3.5 Besluit hoofdstuk 3

De verhoudingen binnen de Vlaamse mediasector werden in dit hoofdstuk aan de hand van een aantal indicatoren gekwantificeerd.

Volgens de studie van Digimeter van 2015 blijft de gemiddelde Vlaming het medium radio gebruiken om zich op de hoogte te stellen van de actualiteit, maar doet hij dat steeds minder frequent.

De vaststelling van de vorige jaren omtrent concentratie in de radiosector blijft bestaan. De concentratie is erg groot. Dit komt door de bijzonder sterke positie van de VRT. De concentratie vergrootte zelfs in 2016. Dit is het gevolg van het toenemend marktaandeel van VRT-zenders, maar ook van de daling van het marktaandeel van de kleinere zenders.

Dit concentratieprobleem wordt deels veroorzaakt door de beperkte beschikbaarheid van radiospectrum. In de loop van 2016 werd een piste onderzocht voor de toekenning van een bijkomende landelijke radio-omroep, maar dit bleek in de praktijk niet haalbaar. Met de overschakeling naar digitale radio kan er wel meer plaats komen voor meer radioconcurrentie. DAB radio is echter niet goed ingeburgerd. Slechts 10,2% van de Vlamingen heeft ooit al via een DAB-toestel naar de radio geluisterd.[165] In de toekomst wil het beleid wel sterk inzetten op DAB+.

Ook de online populariteit van radiomerken werd bestudeerd. Het overwicht van VRT is ook hier frappant. We kunnen tevens concluderen dat de radio-omroepen die zich richten op een jong publiek het meeste bezoekers lokken naar hun website en het meeste volgers hebben op sociale media.

Volgens de cijfers van de VRIND van 2014 gebruikte 96% van de Vlaamse bevolking de televisie om op de hoogte te blijven van de actualiteit.[166] Uit de studie van Digimeter uit 2015 blijkt dat 60% van de Vlamingen beweert dagelijks lineair te kijken, 30% beweert dagelijks timeshifted te kijken.

Ondanks de stijging van de populariteit van nieuwe vormen van tv-consumptie zoals Netflix, lijken de traditionele televisieomroepen stand te houden. Volgens iMinds heeft 86% van de Vlaamse huishoudens digitale televisie en kijkt 78% dagelijks tv op zijn tv-toestel. 12% heeft een abonnement op Netflix (geschatte gebruikers tussen 120.000 en 155.000) en 26% streamt maandelijks films of series op zijn computer.[167]

Ten gevolge van nieuwe technologieën zijn de inkomstenmodellen voor televisie gewijzigd. Hierdoor zijn er spanningen rond de verdeling van de inkomsten tussen de spelers binnen de verschillende schakels in de keten naar het oppervlak gekomen. Contentproducenten, aggregatoren en distributeurs willen elk een zo groot mogelijk aandeel van de inkomsten opeisen. Vooral contentproducenten en distributeurs lijken in een bevoorrechte positie te zitten. We merken wel dat de totale hoeveelheid VOD-opvragingen bij de traditionele distributiemaatschappijen en de hierdoor gegenereerde inkomsten afnemen.

Telenet, als dominante speler op de distributiemarkt, gaat ook op andere schakels van de waardeketen een belangrijkere positie innemen. Zo heeft het 50% in handen van De Vijver Media, dat onder andere de televisieomroepen VIER, VIJF en ZES en het productiehuis Woestijnvis overkoepelt. Telenet investeert, net zoals concurrent Proximus, ook meer en meer in televisiecontent. Anderzijds begeeft Medialaan, die voordien vooral als contentproducent en aggregator actief was, zich ook op het distributiepad.

Als we kijken naar de concentratiemaatstaven binnen de televisiesector zien we dat er bij de productiehuizen een lage concentratiegraad heerst. Bij de televisieomroepen is de mediagroepenconcentratie echter meer problematisch. Bovendien voorspellen we dat de verkoop van Bites Europe (Acht/CAZ) aan Medialaan en de start van een nieuwe zender ‘ZES’ door SBS de concentratie van enkele mediagroepen zal doen toenemen. In de distributiesector is er ook een hoge mate van concentratie. Het is afwachten of de introductie van een nieuwe speler, Orange, en over-the-top initiatieven, zoals Stievie, hier verandering in kunnen brengen.

De gedrukte pers blijft door een moeilijke periode gaan wegens onder andere dalende verkoopcijfers en dalende advertentieopbrengsten. Dit is vooral problematisch voor de magazinemarkt.

Bij de dagbladen wordt de daling in gedrukte verkoop voor een stuk gecompenseerd door stijgende digitale verkoopcijfers. Bij de zogenaamde kwaliteitskranten ligt de digitale verkoop het hoogst, en heeft de digitale verkoop een belangrijk aandeel in de totale verkoop ingenomen.

De concentratie bij de uitgeversgroepen van kranten is sterk toegenomen door de oprichting van Mediahuis in 2013. De 7 belangrijkste betalende Vlaamse kranten worden sindsdien uitgegeven door slechts twee uitgeverijen, De Persgroep en Mediahuis.

De introductie van digitale tijdschriften verloopt veel trager dan die van digitale kranten. De sterk dalende gedrukte verkoop van magazines wordt absoluut niet opgevangen door het digitale luik.

Het is moeilijk om concentratie te meten op het internet, aangezien de surfer veel meer websites kan bezoeken dan diegene die in dit hoofdstuk besproken worden en gemakkelijk naar meerdere websites kan surfen. Toch merken we wat websites van Vlaamse mediagroepen betreft, een hoge concentratie op vlak van groepen en een lage concentratie op vlak van websites. De relatieve populariteit van radio, tv of geschreven pers in hun eigen medium, wordt niet altijd weerspiegeld op het internet. De nieuwsmedia zijn erg populair, hun websites worden het meest bezocht. Ook op de sociale media doen zij het goed, samen met de mediamerken die zich een eerder jong imago aanmeten.

Ook dit jaar werden de prijzen van Vlaamse mediaproducten bestudeerd. De kosten voor radio, televisie en geschreven pers zijn in 2015 opnieuw gestegen, en dit sneller dan de index der consumptieprijzen. De onrechtstreeks kosten om van mediaproducten te genieten zoals de kosten voor een computer, een mobiele telefoon zijn evenwel gedaald (met uitzondering van de stijgende elektriciteitskosten).

Ten slotte werd de Vlaamse mediasector ook gesitueerd in een internationale context. Door de taalbarrière is het voor Vlaamse media-ondernemingen niet evident om activiteiten in het buitenland te ontplooien. Het is dan ook niet verwonderlijk dat De Persgroep en Mediahuis hun overnames in 2015 hoofdzakelijk op de Nederlandse markt uitvoerden. Roularta deed zijn activiteiten in Frankrijk dan weer volledig van de hand. De internationale participaties in de Vlaamse productiehuizen nemen toe. Wat de sociale media betreft, situeert de controle zich voornamelijk in het buitenland. Dit zorgt ervoor dat een deel van de Vlaamse reclamebestedingen naar het buitenland vloeien.

Hoewel er niet één speler is die de hele Vlaamse mediasector domineert, blijken veel vormen van horizontale, verticale of crossmediale concentratie te bestaan in en tussen een aantal segmenten van verschillende Vlaamse mediavormen. Voor de aggregatie van klassieke mediaproducten is 80 tot 100% van de markt in handen van negen mediagroepen.

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de horizontale concentraties die doorheen het hoofdstuk werden becijferd.

 

Contentproductie

 

Aggregatie

 

Distributie

 

Radio

Contentleveranciers

-

Radios

=

Radiosignaaltransmissie

-

TV

Productiehuizen

 -

Omroeporganisaties

=

Omroepsignaaltransmissie

-

Geschreven pers

Redacties

-

Kranten titels

=

Distributie

-

 

Pers- en fotoagentschappen

-

Kranten uitgevers

=

 -

 -

 

Reclameregies

-

Tijdschriften titels

=

 -

 -

 

Mediacentrales

-

Tijdschriften groepen

 -

 -

Internet

Contentleveranciers

-

Websites

=

Internetdistributie

-

 

Reclameregies en Mediacentrales

 -

Websites groepen

 -

 -

Tabel 102: Overzicht concentratiemaatstaven (HHI)

- Groen: niet geconcentreerd (waarde <0,15)

- Oranje: matig geconcentreerd (waarde 0,15 ≤ x ≤ 0,25)

- Rood: sterk geconcentreerd (waarde >0,25)

- “-“: geen waarde berekend

Door middel van de pijltjes ↑,↓,= wordt aangegeven of we te maken hebben met een stijgende, dalende of gelijke kleurcode HHI tov 5 jaar geleden.

Deze concentraties kunnen een risico inhouden voor de diversiteit van het aanbod. Op radiovlak blijft het VRT-aandeel meer dan de helft bedragen. We merken ook de toenemende activiteiten van de dominante televisiedistributeur Telenet in andere delen van de televisiewaardeketen. In de markt van de geschreven pers is de dominantie van de krantenmarkt door slechts twee grote uitgevers, De Persgroep en Mediahuis, opvallend.



[165] iMinds Digimeter, “Measuring Digital Media Trends in Flanders aug-okt 2015”, 2015, pp. 191-198. Het iMinds digimeter rapport brengt elk jaar het bezit & gebruik van media(technologie) bij Vlamingen in kaart.

[166] VRIND 2015, “Vlaamse regionale indicatoren”, 2015, pp. 323-324. De studiedienst van de Vlaamse regering geeft jaarlijks een overzicht weer van Vlaamse regionale indicatoren.

[167] iMinds Digimeter, “Measuring Digital Media Trends in Flanders aug-okt 2015”, 2015, pp. 42-43. Het iMinds digimeter rapport brengt elk jaar het bezit & gebruik van media(technologie) bij Vlamingen in kaart.