Artikel 154 en 155 van het Mediadecreet bepalen de quotaverplichtingen van de VRT en de particuliere lineaire televisieomroeporganisaties.
Artikel 154:
“De televisieomroeporganisatie van de Vlaamse Gemeenschap en de particuliere lineaire televisieomroeporganisaties streven ernaar om het grootste gedeelte van hun niet aan informatie, sport, spel, reclame, teletekst en telewinkelen gewijde zendtijd te reserveren voor Europese producties.
Een aanzienlijk deel ervan moet worden besteed aan Nederlandstalige Europese producties.
De Vlaamse Regering kan ter uitvoering van lid 1 en lid 2 quota opleggen.”
Artikel 155:
“De televisieomroeporganisatie van de Vlaamse Gemeenschap en de particuliere lineaire televisieomroeporganisaties streven ernaar om ten minste tien procent van hun niet aan informatie, sport, spel, reclame, teletekst en telewinkelen gewijde zendtijd te besteden aan Europese producties die vervaardigd zijn door onafhankelijke producenten of door producenten die geen onafhankelijke producenten zijn als vermeld artikel 2, 49°, maar die onafhankelijk zijn in de zin van artikel 2, 49°, a), van de televisieomroeporganisatie die de productie uitzendt.”
Artikel 156 van het Mediadecreet schrijft voor dat de televisieomroeporganisaties elk jaar voor 31 maart aan de Vlaamse Regulator voor de Media een verslag bezorgen over de wijze waarop aan de bepalingen van artikelen 154 en 155 is voldaan.
In het kader van het onderzoek naar mediaconcentratie wordt gevraagd, indien beschikbaar, ook gegevens over het aantal Vlaamse producties mee te delen.
De VRM heeft reeds alle omroepen aangeschreven met de vraag deze rapportering voor het werkjaar 2024 ten laatste tegen 31 maart 2025 te bezorgen. Indienen kan elektronisch (via mail) of per post naar:
Vlaamse Regulator voor de Media
t.a.v. de heer Dirk Peereman
Koning Albert II-laan 15 bus 476
1210 Brussel
De VRM stelt voor de rapportering een schema in Word ter beschikking.