4.2. Beslissing 2012/004: Klacht G.J. tegen NV VRT (Eén - het Journaal)

Op 19 december 2011 werd een klacht ingediend tegen de NV VRT. De klacht heeft betrekking op de een nieuwsitem uit het ‘Journaal’ van 4 december 2011 (omroepprogramma Eén). De klager is van mening dat het nieuwsbericht foutieve en onvolledige informatie bevat, enerzijds over het standpunt van de republikeinse presidentskandidaat Gingrich en anderzijds over de uitspraken van Howard Gutman, de Amerikaanse ambassadeur in België. Volgens de klager worden de ambassadeur woorden in de mond gelegd met betrekking tot de houding van de Joden tegenover de moslims.

De kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen komt tot de bevinding dat niet is aangetoond  dat het belang dat de klager inroept verschilt van het belang dat elke kijker kan inroepen ten opzichte van de verplichtingen die gelden voor de VRT in toepassing van artikel 39 van het Mediadecreet. De klager kan evenmin aanneembaar maken dat de gewraakte uitzending hem persoonlijk heeft benadeeld. De kamer verklaart de klacht onontvankelijk wegens het ontbreken van het vereiste belang of benadeling.