Korte samenvatting van de beslissing:
De onderzoekscel van de VRM heeft de online video’s van ‘Chloë Vandenbussche BV’ op de platformdiensten Instagram en TikTok aan een onderzoek onderworpen, dit in de periode 1 september – 30 september 2025.
Het monitoringsonderzoek had betrekking op volgende profielen en kanalen:
- ‘chloevandenbussche’ (Instagram – TikTok)
Aanleiding voor het onderzoek waren indicaties dat commerciële communicatie niet gemakkelijk als zodanig herkenbaar werd gemaakt in eerdere door Chloë Vandenbussche online geplaatste video’s op deze platformen.
Reeds eerder (12 januari 2022, 24 februari 2022 en 6 januari 2025) werd Chloë Vandenbussche gecontacteerd naar aanleiding van door haar online geplaatste video’s waarin mogelijk commerciële communicatie niet gemakkelijk als zodanig herkenbaar werd gemaakt. Daarbij werd telkens duidelijk gewezen op de betreffende verplichtingen uit het Mediadecreet en werd ook verwezen naar de VRM-website voor meer informatie rond de regelgeving en meer bepaald het ‘Content Creator Protocol’ van de VRM.
Beoordeling en beslissing van de VRM:
Uit het onderzoeksrapport van de onderzoekscel van de VRM blijkt dat Chloë Vandenbussche BV beschouwd dient te worden als een Vlaamse omroeporganisatie die onderworpen is aan de verplichtingen uit het Mediadecreet, met name bij het aanbieden van commerciële communicatie.
Uit het onderzoeksrapport blijkt dat Chloë Vandenbussche BV tijdens de onderzochte periode drie video’s met commerciële communicatie online heeft geplaatst waarbij de drie elementen uit het CCP telkens niet cumulatief aanwezig waren.
Chloë Vandenbussche BV ontkent niet dat er in deze video’s sprake is van commerciële communicatie en betwist de vaststellingen van de onderzoekscel met betrekking tot de drie voorliggende video’s als dusdanig niet.
Wat met name de herkenbaarheid van de betrokken commerciële communicatie betreft, blijkt uit de beelden en de vaststellingen dat slechts bij een van de drie video’s in kwestie enige aanduiding in die zin werd gebruikt.
Het loutere feit dat in een specifieke video de ‘platform disclosure’-functionaliteit (“betaalde partner”|”betaalde samenwerking”) werd geactiveerd, is echter niet van aard om aan de vastgestelde tekortkoming te verhelpen, nu deze bewoordingen voor een kijker onvoldoende duidelijk zijn om op basis daarvan de aanwezigheid van commerciële communicatie voldoende herkenbaar te maken, waarbij nog komt dat zij door het platform zelf zijn aangereikt en dus op eender welk moment door het platform kunnen worden aangepast en vervangen.
Ook het met betrekking tot een andere video aangehaalde element dat in de daaropvolgende twee stories wel het woord “advertentie” werd vermeld, kan niet in aanmerking worden genomen. De verplichting om commerciële communicatie duidelijk herkenbaar te maken geldt immers op elk ogenblik en een duidelijk label dient dan ook aanwezig te zijn bij alle video’s, ook in een story-reeks, die commerciële communicatie bevatten.
In de voorliggende video’s werden de betrokken merken wel vermeld.
De VRM besluit dat Chloë Vandenbussche BV, bij de drie betreffende video’s die zij tijdens de onderzochte periode op haar Instagram- en TikTok-profiel heeft geplaatst, commerciële communicatie niet als dusdanig gemakkelijk herkenbaar heeft gemaakt.
Bijgevolg heeft Chloë Vandenbussche BV de bepalingen van artikel 53 van het Mediadecreet geschonden.
Bij het bepalen van de sanctie wordt rekening gehouden met het gegeven dat dergelijke inbreuk voor het eerst bij VRM-beslissing wordt vastgesteld bij Chloë Vandenbussche BV.
De VRM besluit Chloë Vandenbussche BV te waarschuwen voor deze inbreuk op het Mediadecreet.