People Meter-studie), CIM als van de Studiedienst van de VRT. De cijfergegevens van de Studiedienst van de VRT werden door de VRM steekproefsgewijs geverifieerd. Deze controle gebeurt via het opvragen van playlists na uitzending.

Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de overgemaakte playlists van de VRT (voor zowel radio als televisie)en de opnames die door de VRM steekproefsgewijs zijn gemaakt. Uit deze controle blijkt dat de gegevens die de VRT overmaakt overeen komen met de controledata van de VRT.
Deze controle gebeurt zowel in het kader van het gamma cultuuruitingen en educatie via de generalistische televisiekanalen als voor de Vlaamse muziekproducties op radio.

In het eerste deel van dit rapport worden de performantiemaatstaven, zoals opgenomen in de beheersovereenkomst tussen de VRT en de Vlaamse Gemeenschap, besproken. In het tweede deel worden de hieraan gelinkte passages uit de beheersovereenkomst geanalyseerd. Het rapport eindigt met de conclusie en aanbeveling door de VRM. Deze aanbeveling moet de openbare omroep in staat stellen de naleving van de beheersovereenkomst met de Vlaamse Gemeenschap verder te optimaliseren en de VRM de mogelijkheid bieden om het toezicht nog beter uit te voeren.
 

[1]Conform artikel 218, § 2, 9°, van het decreet betreffende de radio-omroep en de televisie van 27 maart 2009, houdt de algemene kamer van de Vlaamse Regulator voor de Media toezicht op de naleving door de openbare omroeporganisatie van de beheersovereenkomst met de Vlaamse Gemeenschap, en rapporteert hier jaarlijks over aan de Vlaamse Regering.

[2]In de Memorie van Toelichting van het ontwerp van decreet houdende de oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Regulator voor de Media en houdende wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005 staat het volgende inzake het nieuwe artikel 169 (stuk 464 nr. 1, p. 9): “Tenslotte treedt de algemene kamer ook op als onafhankelijk orgaan dat toezicht houdt op de naleving van de beheersovereenkomst door de openbare omroep. Het gaat niet om een financieel of een budgettair toezicht, wel om een toezicht op de naleving van de inhoudelijke bepalingen van de beheersovereenkomst. Hierover wordt jaarlijks gerapporteerd aan de Vlaamse Regering. Deze bevoegdheid van de VRM is complementair met het toezicht door de Vlaamse Regering via de gemeenschapsafgevaardigde zoals geregeld in artikel 25 van de gecoördineerde decreten.”