4.1.1 Eigendomsrestricties

Deze maatregel houdt een brede waaier van keuzemogelijkheden in, gaande van een absolute scheiding tussen verschillende schakels in de waardeketen(s), zoals omroeporganisatie, dienstenverdeler en netwerkoperator, over een beperking van een participatie in het kapitaal tot een beperking in het aantal participaties.

De mate waarin een interventie van overheidswege geaccepteerd wordt verschilt van mediavorm en is o.a. technologieafhankelijk.

Voor geschreven pers geldt in principe een relatief gemakkelijke toegang tot de markt. Wie dat wil kan een uitgeverij starten. Printmedia kennen daarenboven een sterke traditie van zelfregulering. Daarom worden eigendomsrestricties als zeer bedreigend ervaren.

Voor radio wordt gebruik gemaakt van het radiospectrum. Dit is slechts in beperkte mate beschikbaar en daarom wordt controle over de toegang tot de markt door de overheid eerder geaccepteerd.

Op het vlak van televisie kan worden opgemerkt dat de introductie van een dergelijke maatregel grote gevolgen zou hebben omdat vandaag de dag in Vlaanderen geen verplichte scheiding bestaat tussen omroeporganisatie, dienstenverdeler en netwerkoperator. Er zijn op dit moment al actoren op het veld die zowel als omroeporganisatie, dienstenverdeler en netwerkoperator actief zijn.

Een voorbeeld hiervan is Telenet. Als netwerkoperator is het een aanbieder van een elektronisch communicatienetwerk. Via zijn netwerk levert het een of meer omroepdiensten aan het publiek als dienstenverdeler (het uitzenden van televisieomroepprogramma’s). Hoofdzakelijk komen deze van onafhankelijke televisieomroeporganisaties, maar Telenet legt zich na de overname van een aandeel in De Vijver Media ook steeds meer toe op het aanbieden van televisiediensten en het produceren van programma’s. Daarom heeft de Europese Commissie de goedkeuring van het overnamedossier afhankelijk gemaakt van de aanname van een aantal “Commitments”.

INFOFRAGMENT 28: TELENET EN DE SUPERPRESTIGE

Als voorbeeld van hoe distributeurs de convergentie tussen omroeporganisaties en dienstenverdelers kunnen gebruiken in de concurrentiestrijd, is er de case van de Superprestige, een regelmatigheidscriterium in het veldrijden.

Nadat Telenet controle over De Vijver Media had verworven (met o.a. zenders VIER en VIJF) waren de rechten op de Superprestige terechtgekomen bij de Mechelse operator. Tijdens het seizoen 2015-2016 waren de Superprestigeritten dan ook te zien voor klanten van Telenet, maar niet voor klanten van Proximus.

Concreet hadden de vzw Verenigde Veldritorganisatoren en Telenet in 2015 een overeenkomst gesloten waarmee Telenet voor vijf jaar de exclusieve uitzendrechten kreeg voor de Superprestigeveldritten. Het Mededingingscollege van de Belgische Mededingingsautoriteit oordeelde in november 2015 dat de exclusieve uitzendrechten van de Superprestige veldrijden niet op een correcte manier waren toegekend en legde voorlopige maatregelen op aan de vzw.

Door die beslissing konden ook andere partijen met de Verenigde Veldritorganisatoren onderhandelen om de veldritten uit te zenden. Het Hof van Beroep heeft die maatregel in september 2016 bevestigd. Die uitspraak leidde ertoe dat er een einde kwam aan de exclusiviteit van de Superprestige voor Telenet.

Het is eigen aan de strategie van Telenet en zijn moedermaatschappij Liberty Global om rechten op te kopen en zo hun televisieaanbod uit te breiden. Getuige daarvan is bv. Telenets aankoop van de uitzendrechten van het Belgische eersteklassevoetbal. Telenet verwierf in 2014 al de tv-rechten voor drie seizoenen F1-races maar moedermaatschappij Liberty Global ging in september 2016 zelfs een stap verder door de rechtenhouder van de F1 te kopen.