Korte samenvatting van de beslissing:
De VRM ontving een gezamenlijke klacht tegen nv Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie (VRT). De klacht is gericht tegen het door VRT meermaals uitzenden, tussen 13 en 17 mei 2025, van het filmpje ‘Speak Up For Palestine’, gemaakt door vzw Oxfam. Het filmpje wordt aan- en afgekondigd als een ‘boodschap van algemeen nut’. Het filmpje omvat een videoboodschap van meer dan 130 bekende Vlamingen die zich uiten tegen de militaire campagnes van Israël in de Gazastrook.
Volgens de klagende partijen vertegenwoordigt dit filmpje de zienswijze van de oorlogvoerende partij tegen Israël, met name de Palestijnse uitleg van de aan gang zijnde oorlog en de humanitaire situatie die daaruit voortvloeit, daarin begrepen de uitgebreide eenzijdige mediacampagnes die hiermee gepaard gaan en waaraan VRT haar medewerking heeft verleend voor en tijdens het Eurosongfestival.
De klagende partijen zijn van oordeel dat zowel de VRT-leiding als vzw Oxfam en ACOD-VRT in collusie waren om de regels van onpartijdigheid, onafhankelijkheid en de ruimte voor een pluralistisch debat te overtreden.
Volgens de klagende partijen kwam de omstreden uitzending van het filmpje er onder hevige druk van de socialistische vakbond van VRT (ACOD-VRT), waarvoor de VRT-leiding is gezwicht.
De klagende partijen voeren aan dat VRT als openbare omroep van de Vlaamse Gemeenschap wordt gefinancierd met het geld van de belastingbetalers en om deze reden zowel het Mediadecreet (artikel 6, § 2, tweede lid, e.v. en artikel 39) als de beheersovereenkomst voorzien dat VRT zich onpartijdig dient te gedragen en geen politieke voorkeur mag tonen in al haar uitzendingen. Bovendien heeft VRT volgens de klagende partijen de plicht om het spectrum van meningen aan bod te laten komen in een pluralistische samenleving.
Beoordeling – Bevoegdheid van de VRM:
Zoals volgt uit artikel 218, § 1, van het Mediadecreet, is de VRM bevoegd voor, en heeft als missie, “de handhaving van de mediaregelgeving binnen de Vlaamse Gemeenschap, het beslechten van geschillen over de mediaregelgeving en het uitreiken van de media-erkenningen en – vergunningen, overeenkomstig de regelgeving”.
Het behoort dan ook niet tot de bevoegdheid van de VRM om toezicht te houden op en te oordelen over, zoals de klagende partijen verzoeken te doen, de naleving van de statutaire doelstellingen van de ACOD-VRT vakvereniging, de door België erkende beslissingen van de Internationale Arbeidsorganisatie met bijzondere nadruk op de Verklaring van Philadelphia (mei 1944) over de doelstellingen van een vakvereniging en het reglement en de beslissingen van de European Broadcasting Union.
De kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen heeft ook geen bevoegdheid tot toezicht op de naleving van de beheersovereenkomst van de VRT met de Vlaamse Gemeenschap. De algemene kamer van de VRM houdt enkel ambtshalve toezicht op de naleving van de beheersovereenkomst (en dus niet naar aanleiding van klachten) en dit door jaarlijks te rapporteren aan de Vlaamse Regering over het behalen van de performantiemaatstaven.
De VRM kan in geen geval sanctionerend optreden wat betreft de beheersovereenkomst tussen VRT en de Vlaamse Gemeenschap, aangezien de beheersovereenkomst in een eigen sanctiemechanisme voorziet bij niet-naleving.
De voorliggende klacht kan bijgevolg enkel in aanmerking worden genomen voor zover de klacht betrekking heeft op vermeende schendingen van artikel 39 van het Mediadecreet.
Beoordeling – Ten gronde:
Artikel 39 van het Mediadecreet, dat geldt voor alle Vlaamse omroepdiensten, bevat een algemeen verbod op elke vorm van discriminatie in de programma’s en het programma-aanbod en legt meer specifiek voor informatieprogramma’s en informatieve programmaonderdelen ook een politiek en ideologische onpartijdigheidsverplichting op.
Het filmpje ‘Speak Up for Palestine’ is geen ‘programma’ dat deel uitmaakt van het ‘programma-aanbod’ van VRT maar wel een daarvan onderscheiden ‘boodschap van algemeen nut’. Het gaat om een boodschap die uitgaat van vzw Oxfam, een humanitaire vereniging, en die kadert binnen haar opdracht van algemeen belang.
Aangezien het Oxfam-filmpje in kwestie geen programma betreft, valt het niet onder het toepassingsgebied van artikel 39 van het Mediadecreet. Bijgevolg kan er dan ook geen schending van artikel 39 van het Mediadecreet worden vastgesteld. Dit onderdeel van de klacht is aldus ongegrond.
Beslissing:
De VRM verklaart zich onbevoegd wat betreft de voorgehouden schending van de statutaire doelstellingen van de ACOD-VRT vakvereniging, de door België erkende beslissingen van de Internationale Arbeidsorganisatie met bijzondere nadruk op de Verklaring van Philadelphia (mei 1944) over de doelstellingen van een vakvereniging, het reglement en de beslissingen van de European Broadcasting Union en de bepalingen uit de beheersovereenkomst tussen VRT en de Vlaamse Gemeenschap.
Wat betreft de voorgehouden schending van artikel 39 van het Mediadecreet, verklaart VRM de klacht ontvankelijk doch ongegrond.