Klacht tegen VRT ongegrond

De VRM ontving een klacht tegen de VRT. De klacht heeft betrekking op het niet ter beschikking stellen van het HD-aanbod van de VRT aan de antennekijkers via het DVBT/T2-platform. Daardoor is de beeldkwaliteit volgens de klager ondermaats voor de weergave op de huidige HD-schermen en mist hij essentiële beeldinformatie om de programma’s goed te kunnen volgen, vooral bij close-ups, die steeds vaker gebruikt worden. Het meest recent stelde de klager dit vast tijdens de uitzending van de Pano-reportage ‘Boerenbedrog’ op 11 april 2018.

De klager vraagt om deze weigering en moedwillige benadeling van antennekijkers door de VRT te toetsen aan de geldende regelgeving, meer in het bijzonder aan het Mediadecreet en VRT-beheersovereenkomst. In die beheersovereenkomst leest de klager immers dat het toch de ambitie van de VRT is om het publieke VRT-aanbod via minstens één open platform, dus zonder abonnementskosten, ter beschikking te stellen aan elke Vlaming.

Op grond van artikel 218, § 2, 9°, van het Mediadecreet oefent de VRM toezicht uit op de naleving door de VRT van de beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid. Indien de VRM daarbij van oordeel is dat de beheersovereenkomst niet wordt nageleefd door de VRT, behoort het tot haar bevoegdheid om dit aan de Vlaamse Regering te rapporteren. De VRM heeft daarbij echter geen bevoegdheid om de VRT hiervoor een sanctie op te leggen.

De VRM stelt vast dat noch het Mediadecreet noch de beheersovereenkomst enige bepaling bevatten die zou voorschrijven in welke kwaliteit de VRT haar digitaal televisieaanbod zou moeten aanbieden, laat staan de VRT zou verplichten om het digitaal televisieaanbod in HD aan te bieden.

De klacht wordt bijgevolg ongegrond verklaard.

Mediadecreet

§ 2. De algemene kamer heeft de volgende taken:

1° met behoud van de toepassing van paragraaf 3 en van artikelen 13 en 30, het toezicht op de naleving van en de beteugeling van de inbreuken op de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten, met inbegrip van het toezicht op de naleving door de openbare omroeporganisatie en de beteugeling van de inbreuken door de openbare omroeporganisatie;

§ 2. De algemene kamere heeft de volgende taken:

9° het toezicht op de naleving door de openbare ormroeporganisatie van de beheersovereenkomst met de Vlaamse Gemeenschap, en het jaarlijks rapporteren daarover aan de Vlaamse Regering.

“De algemene kamer doet uitspraak, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de Vlaamse Regering, hetzij naar aanleiding van een schriftelijke, met redenen omklede en ondertekende klacht die haar kan worden voorgelegd door elke belanghebbende en, in geval van een klacht met betrekking tot de bepalingen over commerciële communicatie en boodschappen van algemeen nut, door elke natuurlijke persoon of rechtspersoon.

Over de inhoud van reclame kan de algemene kamer enkel uitspraak doen naar aanleiding van een schriftelijke, met redenen omklede en ondertekende klacht. Om ontvankelijk te zijn moet de klacht ingediend zijn uiterlijk de vijftiende dag na de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de klacht.”

Als de algemene kamer, binnen de grenzen van haar bevoegdheden, vermeld in artikel 220, § 1, een overtreding van de bepalingen van dit decreet vaststelt, kan ze aan de omroeporganisatie, dienstenverdeler in kwestie of het netwerk in kwestie de volgende sancties opleggen:

1° de waarschuwing met het bevel de overtreding stop te zetten;

2° het bevel de uitspraak uit te zenden op het tijdstip en op de wijze die bevolen zijn door de algemene kamer, op kosten van de overtreder. Als de uitspraak niet wordt uitgezonden op het tijdstip en de wijze zoals die bevolen zijn, kan een administratieve geldboete als vermeld in punt 4°, worden opgelegd;

3° de verplichte publicatie van de beslissing in dag- en/of weekbladen, op kosten van de overtreder. Als de uitspraak niet wordt gepubliceerd op de wijze zoals die bevolen is, kan een administratieve geldboete als vermeld in punt 4°, worden opgelegd;

4° een administratieve geldboete tot 125.000 euro;

5° de schorsing of intrekking van de zendvergunning;

6° de schorsing of intrekking van de erkenning van de omroeporganisatie;

7° de doorgifteschorsing overeenkomstig artikel 176.

In geval van het ongebruikt laten van de toegewezen zendmogelijkheden of het verkeerd gebruiken ervan, kan de algemene kamer de erkenning van een landelijke, regionale, netwerk- of lokale radio-omroeporganisatie of de vergunning voor een etheromroepnetwerk schorsen of intrekken.

Partij 1:
L.D.
Partij 2:
NV Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie
Kamer:
Algemene kamer
Datum publicatie: 18 juni 2018
Beslissingsnummer:
2018-025
Type procedure:
Klacht

Tags