Dobbit beboet voor het niet indienen van een kennisgeving bij de VRM

In november 2012 deed Dobbit een kennisgeving bij de VRM met betrekking tot de uitzendingen van het Nederlandstalig omroepprogramma ‘Dobbit TV’. Begin maart 2016 stelt de onderzoekscel van de VRM vast dat via het aanbod van dienstenverdeler Proximus een Franstalig omroepprogramma wordt doorgegeven voor de Franse Gemeenschap (grondgebied Wallonië en Brussels Hoofdstedelijk Gewest) met dezelfde benaming ‘Dobbit TV’.

Uit de toepassing van artikel 150/1 van het Mediadecreet volgt dat Dobbit onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap valt en dus onder het toezicht van de VRM. Het hoofdkantoor is gevestigd in Zedelgem (Nederlandse taalgebied), waar ook een aanzienlijk deel van het personeel werkt en waar de redactionele beslissingen worden genomen.

Volgens artikel 162, eerste lid, van het Mediadecreet is voor elk omroepprogramma een kennisgeving vereist.

Uit het onderzoek blijkt dat er duidelijke verschillen zijn tussen het reeds aangemelde omroepprogramma en de beelden die op het grondgebied van de Franse Gemeenschap en van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad worden doorgegeven. Hierdoor wordt duidelijk dat het niet om exact dezelfde programma’s gaat die inhoudelijk dezelfde zijn.

Op basis van de decretale definitie kan de VRM niet anders dan besluiten dat een nieuw omroepprogramma wordt doorgegeven en dat een kennisgeving daarvan ontbreekt.

De VRM besluit Dobbit een administratieve geldboete van 1.250 euro op te leggen. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM enerzijds rekening met de ernst van de inbreuk, anderzijds met de formele verklaring van Dobbit om de toestand te regulariseren.

Mediadecreet

"In dit decreet wordt verstaan onder:

28° omroepprogramma: het geheel van programma's en alle additioneel meegestuurde informatie dat door een omroeporganisatie op basis van een programmaschema wordt aangeboden onder een merk of een titel."

"Private televisieomroeporganisaties moeten aangemeld worden bij de Vlaamse Regulator voor de Media. De kennisgeving wordt minimaal veertien kalenderdagen voor de start van het aanbieden van de lineaire televisiediensten gedaan.

De kennisgeving wordt conform artikel 219 gedaan en moet minstens de volgende informatie bevatten: alle gegevens die kunnen dienen om te bepalen of de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is voor de televisiedienst in kwestie, de statuten, de financiële structuur, en een duidelijke omschrijving van de te leveren dienst.

Na de kennisgeving moet elke wijziging van de informatie, vermeld in het tweede lid, door de private omroeporganisatie in kwestie zo spoedig mogelijk aan de Vlaamse Regulator voor de Media worden meegedeeld.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de kennisgevingen die de private televisieomroeporganisaties moeten naleven."

"Voor elk omroepprogramma is een kennisgeving vereist.

Private televisieomroeporganisaties die een omroepprogramma aanbieden dat uitsluitend bestaat ui telewinkelprogramma's, en private televisieomroeporganisaties, die een omroepprogramma aanbieden dat uitsluitend bestaat uit zelfpromotie, maken daarvan uitdrukkelijk melding in de kennisgeving."

"Kennisgevingen, aanvragen voor een erkenning of zendvergunning en klachten worden bij de Vlaamse Regulator voor de Media ingediend met een aangetekend schrijven, of via elektronische post of een ander telecommunicatiemiddel dat resulteert in een schriftelijk stuk aan de zijde van de geadresseerde, en waarop een elektronische handtekening is aangebracht die voldoet aan de vereisten van 1322 van het Burgerlijk Wetboek.

Bij kennisgevingen, klachten en aanvragen die worden ingediend door middel van elektronische post of een ander communicatiemiddel stuurt de Vlaamse Regulator voor de Media de aanvrager onmiddellijk een ontvangstbevestiging."

Partij 1:
VRM
Partij 2:
NV Dobbit
Kamer:
Algemene kamer
Datum publicatie: 16 juni 2016
Beslissingsnummer:
2016-027
Type procedure:
Beslissing