Korte samenvatting van de beslissing:
De VRM ontving een klacht van Broadcast Technology & Development (B.T.D.) B.V. tegen Norkring België NV. De klacht heeft betrekking op de niet-naleving van artikel 28 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de voorwaarden en procedure voor het verkrijgen van een licentie voor het aanbieden van een radio- of televisieomroepnetwerk en de bijbehorende zendvergunningen door het niet (tijdig) in gebruik nemen voor digitale televisie-uitzendingen van pakket 7 (bestaande uit kanaal 10) dat deel is van de licentie voor het aanbieden van een televisieomroepnetwerk door de VRM toegekend aan Norkring bij beslissing 2009/051.
Uit de niet betwiste gegevens van de zaak blijkt dat Norkring sinds 22 juni 2009 een licentie met een duurtijd van vijftien jaar heeft gekregen voor het aanbieden van een digitaal televisieomroepnetwerk. Deze licentie omvat een groep van frequentiekanalen/pakketten.
Verder blijkt dat Norkring sinds begin 2018 in Sint-Pieters-Leeuw actief is op frequentiekanaal 10 met het uitzenden van een promofilm voor Norkring, een rechtenvrije science-fiction-kortfilm en een promofilm voor Antenne TV van TV Vlaanderen. De VRM stelt vast dat beide partijen deze activiteit en timing erkennen.
Het is alleszins duidelijk dat frequentiekanaal 10 in het geheel niet werd gebruikt vanaf het verkrijgen van de licentie in 2009 tot de start van de uitzendingen begin 2018.
Het veweer van Norkring dat artikel 28 van het Procedurebesluit enkel vereist dat de licentiehouder de kanalen in gebruik neemt zonder daarbij verdere vereisten rond de aard of de omvang van het gebruik op te leggen, wordt niet bijgetreden. Afgezien van de vraag of de Machtigingsrichtlijn en de Europese rechtspraak dienaangaande vereisten zouden opleggen, moet Norkring minstens rekening houden met artikel 203 van het Mediadecreet, waaraan het Procedurebesluit uitvoering geeft.
Dat artikel vereist dat de aanbieder van een etheromroepnetwerk de digitale capaciteit van zijn netwerk gebruikt om omroepprogramma's uit te zenden. Op grond van het Mediadecreet draagt Norkring aldus de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat omroepprogramma's worden uitgezonden op haar etheromroepnetwerk. Norkring moet er met andere woorden op toezien dat haar contractanten hieraan voldoen.
Artikel 2, 27°, van het Mediadecreet bepaalt wat onder "omroepprogramma" verstaan wordt. Het in lusvorm uitzenden van uitsluitende twee promofilmpjes en één kortfilm beantwoordt niet aan die decretale definitie. Het uitzenden van enkele items in lusvorm is puur formeel en kan niet worden beschouwd als een daadwerkelijk gebruik van de licentie voor wat kanaal 10 betreft. Norkring toont niet aan dat zij haar contractant hier al op heeft gewezen, laat staan dat zij in dit verband enige verdere actie heeft ondernomen.
Uit dit alles volgt dat de licentie voor het aanbieden van een televisieomroepnetwerk voor wat betreft frequentiekanaal 10, niet in gebruik is genomen en dat er reeds meer dan twee jaar verstreken is na het verwerven van de licentie. Overeenkomstig artikel 28 van het Procedurebesluit kan de licentiehouder zijn licentie met betrekking tot het niet in gebruik genomen frequentiekanaal 10 verliezen.
Wat betreft de sanctie, volgt de VRM het verweer dat een intrekking van de licentie overeenkomstig artikel 28 van het Procedurebesluit slechts mogelijk is na herhaaldelijke schendingen van het Mediadecreet of het Procedurebesluit, wat in deze zaak niet het geval is. Gezien het voortdurende karakter, gaat het slechts om één inbreuk die nu voor het eerst wordt vastgesteld.
Overeenkomsig datzelfde artikel kan de VRM de licentiehouder wel in gebreke gestellen voor wat betreft het gebruik van frequentiekanaal 10 van de licentie, waarbij de licentiehouder een regularisatietermijn krijgt om zich te conformeren aan alle voorschriften.
De VRM stelt vast dat Norkring momenteel als enige een vorm van mogelijke concurrentie voor kabeltelevisie een kans geeft, temeer nu de VRT gestopt is met haar digitaal ether televisie-aanbod.
Uit de door de partijgen verstrekte gegevens blijkt dat Norkring wel degelijk pogingen heeft ondernomen om kanaal 10 in gebruik te nemen.Norkring heeft immers in 2017 een overeenkomst gesloten met M7 Group, de commerciële groep achter TV Vlaanderen. De daarin voorziene optie voor M7 Group om capaciteit op frequentiekanaal 10 te gebruiken werd inmiddels gelicht en Norkring heeft aan de VRM de in dit kader vereiste zendvergunning gevraagd, die werd toegekend op 22 mei 2017. Waar M7 Group nalaat gebruik te maken van de capaciteit op kanaal 10, dient er rekening mee te worden gehouden dat Norkring niet zomaar die tekortkoming ongedaan kan maken doch daartoe een aantal feitelijke en juridische stappen dient te zetten tegenover haar contractant.
De VRM besluit dat de klacht ontvankelijk en gegrond is. De VRM beslist overeenkomstig artikel 29, lid 2, van het Procedurebesluit Norkring België NV in gebreke te stellen om de toestand uiterlijk op 30 september 2019 te hebben geregulariseerd door aan alle voorschriften te voldoen.