9.3. Restricties aantal DAB+-omroepen

Het beleid stimuleert het gebruik van digitale radio. De private landelijke – en netwerkradio-omroeporganisaties worden decretaal verplicht om te investeren in DAB+, met het oog op een analoge switchoff. De ontwikkeling van DAB+ werd o.a. gestimuleerd om ervoor te zorgen dat de hoge concentratie bij de aggregatie in de radiosector, door de beperkte beschikbaarheid van radiospectrum, verminderd zou worden. Momenteel zien we dit echter niet gebeuren.

Ook het beschikbare DAB+-spectrum is niet oneindig. Momenteel is er op DAB+ plaats voor ca. 36 (landelijke) DAB+-kanalen. De regelgeving legt hierbij geen beperkingen op inzake het aantal DAB+-kanalen dat een radio-omroeporganisatie kan bezitten. Een radio-omroeporganisatie kan momenteel, zonder enig opportuniteitsoordeel en zolang er capaciteit beschikbaar is, bijkomende DAB+-kanalen de ether in sturen. Zo gebruiken bepaalde omroeporganisaties vandaag opmerkelijk grote delen (tot meer dan een derde) van de beschikbare DAB+-kanalen.

Indien het beleid van oordeel is dat, door het ontbreken van een opportuniteitsoordeel, de beoogde beleidsdoelstelling in het gedrang komt, met name het bevorderen en stimuleren van meer concurrentie in het radiolandschap, kan overwogen worden om beperkingen in te voeren wat betreft het aantal kanalen per radio-omroeporganisatie.

In de nota aan de Vlaamse Regering omtrent het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 17 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de voorwaarden en procedure voor het verkrijgen van een licentie voor het aanbieden van een radio- of televisieomroepnetwerk en de bijbehorende zendvergunningen geeft het beleid aan dat het noodzakelijk is om te evolueren van een netwerkoperatormodel naar een omroepmodel. In een netwerkoperatormodel worden licenties toegekend aan een netwerkoperator die vervolgens zelf bepaalt welke radio-omroeporganisaties verspreid worden en tegen welke prijs. Dit betekent dat de overheid aan deze radio-omroeporganisaties geen voorwaarden kan opleggen inzake programmatie, aandeelhoudersstructuur, nieuws- of regioberichtgeving, kwaliteits- en diversiteitsstandaarden, technische uitrol naar dekking, financiële planning of businessplanning, enz., wat wel het geval is bij het toekennen van FM-erkenningen. Om in de toekomst onder meer kwalitatieve inhoudelijke voorwaarden te kunnen opleggen aan radio-omroeporganisaties die aanwezig zijn op DAB+ wil het beleid een omroepmodel uitwerken.