Korte samenvatting van de beslissing
De VRM controleerde de uitzending van ‘Hoe Zal Ik Het Zeggen?’ (VTM) van 21 januari 2019.
Tijdens de eerste reclame-onderbreking wordt door VTM een filmpje uitgezonden als publi-reportage. Aan het begin van dit filmpje verschijnt gedurende vijf seconden een visuele boodschap van een sponsorend telecombedrijf. Daarna is te zien hoe een dame op straat wordt tegengehouden door enkele ‘hangjongeren’, die tot haar verbazing een serenade brengen en haar bedanken, omdat zij als dokter een meisje heeft geholpen. In beeld verschijnt: “Dokter Kim heeft kleine Nina door haar ziekte RSV geholpen. Mama Sien wil haar daarvoor bedanken.’’. Aan het einde van het filmpje verschijnt gedurende vier seconden het logo van het telecombedrijf.
De VRM stelt vast dat de inhoud van dit filmpje gebaseerd is op, en naadloos aansluit bij het programma ‘Hoe Zal Ik Het Zeggen?’. De gelijkenis en het overheersende redactionele aspect is volgens de VRM van die aard dat het filmpje integraal als redactioneel item moet worden beschouwd. Voor de kijker is het niet te onderscheiden van een programma-onderdeel van het desbetreffende programma.
De VRM oordeelt dat de kijker aldus in verwarring werd gebracht omtrent het commerciële karakter van het filmpje. Het principe van herkenbaarheid van commerciële communicatie ten aanzien van redactionele inhoud is zo geschonden.
Gelet op de ernst van de inbreuk en het grote kijkbereik, beslist de VRM een administratieve geldboete van 7.500 euro op te leggen.