Korte samenvatting van de beslissing:
De onderzoekscel van de VRM heeft de online video “I Survived The Toughest Footrace on Earth, die op 7 juni 2025 door ‘Robert Van Impe’ op het YouTube-kanaal ‘Average Rob’ werd geplaatst, als niet-lineaire uitzending aan een onderzoek onderworpen.
Volgens de onderzoekscel van de VRM bevat de video commerciële communicatie voor verschillende producten en merken, waarvoor Robert Van Impe een financiële betaling en/of een andere vergoeding ontving.
De commerciële communicatie in deze video werd getoetst aan de herkenbaarheidsvereiste uit artikel 53 van het Mediadecreet.
Beoordeling en beslissing van de VRM:
Uit het onderzoeksrapport van de onderzoekscel van de VRM blijkt Robert Van Impe de natuurlijke persoon is die de verantwoordelijkheid draagt voor de keuze van de inhoud van het YouTube-kanaal ‘Average Rob’. Hij is dus een omroeporganisatie die (niet-lineaire) omroepdiensten aanbiedt en bijgevolg de bepalingen uit het Mediadecreet met betrekking tot commerciële communicatie moet naleven.
Televisieomroeporganisaties die onder de bevoegdheid ressorteren van de Vlaamse Gemeenschap, moeten voldoen aan de bepalingen uit het Mediadecreet. Daartoe behoort de verplichting om commerciële communicatie gemakkelijk als zodanig herkenbaar te maken (overeenkomstig artikel 53 van het Mediadecreet). Dit geldt dus ook voor content creators, influencers en vloggers die onder de definitie van omroeporganisatie (uit artikel 2, 26°, van het Mediadecreet) vallen.
Robert Van Impe ontkent niet dat er in de betroffen video sprake is van commerciële communicatie en betwist de vaststellingen van de onderzoekscel niet.
Wat de herkenbaarheid van de betrokken commerciële communicatie betreft, wordt vastgesteld dat er in de betroffen video weliswaar een aantal elementen zijn die op de aanwezigheid van commerciële communicatie wijzen, maar dat deze niet voldoende zijn.
De platform disclosure-functionaliteit (“bevat betaalde promotie”) werd weliswaar geactiveerd, maar dit is onvoldoende om de commerciële communicatie duidelijk herkenbaar te maken. De bewoordingen zijn voor de kijker onvoldoende duidelijk, waarbij nog komt dat deze bewoordingen door het platform zelf zijn aangereikt en dus op eender welk moment door het platform kunnen worden aangepast en vervangen.
Daarnaast bevat de video geen duidelijke vermelding van de commerciële communicatie voor de betrokken merken aan het begin van de beschrijving. Het is voor de kijkers bijgevolg niet bij de eerste oogopslag duidelijk dat er sprake is van commerciële communicatie. De kijker dient immers eerst zelf een concrete actie uit te voeren, namelijk op de beschrijving of op de knop “…meer” klikken” en naar beneden scrollen, alvorens verder in de tekst enige vermelding van de betrokken commerciële samenwerkingen te kunnen lezen tussen andersoortige mededelingen.
Om duidelijk te wijzen op de aanwezigheid van commerciële communicatie, dient een aanduiding echter duidelijk zichtbaar te zijn op het ogenblik dat de video begint te spelen.
Wat de herkenbaarheid van de betrokken commerciële communicatie betreft, blijkt uit de beelden dat weliswaar het woord “advertisement” (video 1 en 3) of “reclame” (video 2) werd vermeld, maar dat deze vermeldingen telkens niet aan het begin van de beschrijving zijn geplaatst. Daardoor zijn deze vermeldingen voor de kijkers niet bij de eerste oogopslag duidelijk zichtbaar. De kijker dient immers eerst zelf een concrete actie uit te voeren, namelijk op de beschrijving of ‘…’ klikken, alvorens de vermelding zichtbaar wordt. Om duidelijk te wijzen op de aanwezigheid van commerciële communicatie, dient een aanduiding echter duidelijk zichtbaar te zijn op het ogenblik dat de video begint te spelen.
Robert Van Impe heeft bijgevolg in de betreffende video de commerciële communicatie niet als zodanig gemakkelijk herkenbaar gemaakt. De bepalingen van artikel 53 van het Mediadecreet werden aldus geschonden.
Bij het bepalen houdt de VRM rekening met het feit dat Robert van Impe reeds eerder (beslissing 2023/041 – 25 september 2023) werd gewaarschuwd voor soortgelijke inbreuken en er dus sprake is van recidive.
Bovendien zijn schendingen van de decretale verplichting om commerciële communicatie duidelijk herkenbaar te maken ernstige inbreuken, wat hier des te meer het geval is gelet op het zeer grote bereik van de video in kwestie.
De VRM besluit een administratieve geldboete van 5.000 euro op te leggen.