De VRM ontving een klacht van VZW Rooms-katholiek Lekenforum (RKLF) tegen de uitzending van ‘Het Journaal’ (Eén – 30 oktober 2014, 19u).
De aanklacht
RKLF dient klacht in tegen de wijze waarop de benoeming van de nieuwe pastoor in Middelkerke in Het Journaal aan bod is gekomen. Volgens de klager werd daarin “uitvoerig belang gehecht aan de benoeming in Middelkerke, na verloop van zijn straftijd, van een nieuwe pastoor, veroordeeld voor het betasten van een minderjarige jongen.” De klager geeft aan de beslissing van de bisschop van Brugge te betreuren, en protesteert “tegen de wijze waarop de nieuwsdienst van VRT deze verkeerde beslissing in de verf heeft gezet.” RKLF beschouwt deze aanpak als “deontologisch onverantwoord, terwijl hij daarenboven een sterk vermoeden wekt van partijdigheid en zelfs van een uitgesproken antikatholieke instelling.” De klacht betreft een tweevoudig misplaatste handelswijze, aldus RKLF. Enerzijds ten aanzien van de Rooms-katholieke Kerk en anderzijds ten aanzien van het recht op rehabilitatie van een ex-veroordeelde.
Op de hoorzitting verduidelijkt RKLF dat de klacht zich meer bepaald toespitst op de passage uit de betwiste uitzending van ‘Het Journaal’ waarin wordt verwezen naar voormalig bisschop R. Vangheluwe. RKLF beschouwt deze passage als discriminerend en denigrerend ten aanzien van de Rooms-katholieke Kerk en haar leden.
Regelgeving
De kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen beoordeelt de mate waarin de betroffen uitzending een schending van artikel 39 van het Mediadecreet betreft.
Bij de beoordeling van de gewraakte uitzending geldt als uitgangspunt de bepaling dat VRT autonoom haar programma-aanbod en uitzendschema vaststelt (volgens artikel 7 van het Mediadecreet). De openbare omroeporganisatie beschikt over de journalistieke vrijheid en onafhankelijkheid om zelf journalistieke keuze te maken met betrekking tot de programma’s die ze uitzendt. Deze vrijheid is weliswaar niet onbegrensd. De programma’s van de nieuwsdienst dienen onder meer te beantwoorden aan de normen inzake journalistieke deontologie en de gangbare redactionele onafhankelijkheid te waarborgen.
Artikel 39 van het Mediadecreet vormt eveneens een inperking van deze autonomie en vrijheid. Bij het toezicht op de naleving van artikel 39 van het Mediadecreet gaat de Kamer na of de gemaakte keuzes op een redelijke en objectieve manier journalistiek en inhoudelijk kunnen worden verantwoord, zonder zich evenwel in de plaats van VRT te stellen.
Artikel 39 van het Mediadecreet bevat voor de omroeporganisaties een discriminatieverbod en een onpartijdigheidsplicht. Het discriminatieverbod houdt in dat elke vorm van discriminatie tussen ideologische en filosofische strekkingen moet worden geweerd in de programma’s en er een evenwicht moet zijn in het aan bod komen van verschillende filosofische en ideologische strekkingen of opiniestromingen in de programma’s. De onpartijdigheidsplicht houdt in dat de informatieprogramma’s (zoals Het Journaal) in een geest van politieke en ideologische onpartijdigheid worden verzorgd.
Beoordeling door de VRM
Het feit dat dergelijke uitzending door een groep kijkers (in casu RKLF) als denigrerend of schokkend kan worden ervaren, volstaat niet om dat programmaonderdeel als ontoelaatbaar te beschouwen en vast te stellen dat het op discriminerende wijze inbreuk maakt op het recht van eenieder om vrij een godsdienst te kiezen of te belijden. De kamer stelt overigens vast dat de gewraakte reportage niet eenzijdig is, maar daarentegen evenwichtig is opgebouwd. De kamer is van oordeel dat de keuze om in ‘Het Journaal’ de gewraakte reportage op te nemen niet getuigt van enig opzet tot discriminatie van de Rooms-katholieke godsdienst noch van een gebrek aan onpartijdige behandeling. In dit opzicht kan ook de verwijzing naar R. Vangheluwe journalistiek en inhoudelijk worden verantwoord en als relevant worden beschouwd en kan uit die verwijzing evenmin enige vorm van discriminatie of een gebrek aan onpartijdige nieuwspresentatie worden afgeleid.
De kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen besluit dan ook dat de VRT geen inbreuk heeft begaan op de plicht tot niet-discriminatie en ideologische onpartijdigheid die in artikel 39 van het Mediadecreet wordt opgelegd. De klacht wordt bijgevolg ongegrond verklaard.
Het desbetreffende journaalitem kan bekeken worden op
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/regio/westvlaanderen/1.2133951