Korte samenvatting van de beslissing:
De VRM ontving een klacht m.b.t. het programma ‘Extreme Makeover Home Edition – Vlaanderen, en meer bepaald de aflevering van 12 november 2022 (20u15) op ‘Play4’.
De klager geeft aan dat zijn drie minderjarige kinderen, tot zijn ongenoegen, met hun moeder (zijn ex-echtgenote) hebben deelgenomen aan het programma. Volgens de klager wordt daarin foutieve informatie verschaft in verband met hem persoonlijk. Dit zal nadelige gevolgen hebben voor onder meer de toekomstige relatie met zijn kinderen en zijn emotioneel welzijn, aldus de klager.
De klager verduidelijkt dat hij wel de toestemming heeft verleend om zijn minderjarige kinderen in beeld te brengen, maar enkel omdat hij werd bedreigd met een rechtszaak. Toen hij later aangaf dat hij liever had dat het programma niet zou worden uitgezonden, zou hij er nogmaals mee bedreigd zijn dat de onkosten daarvan op hem zouden worden verhaald.
Beoordeling door de VRM:
De klager heeft reeds op 14 april een klacht ingediend bij de VRM, voorafgaand aan de uitzending van de bewuste aflevering. De voorzitter van de Kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen heeft die klacht bij eerdere beslissing 2022-019 kennelijk onontvankelijk verklaard.
Geen van de bepalingen uit het Mediadecreet, waarover de Kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen uitspraak kan doen, heeft betrekking op de door de klager aangevoerde bezwaren bij het betreffende programma. Dat geldt ook voor de in artikel 42 van het Mediadecreet bedoelde bescherming van minderjarigen, die immers betrekking heeft op de bescherming tegen schadelijke inhoud bij het bekijken van televisiediensten en dus niet op de deelname van minderjarigen aan programma’s.
De klacht voldoet aldus kennelijk niet aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden
Artikel 12, tweede lid, van het Procedurebesluit bepaalt dat klachten die kennelijk niet voldoen aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden onmiddellijk door de voorzitter van de bevoegde kamer in een schriftelijk en met reden omklede beslissing onontvankelijk kunnen worden verklaard.
De voorzitter van de Kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen verklaart de klacht bijgevolg kennelijk onontvankelijk.