Niet conform de regelgeving uitzenden van sponsoring en productplaatsing: VRM legt PlattelandsTV boete op van 1.000 euro

Korte samenvatting van de beslissing: 

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (14 oktober 2020, 17u-23u), waaronder PlattelandsTV (NV Plattelands TV).

Sponsorvermelding die aanzet tot consumptie

Tijdens de onderzochte periode wordt een sponsorvermelding uitgezonden die door gebruik van een specifiek promotioneel element aanzet tot consumptie.

De VRM dient steeds in concreto te beoordelen, op basis van het geheel van voorliggen feiten, of een sponsorvermelding als niet een rechtstreeks koopbevorderende boodschap bevat, hetgeen overeenkomstig de decretale sponsorbepalingen en met name artikel 91, eerste lid, 2°, van het Mediadecreet verboden is.

Anders dan PlattelandsTV aanvoert, is de voorliggende boodschap geen louter imago-ondersteunende slogan of baseline en gaat het hier niet om een echte, pure slogan die het merk ondersteunt.

De VRM besluit dan ook dat de betrokken sponsorvermelding een wervend karakter heeft, de kijker rechtstreeks aanspoort tot aankoop en niet beantwoord aan de bepalingen van artikel 2, 42, van het Mediadecreet. Bijgevolg heeft Plattelands TV een inbreuk begaan op artikel 91, 2°, van het Mediadecreet.

Niet conform de regelgeving uitzenden van productplaatsing

Eveneens wordt  tijdens de onderzochte periode het programma ‘Tractor in de kijker – Kramer wiellader’ uitgezonden. Dit programma met een duurtijd van 5 minuten en 30 seconden, staat volledig in het teken van de voorstelling van een specifieke wiellader van het merk Kramer. Het betreft een machine die voornamelijk geschikt is voor landbouwwerkzaamheden, en daardoor nuttig en interessant is voor een deel van het doelpubliek van de omroep. In dit programma is de aanwezigheid van productplaatsing onmiskenbaar.

Programma’s die productplaatsing bevatten mogen niet rechtstreeks aansporen tot aankoop of huur van goederen of diensten, in het bijzonder door die producten of diensten specifiek aan te prijzen (artikel 100, § 1, 2°, van het Mediadecreet), de producten of diensten in kwestie mogen geen overmatige aandacht krijgen (artikel 100, § 1, 3°, van het Mediadecreet) en de kijkers moeten duidelijk worden gewezen op de aanwezigheid van productplaatsing, zowel in het begin en op het einde van het programma, als na een onderbreking (artikel 100, § 1, 4°, van het Mediadecreet). Bij besluit van 10 september 2010 heeft de Vlaamse Regering hiervoor een specifiek logo goedgekeurd en de manier verduidelijkt waarop dit PP-logo in beeld moet worden gebracht. 

De VRM oordeelt dat PlattelandsTV bij de uitzendingen van het betroffen programma een inbreuk heeft begaan op artikel 100, § 1, 2°, 3° en 4°, van het Mediadecreet en artikel 2,1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 betreffende het gebruik van een logo voor de aanduiding van productplaatsing.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met eerdere beslissingen waarbij de omroeporganisatie voor gelijkaardige inbreuken werd gesanctioneerd.

De VRM besluit een administratieve geldboete van 1.000 euro op te leggen.

Mediadecreet

“ In dit decreet wordt verstaan onder :

5° commerciële communicatie : beelden of geluiden die dienen om rechtstreeks of onrechtstreeks de goederen, diensten of het imago van een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een economische activiteit verricht, te promoten. Dergelijke beelden of geluiden vergezellen of maken deel uit van een programma, tegen betaling of een soortgelijke vergoeding of voor zelfpromotie. Vormen van commerciële communicatie zijn onder meer reclame, sponsoring, telewinkelen en productplaatsing.”

“In dit decreet wordt verstaan onder :

30° productplaatsing : elke vorm van audiovisuele commerciële communicatie die bestaat in het opnemen van of het verwijzen naar een product of dienst of een desbetreffend handelsmerk binnen het kader van een televisieprogramma."

"In dit decreet wordt verstaan onder:

41° sponsoring: elke bijdrage van een publieke of particuliere onderneming, een overheid of een natuurlijke persoon die zich niet bezighoudt met het aanbieden van omroepdiensten of mensen met de vervaardiging van audiovisuele of auditieve producties, aan de financiering van omroepdiensten of programma's met het doel zijn of haar naam, handelsmerk, imago, activiteiten of producten meer bekendheid te geven."

Artikel 91, 2°, van het Mediadecreet schrijft voor:

"Gesponsorde omroepdiensten en programma's moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:

2° ze sporen niet rechtstreeks aan tot aankoop of huur van goederen of diensten, in het bijzonder door die goederen of diensten specfiek aan te prijzen."

“Productplaatsing is toegestaan ten aanzien van :

1° het opnemen of het verwijzen naar een product of dienst of een desbetreffend handelsmerk tegen betaling. In voorkomend geval is productplaatsing enkel toegestaan in (televisie)films, series, sportprogramma’s en lichte amusementsprogramma’s, met uitzondering van kinderprogramma’s;

2° goederen of diensten die gratis worden geleverd, zoals productiehulp en prijzen, met het oog op de opneming ervan in een programma. In voorkomend geval is productplaatsing toegestaan in alle soorten programma’s, behoudens in alle kinderprogramma’s van de openbare omroeporganisatie van de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Regering kan dit verbod uitbreiden tot de kinderprogramma’s van de andere omroeporganisaties."

‘De programma's die productplaatsing bevatten, voldoen aan al de volgende voorwaarden:

1° de inhoud en, in geval van lineaire uitzendingen, de programmering ervan, worden nooit dusdanig beïnvloed dat de verantwoordelijkheid en de redactionele onafhankelijkheid van de omroeporganisatie worden aangetast;

2° ze sporen niet rechtstreeks aan tot aankoop of huur van goederen of diensten, in het bijzonder door die producten of diensten specifiek aan te prijzen;

3° het product of de dienst in kwestie krijgt geen overmatige aandacht;

4° als het programma in kwestie is geproduceerd of besteld door de omroeporganisatie zelf of door een aan hem verbonden onderneming, worden de kijkers duidelijk gewezen op de aanwezigheid van productplaatsing. Het programma in kwestie wordt in het begin en op het einde ervan, en als het na een reclamepauze wordt hervat, op passende wijze als zodanig aangeduid om verwarring bij de kijkers te voorkomen. De Vlaamse Regering kan daarover nadere regels bepalen.’

‘Artikel 1. Omroeporganisaties wijzen de kijkers op de aanwezigheid van productplaatsing in de programma's zoals vermeld in artikel 100, § 1, 4°, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie, door het tonen van het logo dat in de bijlage bij dit besluit is opgenomen.

Art. 2. De manier waarop het logo, vermeld in artikel 1, in beeld wordt gebracht, voldoet aan de volgende criteria:

1° het wordt op een duidelijke en contrasterende wijze gedurende ten minste vijf seconden ononderbroken in beeld gebracht in het begin van het programma, op het einde van het programma en na elke hervatting van het programma na een reclamepauze;

2° het wordt rechts bovenaan of rechts onderaan in beeld gebracht en voldoet aan de volgende minimumnormen :

a) grootte : 1) SD : breedte 35 px en hoogte 35 px;

2) HD : - resolutie 720 lijnen : breedte 42 px en hoogte 42 px; - resolutie 1080 lijnen : breedte 63 px en hoogte 63 px; b) kleur : 255 (R) 255 (G) 255 (B) / 0 (R) 0 (G) 0 (B); c) transparantie : 45 %.

Art. 3. Het logo, vermeld in artikel 1, wordt op een neutrale manier in beeld gebracht. De aanduiding van de aanwezigheid van productplaatsing in een programma mag de producten of de diensten waarop de productplaatsing betrekking heeft, niet vermelden of vertonen.’

Bijlage. Het logo voor productplaatsing, vermeld in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende het gebruik van een logo voor de aanduiding van productplaatsing.

Partij 1:
VRM
Partij 2:
NV Plattelands TV
Kamer:
Algemene kamer
Datum publicatie: 18 februari 2021
Beslissingsnummer:
2021-002
Type procedure: