9.2. Beslissingen genomen in het kader van een door de VRM gevoerde procedure op tegenspraak m.b.t. reclame, telewinkelen, sponsoring en boodschappen van algemeen nut - commerciële communicatie

1. Zaak VRM tegen BVBA MTV Networks Belgium - 2011/001

De toezichthouder controleerde de uitzendingen van diverse televisiezenders (19 oktober 2010, 17u-23u), waaronder TMF. Het programma 'Photochat' is volgens de VRM een telewinkelprogramma. Bijgevolg moet ook worden voldaan aan de specifieke bepalingen aangaande telewinkelprogramma's.

TMF betwist niet dat het uitgezonden programma een telewinkelprogramma is. Voor en na elke onderbreking van het programma werd door TMF gedurende enkele seconden een "TS"-logo uitgezonden.  Het logo is volgens de VRM echter onvoldoende duidelijk. Zo wordt op het scherm niet uitgelegd waarvoor de letters "TS" staan.  Het Mediadecreet vereist echter dat een telewinkelprogramma duidelijk als dusdanig gekenmerkt moet worden. Aan deze verplichting wordt niet voldaan door gebruik te maken van een logo waarvan de kijkers zelf moeten "raden" wat het betekent en waarvoor het staat.

De toezichthouder besluit dat het programma 'Photochat' niet voldoet aan de bepaling van het Mediadecreet dat stelt dat telewinkelprogramma's met visuele en akoestische middelen duidelijk als zodanig gekenmerkt moeten worden.

De Vlaamse Regulator voor de Media waarschuwt TMF voor het niet conform de regelgeving uitzenden van een telewinkelprogramma. Bij het vastleggen van de sanctie wordt rekening gehouden met het gegeven dat de omroeporganisatie aannemelijk maakt dat zij de regelgeving niet bewust heeft willen overtreden.  Dat blijkt uit het feit dat de omroeporganisatie bereid is de richtlijnen van de VRM toe te passen, intussen wordt het woord "telewinkelen" gebruikt om een telewinkelprogramma visueel te kenmerken.  Er wordt eveneens rekening gehouden met het zeer beperkte marktaandeel van TMF. De VRM meent dat een waarschuwing bijgevolg een gepaste sanctie is. 

 

2. Zaak VRM tegen NV T-VGAS - 2011/002

De VRM controleerde de uitzendingen (14 september 2010, 17u-23u) van diverse televisieomroepen, waaronder Gunk TV. In het programma 'Game Force 1' kwam een rubriek aan bod waarin een vertegenwoordiger van het merk LG de mogelijkheid krijgt om de smartphone Optimus 1 voor te stellen aan te prijzen. De prijs van het toestel en de accessoires worden duidelijk vermeld. Tijdens de reportage wordt ook regelmatig een banner van LG Optimus 1 uitgezonden.

De VRM is dan ook van oordeel dat het een publi-reportage betreft. Deze werd echter niet duidelijk afgebakend van de overige redactionele inhoud van het programma. De publi-reportage werd ook niet als dusdanig duidelijk herkenbaar gemaakt.

Gunk TV wordt een boete van 1.000 euro opgelegd wegens het uitzenden van een publi-reportage zonder deze duidelijk af te bakenen van de overige redactionele inhoud van het programma en zonder deze duidelijk herkenbaar te maken als publi-reportage.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de toezichthouder er rekening mee dat het een ernstige inbreuk betreft.  Bovendien werd Gunk TV in het verleden reeds twee maal gesanctioneerd omwille van het niet herkenbaar maken van commerciële communicatie. Anderzijds wordt ook de kleinschaligheid van de omroeporganisatie in rekening gebracht. De VRM is dan ook van oordeel dat een geldboete van 1.000 euro een gepaste sanctie is. 

 

3. Zaak VRM tegen NV Vlaamse Media Maatschappij - 2011/003

De toezichthouder controleerde de uitzendingen (19 oktober 2010, 17u-23u) van verschillende televisieomroepen, waaronder JIM (NV Vlaamse Media Maatschappij).

Telewinkelspots ‘Linkin Park’

De onderzoekscel van de VRM stelde vast dat vijfmaal een afzonderlijke spot, uitgezonden buiten het reclameblok, werd getoond waarin de kijkers werden opgeroepen te sms’en om zo tickets te winnen voor het concert van Linkin Park in Parijs.  Dergelijke oproepen zijn te catalogeren als telewinkelen, bijgevolg moeten deze duidelijk als telewinkelen herkenbaar zijn en duidelijk onderscheiden van de programma’s door visuele en/of akoestische middelen. Bovendien merkt de VRM op dat deze spots telkens als alleenstaande spot werden uitgezonden. Het Mediadecreet bepaalt echter dat alleenstaande reclame- en telewinkelspots de uitzondering moeten blijven. Per dag is slechts één afzonderlijke reclame- of telewinkelspot per zender toegestaan.

Telewinkelprogramma ‘Fuzz’

Tijdens de onderzochte periode werd ook het programma ‘Fuzz’ uitgezonden. Tijdens het programma werden onder andere videoclips uitgezonden. Het programma bevat ook diverse elementen die als telewinkelen kunnen worden beschouwd. Zo wordt een banner vertoond waarin de kijker een favoriete clip kan aanvragen of kan deelnemen aan een wedstrijd. Op een tweede banner verschijnen doorlopend tekstberichten van kijkers die deelnemen aan de chat of een clip hebben aangevraagd.  Gelet op deze elementen is de toezichthouder van oordeel dat het programma ‘Fuzz’ een telewinkelprogramma is. Het telewinkelprogramma werd echter niet met visuele en akoestische middelen duidelijk als telewinkelprogramma gekenmerkt.

De VRM beslist om voor deze overtredingen (het niet duidelijk herkenbaar maken van telewinkelspots en -programma’s, en het uitzenden van meerdere afzonderlijke telewinkelspots) een geldboete van 2.500 euro op te leggen. Bij het bepalen van de sanctie werd rekening gehouden met vroegere veroordelingen en het marktaandeel van JIM. 

 

4. Zaak VRM tegen NV Njam! - 2011/005

De VRM controleerde de uitzendingen (4 december 2010, 14u-20u) van verschillende Vlaamse televisieomroeporganisaties waaronder Njam!. Bij diverse programma’s werden de kijkers gewezen op de aanwezigheid van productplaatsing.  Zowel bij de aanvang als aan het einde van het programma werd het PP-logo getoond.  Het logo werd vergezeld door een tekstuele boodschap ‘meer info op www.njam.tv’.

Artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende het gebruik van een logo voor de aanduiding van productplaatsing (10 september 2010) stelt dat de omroeporganisaties gedurende een periode van 3 maanden de kijkers moeten wijzen op de aanwezigheid van productplaatsing  door in het begin van het programma gedurende ten minste vijf seconden ononderbroken ofwel te verwijzen naar een specifieke teletekstpagina ofwel de kijker rechtstreeks te informeren met de zin ‘Dit programma bevat commerciële communicatie onder de vorm van productplaatsing’.

De VRM stelt vast dat Njam! niet voldoet aan deze bepaling.  In het verweer benadrukt Njam! dat ter goeder trouw werd gehandeld en dat men meende dat een verwijzing naar de website volstond.  De omroeporganisatie gaf aan de inbreuk te betreuren en geeft aan zich op dat moment nog in een opstartfase te bevinden.

De VRM besluit Njam! te waarschuwen voor deze inbreuk. Er werd rekening gehouden met de door de omroeporganisatie aangehaalde argumenten. 

 

5. Zaak VRM tegen NV Vlaamse Media Maatschappij - 2011/006

De toezichthouder controleerde de uitzendingen (4 december 2010, 14u-20u) van verschillende televisieomroeporganisaties waaronder VTMKzoom. Tijdens de onderzochte periode werd verschillende keren een alleenstaande reclameboodschap uitgezonden.  Naast deze alleenstaande reclamespots werden ook verscheidene reclameblokken met meerdere gegroepeerde reclamespots uitgezonden.

Het Mediadecreet stelt dat afzonderlijke reclame- en telewinkelspots de uitzondering moeten blijven. Een televisieomroepprogramma mag per dag slechts een afzonderlijke reclame- of telewinkelspot uitzenden. Wanneer een televisieomroeporganisatie, bij gebrek aan interesse van de klanten, er echter niet in slaagt om voor een reclameblok meerdere reclame- of telewinkelspots te verkopen, zijn afzonderlijke reclame- en telewinkelspots wel toegestaan.

De Vlaamse Media Maatschappij beroept zich op deze uitzonderingsgrond.  De desbetreffende reclameblokken werden wel degelijk opengezet voor adverteerders, maar er werd voor die blokken slechts één spot verkocht.

De VRM besluit dan ook dat VTMKzoom de bepalingen van het Mediadecreet heeft nageleefd. 

 

6. Zaak VRM tegen NV Media Ad Infinitum - 2011/008

De VRM controleerde de uitzending (5 januari 2011) van het programma ‘Doe-het-zelf met Roger’ (Vitaya). Hoewel het programma productplaatsing bevat, wordt geen gebruikgemaakt van het PP-logo. Evenmin worden de kijkers voor meer informatie doorverwezen naar de teletekstpagina’s of wordt de kijker rechtstreeks via het beeldscherm geïnformeerd met de zin ‘Dit programma bevat commerciële communicatie onder de vorm van productplaatsing’(zoals voorgeschreven in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 betreffende het gebruik van een logo voor de aanduiding van productplaatsing).

Vitaya erkent deze feiten en geeft aan dat deze te wijten waren aan een tijdelijk technisch defect en dus buiten de wil van de omroeporganisatie gebeurde.

Gelet op het feit dat het voor Vitaya om een eerste dergelijke inbreuk gaat en dat kan worden aangenomen dat een technisch defect aan de oorsprong lag, meent de VRM dat een waarschuwing een gepaste sanctie is. 

 

7. Zaak VRM tegen NV Media Ad Infinitum - 2011/013

De uitzendingen (1 maart 2011, 17u-23u) van verschillende televisieomroeporganisaties werden gecontroleerd. Het betrof onder meer de uitzendingen van Vitaya.

Uit de controle bleek dat tussen 20 en 21u, meer dan 13 minuten aan reclame werd uitgezonden. 22,6% Van de zendtijd werd zo besteed aan reclame.

Het Mediadecreet bepaalt dat het aandeel van televisiereclame en telewinkelspots per klokuur niet meer dan 20% mag bedragen.

De omroeporganisatie betwist de vaststellingen van de VRM niet, er wordt dan ook een inbreuk vastgesteld wegens het overschrijden van het maximaal toegelaten percentage zendtijd voor reclame en telewinkelspots.

Bij het bepalen van de strafmaat wordt rekening gehouden met de verzachtende omstandigheden die de omroeporganisatie in haar verweer aanvoert en met het gegeven dat de omroeporganisatie zich voor de eerste keer schuldig maakt aan dergelijke inbreuk. De VRM is dan ook van oordeel dat een waarschuwing een gepaste sanctie is. 

 

8. Zaak VRM tegen BVBA Actua TV - 2011/018

De VRM controleerde de uitzendingen van 12 mei 2011 (17u-23u) van diverse televisieomroeporganisaties, waaronder Actua TV.  Bij dit nazicht stelde de onderzoekscel van de VRM vast dat er verscheidene malen een alleenstaande reclameboodschap werd uitgezonden voor het magazine ‘Dolce’.  Deze alleenstaande reclameboodschap werd uitgezonden tussen een zelfpromotiespot (voor de on-demand dienst Actua+) en een aankondigingsspot voor een volgend programma.

Artikel 79, § 1, van het Mediadecreet schrijft voor dat televisiereclame duidelijk herkenbaar moet zijn en moet kunnen worden onderscheiden van de redactionele inhoud.  Reclame moet met visuele en/of akoestische en/of ruimtelijke middelen van andere onderdelen van het programma gescheiden worden. De VRM besluit dat Actua TV hieraan niet voldoet en dat de reclamespot zonder duidelijke identificatie werd uitgezonden.

De VRM besluit Actua TV voor deze overtreding te waarschuwen. De toezichthouder houdt hierbij rekening met het gegeven dat het de eerste keer is dat dergelijke inbreuk bij Actua TV wordt vastgesteld. Bovendien maakt de omroeporganisatie ook aannemelijk dat zij te goeder trouw handelde. 

 

9. Zaak VRM tegen BVBA Vlamex - 2011/020

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties op 12 mei 2011 (17u-23u). Het betrof onder meer de uitzendingen van Stories TV.

Productplaatsing niet kenbaar gemaakt

Op 12 mei 2011 zond Stories TV twee verschillende afleveringen uit van het programma 'Een Zaak met Smaak'.  In dit programma voert de presentator een gesprek met een centrale gast, dit tijdens een lunch in een restaurant.  De VRM merkt op dat er telkens een visuele melding wordt gemaakt van het restaurant in kwestie. Voor het nuttigen van het dessert wordt uitgeweken naar een andere plaats die een speciale betekenis heeft voor de genodigde.  De gast en de presentator begeven zich naar die plaats in een wagen met een specifieke commerciële opdruk.

De VRM is van oordeel dat hier voldaan is aan de definitie van productplaatsing: elke vorm van audiovisuele commerciële communicatie die bestaat in het opnemen van of het verwijzen naar een product of dienst of een desbetreffend handelsmerk binnen het kader van een televisieprogramma.

De VRM merkt op dat het logo voor productplaatsing echter ontbreekt. Bijgevolg wordt een overtreding vastgesteld tegen artikel 100, § 1, 4° van het Mediadecreet en op de artikelen 1 tot 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 betreffende het gebruik van een logo voor de aanduiding van productplaatsing.

Sponsorvermelding bij het journaal

Op de avond van 12 mei 2011 wordt eveneens het programma 'De Vlaanders' uitgezonden. Het programma wordt geproduceerd in samenwerking met de regionale televisiezenders AVS en Focus/WTV en brengt actualiteit uit de provincies Oost- en West-Vlaanderen.  Aan het einde van het programma verschijnen enkele visuele vermeldingen: 'met dank aan De Client / Close-up / Loewe'.

De VRM is van oordeel dat het programma 'De Vlaanders' als journaal moet gecatalogeerd worden.  In het verleden heeft de toezichthouder reeds geoordeeld dat het leveren van faciliteiten of diensten (zoals kleding en haartooi) moet worden beschouwd als een bijdrage aan de financiering van het programma met als doel de naam, handelsmerk, imago, activiteiten of producten meer bekendheid te geven en aldus beantwoordt aan de definitie van sponsoring.

Artikel 96, eerste lid, van het Mediadecreet stelt echter dat journaals of politieke informatieprogramma's niet gesponsord mogen worden. Deze bepaling werd door Stories TV geschonden.

Gelet op het feit dat Stories TV voor het eerst deze inbreuken heeft gepleegd, wordt een waarschuwing opgelegd. 

 

10. Zaak VRM tegen VZW Antwerpse Televisie (ATV) - 2011/022

De VRM controleerde de uitzendingen van ATV van 7 mei 2011 (14u-17u).  In het programma 'Hotspot' werd een korte reportage uitgezonden rond 'Paige Corner XSO'. Volgens de VRM moet deze reportage beschouwd worden als reclamespot. De winkel en het aanbod in kwestie vormen daarbij het enige onderwerp van de spot en worden via voice-over aangeprezen. Er wordt op locatie gefilmd waarbij de winkel en de producten voortdurend in beeld worden gebracht. Aan het einde van de spot verschijnen de contact- en adresgegevens van de vestiging in beeld. De VRM meent dat gezien de inhoud en het duidelijke promotionele karakter, deze reportage eigenlijk een reclamespot is. Het publicitaire karakter van de reportage vloeit voort uit de sterk lovende bewoordingen en het aanprijzen van de winkel en het aanbod.

In het programma 'Hotspot' werden eveneens drie langere reportages uitgezonden omtrent een winkel,  een designercollectie en een eethuis. De VRM besluit dat deze reportages als publi-reportage moeten beschouwd worden, gelet op de combinatie van de visuele aandacht en de auditieve vermeldingen, beschrijvingen en aanprijzingen voor de handelszaken. 'Uit dat sterke verkoopbevorderende karakter van de reportages kan in redelijkheid enkel worden besloten dat zij tegen betaling of een soortgelijke vergoeding zijn gemaakt. Er kan immers worden verondersteld dat een omroeporganisatie, die een deel van haar werkingsmiddelen verwerft met commerciële communicatie, dergelijke reportages uitzendt om inkomsten te verkrijgen', zo besluit de VRM.

Artikel 79, § 1, eerste lid van het Mediadecreet bepaalt dat televisiereclame en telewinkelen duidelijk herkenbaar moeten zijn en moeten kunnen onderscheiden worden van de redactionele inhoud. Reclame en telewinkelen moeten met visuele en/of akoestische en/of ruimtelijke middelen van de andere onderdelen van het programma worden gescheiden. De VRM besluit dat ATV niet voldaan heeft aan deze bepaling van het Mediadecreet.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM er rekening mee dat ATV reeds in het verleden voor dezelfde soort inbreuk werd gesanctioneerd. De VRM legt ATV dan ook een geldboete van 2.000 euro op. 

 

11. Zaak VRM tegen VZW AVS - 2011/023

De VRM controleerde de uitzendingen van de regionale televisieomroepen, waaronder AVS (verzorgingsgebied Gent – Eeklo – Oudenaarde), van 7 mei 2011 (14u-17u).

Tijdens de onderzochte periode werd 4x een publi-reportage uitgezonden die niet duidelijk als dusdanig herkenbaar werd gemaakt.  AVS erkent dat de publi-reportage niet als dusdanig herkenbaar werd gemaakt.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM er rekening mee dat de regionale televisieomroep verklaart dat het een onopzettelijke vergissing betrof en dat zij zich voorneemt om in de toekomst de uitzendingen meer nauwlettend te controleren. De VRM beslist om AVS te waarschuwen voor deze inbreuk. 

 

12. Zaak VRM tegen VZW Regionale Televisie Vlaams-Brabant - Halle - Vilvoorde (Ring TV) - 2011/024

De VRM controleerde de uitzendingen van de regionale televisieomroepen, waaronder Ring TV (verzorgingsgebied Halle-Vilvoorde), van 7 mei 2011 (14u-17u).

Tijdens de onderzochte periode werd driemaal reclameboodschappen uitgezonden die niet in een reclameblok werden geplaatst. Het gaat daarbij telkens om reclameboodschappen voor de adverteerders ‘de Nacht van Affligem’ en ‘Rantour’. In het programma ‘Viva’ werd een alleenstaande reclamespot vertoond.

Ring TV voert in het verweer aan dat de reclameboodschap voor 'de Nacht van Affligem' eigenlijk een trailer van de zender was waarbij kaarten voor dit evenement, waarvan Ring TV mediapartner was, aan de kijkers werden weggeschonken. Bijgevolg betreft het een zelfpromotiespot.
Zowel de spot van 'Rantour' als die van de 'Slaapadviseur' zijn wel als reclamespot te kwalificeren. Ring TV geeft echter aan dat er per vergissing een spot werd uitgezonden in plaats van een billboard van 'Rantour'. Wat de spot van de 'Slaapadviseur' betreft wijst Ring TV er op dat een alleenstaande reclamespot werd uitgezonden omdat het de enige adverteerder was voor dat uitzendmoment.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met de aard van de inbreuk en het gegeven dat Ring TV de vergissing met de billboard reeds had rechtgezet. Bijgevolg wordt Ring TV gewaarschuwd. 

 

13. Zaak VRM tegen NV Media Ad Infinitum (Vitaliteit) - 2011/026

De VRM controleerde de uitzendingen van Vitaliteit (4 juni 2011, 16u-22u). In de onderzochte periode werd tien maal een alleenstaande reclamespot uitgezonden, dit telkens voor dezelfde adverteerder. Artikel 79, §2, van het Mediadecreet bepaalt dat afzonderlijke reclame- en telewinkelspots de uitzondering moeten blijven. Een afzonderlijke reclame- of telewinkelspot is toegestaan per televisieomroepprogramma per dag. Daarnaast zijn afzonderlijke reclame- en telewinkelspots toegestaan in volgende gevallen:

1° in uitzendingen van sportevenementen;

2° als er een langdurige spot wordt uitgezonden van minimaal twee minuten;

3° als een omroeporganisatie er niet in geslaagd is voor een specifiek reclameblok meer dan een reclame- of telewinkelspot te kopen, bij gebrek aan interesse van klanten.

In het verweer geeft de omroep aan dat de desbetreffende reclameblokken wel degelijk werden opengesteld voor de adverteerders, maar dat er slechts één spot werd verkocht voor de respectievelijke blokken. Vitaliteit argumenteert dat zij als digitaal kanaal slechts een heel klein bereikt heeft en weinig of geen interesse van de adverteerders geniet.

De VRM besluit dat Vitaliteit aannemelijk maakt dat ze beroep kan doen op de uitzonderingsgrond van artikel 79, § 2, tweede lid, 3°, van het Mediadecreet. Bijgevolg wordt geen inbreuk vastgesteld. 

 

14. Zaak VRM tegen NV Vlaamse Media Maatschappij (2BE) - 2011/027

De VRM controleerde de uitzendingen van 2BE (13 juli 2011, 14u-20u).  In de onderzochte periode werd in een tijdspanne van ongeveer 45 minuten vijf maal een alleenstaande reclameboodschap uitgezonden, dit voor verschillende adverteerders.

Artikel 79, §2, van het Mediadecreet bepaalt dat afzonderlijke reclame- en telewinkelspots de uitzondering moeten blijven. Een afzonderlijke reclame- of telewinkelspot is toegestaan per televisieomroepprogramma per dag. Daarnaast zijn afzonderlijke reclame- en telewinkelspots toegestaan in volgende gevallen:

1° in uitzendingen van sportevenementen;

2° als er een langdurige spot wordt uitgezonden van minimaal twee minuten;

3° als een omroeporganisatie er niet in geslaagd is voor een specifiek reclameblok meer dan een reclame- of telewinkelspot te kopen, bij gebrek aan interesse van klanten.

In het verweer geeft 2BE aan dat de desbetreffende reclameblokken wel degelijk werden opengesteld voor de adverteerders, maar dat er slechts één spot werd verkocht voor de respectievelijke blokken. 2BE geeft aan dat de betrokken spots werden uitgezonden op een tijdstip waarop de zender een laag bereikt heeft bij de kijkers, bijgevolg was er weinig of geen interesse bij de adverteerders. De VRM besluit dat 2BE aannemelijk maakt dat ze beroep kan doen op de uitzonderingsgrond van artikel 79, §2, tweede lid, 3°, van het Mediadecreet. Bijgevolg wordt geen inbreuk vastgesteld. 

 

15. Zaak VRM tegen NV Life!TV Broadcasting Company - 2011/028

De VRM controleerde de uitzendingen van 13 juli 2011 (14u-20u) van Life!TV. In het programma 'Game Generation', dat voornamelijk bestaat uit previews van nieuwe computergames, worden de games in kwestie op een commercieel en promotioneel gunstige manier in beeld gebracht. Ook de commentaren van de presentatoren en de voice-over zijn nagenoeg uitsluitend lovend en wervend. Volgens de VRM betekent de positieve belichting van de games en het lovende woordgebruik een inbreuk op het Mediadecreet. De regelgeving laat productplaatsing toe, dit echter onder specifieke voorwaarden. Zo mag niet rechtstreeks worden aangespoord tot de aankoop of huur van goederen of diensten, in het bijzonder door deze aan te prijzen.

In het desbetreffende programma werd ook de  rubriek 'Wannahaves' uitgezonden.  In deze rubriek richten de presentatoren zich rechtstreeks tot de kijker om deze te overtuigen van het nut en het gebruiksgemak van de 'Demon Kinect Holder' en de 'Play Station Eye Holder'. De VRM is van oordeel dat gezien de inhoud en het duidelijk promotioneel karakter, deze rubriek als reclame moet worden beschouwd.  Bijgevolg moest deze rubriek duidelijk gescheiden worden van de redactionele inhoud en in een reclameblok worden geplaatst.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM er rekening mee dat er sprake is van ernstige inbreuken en dat Life!TV reeds in het verleden voor een gelijkaardige inbreuk werd gesanctioneerd. Bijgevolg legt de VRM een geldboete van 1.250 euro op. 

 

16. Zaak VRM tegen NV SBS Belgium - 2011/029

De VRM controleerde de uitzendingen van 'Vlaanderen Vandaag ' van 6 en 9 september 2011.  De toezichthouder stelt vast dat in het programma veelvuldig het logo 'nieuwsblad.be' in beeld wordt gebracht. De website 'nieuwsblad.be' wordt zo aanzienlijk meer onder de aandacht gebracht dan de andere media of platformen (zoals de sociale mediasites Facebook en Twitter) waaruit 'Vlaanderen Vandaag' reacties van kijkers verzamelt.

De herhaalde vermeldingen van de website 'nieuwsblad.be' overstijgen dan ook de aandacht die doorgaans aan merkbenamingen wordt besteed in het kader van journalistieke verslaggeving, en vallen bijgevolg onder de definitie van commerciële communicatie.  Door het integreren van de auditieve en visuele vermeldingen van de website nieuwsblad.be als commerciële communicatie in de redactionele inhoud van het programma zelf, wordt het voorschrift dat deze commerciële communicatie gemakkelijk als zodanig herkenbaar moet zijn, niet afdoende gerespecteerd.

Gelet op het feit dat SBS deze inbreuk voor het eerst begaat en rekening houdend met het beperkte bereik van het programma 'Vlaanderen Vandaag', besluit de VRM VT4 te waarschuwen. 

 

17. Zaak VRM tegen BVBA Actua TV - 2011/031

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties van 19 september (17u-23u), waaronder Actua TV. De onderzoekscel van de VRM stelde vast dat tijdens de onderzochte periode 22 alleenstaande reclame- of telewinkelspots werden uitgezonden. Telkens betrof het spots m.b.t. een boek.  De spot werd afgesloten met de auditieve vermelding: 'Koop nu een door de auteur gesigneerde exemplaar van dit boek op onze webshop www.actua.be' . De spots werden ook niet duidelijk als reclame of telewinkelen aangeduid.

De VRM is van oordeel dat deze boeken niet kunnen beschouwd worden als een product van BVBA Actua tv, dit louter omdat ze aan bod zijn gekomen in een boekenprogramma van de zender. Bijgevolg beantwoorden de spots niet aan de definitie van zelfpromotie.

De VRM stelt dan ook een inbreuk vast op artikelen 79, § 1 en §2, van het Mediadecreet. Aangezien de omroep aannemelijk maakt dat er te goeder trouw werd gehandeld, legt de VRM een waarschuwing op.

 

'Koop nu' zet rechtstreeks aan tot aankoop

Tijdens de onderzochte periode werd ook het programma 'Actua TV-Boeken' uitgezonden. Aan het einde van het programma volgt telkens een korte spot, die vormelijk het karakter heeft van een sponsorvermelding, over het boek dat in het programma door de auteur wordt toegelicht. Gedurende de hele spot wordt de cover van het boek prominent in beeld gebracht, naast de vermelding van de website en begeleid door de auditieve boodschap: 'Koop nu een door de auteur gesigneerd exemplaar van dit op boek op onze webshop www.actua.tv/shop’.

Artikel 91, 2°, van het Mediadecreet stelt dat gesponsorde omroepdiensten en programma's niet rechtstreeks mogen aansporen tot aankoop of huur van goederen of diensten, in het bijzonder door die goederen of diensten specfiek aan te prijzen. De VRM is van oordeel dat Actua TV deze bepaling niet heeft nageleefd. Gelet op het feit dat het de eerste keer is dat dergelijke inbreuk bij Actua wordt vastgesteld, wordt een waarschuwing opgelegd. 

 

18. Zaak VRM tegen NV Vlamex (Stories TV) - 2011/032

 De VRM controleerde de uitzendingen van Stories TV van 19 september 2011 (17u-23u).

 

Geen logo productplaatsing
Op die datum werd het programma 'Tendens Huis' uitgezonden. Er wordt duidelijk aandacht besteed aan 'Recticel', wiens merknaam en logo prominent in beeld wordt gebracht. Aan het einde van het programma wordt o.a. Recticel als programmasponsor vermeld.

De VRM is echter van oordeel dat hier sprake is van productplaatsing, die evenwel - omwille van het ontbreken van het PP-logo bij het begin en aan het einde van het programma - niet in overeenstemming is met de voorwaarden die worden opgelegd door artikel 100, § 1, 4° van het Mediadecreet en met de artikelen 1 tot 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 betreffende het gebruik van een logo voor de aanduiding van productplaatsing. 

 

Sponsorvermeldingen bij het journaal
Tijdens de onderzochte periode werd ook het programma 'De Vlaanders' uitgezonden. Het programma in kwestie wordt geproduceerd in samenwerking met de regionale televisieomroeporganisaties AVS en Focus/WTV en belicht voornamelijk de actualiteit m.b.t. de provincies Oost- en West-Vlaanderen. Aan het einde van het programma verschijnen enkele sponsorvermeldingen.

Het Mediadecreet bepaalt echter dat 'journaals en politieke informatieprogramma's niet mogen gesponsord worden'.

 

De VRM besluit Stories TV te waarschuwen, gelet op de aard van de inbreuken en de afwezigheid van kwader trouw. 

 

19. Zaak VRM tegen NV NV Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie - 2011/034

De VRM controleerde de uitzendingen van Extra Time (Canvas) van 10 oktober 2011.

Extra Time is een praatprogramma waarin de voetbalwedstrijden van de Belgische eerste klasse voetbalcompetitie, de Jupiler Pro League, aan bod komen.

De uitzending van Extra Time van 10 oktober 2011, handelde echter uitsluitend over het Belgisch nationaal voetbalelftal en dus niet over de Jupiler Pro Leauge.

De VRM stelt vast dat de merkbenaming en logo ‘Jupiler (Pro League)’ in het programma Extra Time van 10 oktober 2011 niet duidelijk herkenbaar waren als commerciële communicatie. Aangezien de uitzending uitsluitend over het Belgisch nationaal voetbalelftal ging, waren ze niet onvermijdbaar en hadden ze door een kleine technische ingreep weggelaten kunnen worden, zonder dat hierdoor de volledige ‘look en feel’ van het programma zouden zijn aangetast. 

 

20. Zaak VRM tegen NV Vlaamse Media Maatschappij - 2011/035

De VRM controleerde de uitzending van het programma 'Bouwen aan geluk' van 3 november 2011. In het programma komt commerciële communicatie voor onder de vorm van merknamen, logo's en producten. Het gaat onder meer om productplaatsing. Zo wordt onder andere gebruikgemaakt van een 'Dockx' - verhuiswagen, wordt er 'Quick Step' - materiaal geleverd en geplaatst en worden er meubels van 'Heylen' geleverd. Dit alles wordt duidelijk in beeld gebracht.

Het Mediadecreet bepaalt de voorwaarden waaraan programma's die productplaatsing bevatten, moeten voldoen.  Met het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 wordt het gebruik van een logo voor de aanduiding van productplaatsing geregeld.

De Vlaamse Regulator voor de Media stelt echter vast dat zowel bij aanvang als aan het einde van het programma en na de beide reclame-onderbrekingen het logo voor productplaatsing ontbreekt. De VRM besluit dan ook dat de VMMa een inbreuk beging op artikel 100, §1, 4°, van het Mediadecreet en artikelen 1 tot en met 3 van het besluit van 10 september 2011.

In het verweer maakt de omroeporganisatie echter aannemelijk dat de inbreuk te wijten was aan een technisch defect en dus buiten haar wil gebeurde. VTM wordt gewaarschuwd voor deze inbreuk. 

 

21. Zaak VRM tegen BVBA Ment Media - 2011/036

De VRM controleerde de uitzendingen (5 oktober 2011, 17u-23u) van verschillende televisiezenders, waaronder Ment TV. Op die datum werd het programma 'Inge en Debbie A-mode Make Over on Television' uitgezonden.  Het programma wordt voorafgegaan en gevolgd door een sponsorvermelding voor kledingketen A-mode.  Gedurende het hele programma verschijnt het logo van televisiezender 'Ment' met daaronder een banner 'A-mode make over'. Op het eind van het programma verschijnt een banner 'A-mode make over is een programma van Cross Media Thinking.be in opdracht van A-mode'.

Door de combinatie van verschillende visuele elementen en het feit dat het programma werd geproduceerd in opdracht van A-mode, is de toezichthouder van oordeel dat dit programma het karakter van een publi-reportage krijgt.  Echter, wordt het programma niet op deze manier aangekondigd. Ment TV betwist de visie van de VRM niet.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met de aard van de inbreuk, met het gegeven dat het om een eerste inbreuk gaat en dat de omroeporganisatie aangeeft dat ze zich intussen geconformeerd heeft. De VRM legt Ment TV dan ook een waarschuwing op.