CANVAS wordt gewaarschuwd n.a.v. de uitzending van ‘Allah Guerre’

De onderzoekscel van de VRM onderzocht de uitzending van ‘Panorama’ onder de titel ‘Allah Guerre’ (13 februari 2015, 16u25 – Canvas). Het betreft een reportage van de nieuwsdienst van de VRT over de beweegredenen van Belgische jongeren die naar Syrië vertrekken om er te strijden en over de invloed van de organisatie ‘Sharia4Belgium’ op deze jongeren.

De reportage bestaat o.a. uit een montage van eigen beeldmateriaal van de VRT en beeldmateriaal van het internet (vb. Youtube). Volgens de onderzoekscel van de VRM komen in het programma verschillende beeldfragmenten voor met geweld, of de suggestie ervan, de gevolgen van gepleegd geweld en gruwelbeelden. Het gaat daarbij volgens de onderzoekscel om beelden met een hoog realiteitsgehalte  of van reëel gepleegd geweld, dus niet om fictieve beelden.

Volgens de onderzoekscel van de VRM wordt noch door de keuze van het tijdstip van uitzending (omstreeks 16u25), noch door technische maatregelen (Canvas kan via analoge distributie ongecodeerd worden bekeken) gewaarborgd dat minderjarigen de ‘Allah Guerre’-reportage normaliter niet zullen zien. De presentatrice spreekt aan het begin van de uitzending een waarschuwing uit, tijdens de uitzending wordt geen visueel symbool getoond om de kijker te waarschuwen voor de inhoud van de reportage.

Artikel 42 van het Mediadecreet bevat enerzijds een absoluut verbod op uitzendingen die de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van minderjarigen “ernstig zouden kunnen aantasten” en anderzijds een relatief verbod met betrekking tot uitzendingen die “schade zouden kunnen toebrengen”.

Uitzendingen die onder het relatief verbod vallen mogen toch worden getoond indien ofwel door technische maatregelen (codering) ofwel door de keuze van het tijdstip van uitzending wordt gewaarborgd dat minderjarigen de uitzendingen normaliter niet zullen zien of beluisteren. Bij dergelijke ongecodeerde uitzendingen moet bovendien naast de keuze van het tijdstip van uitzending, een akoestische waarschuwing of visueel symbool worden gebruikt.

Hoewel het ombrengen of verwonden van personen niet expliciet wordt getoond, bevat de reportage niettemin veel beelden van personen die worden bedreigd met executie, vernederd of geïntimideerd. Verscheidene keren is te zien hoe mensen van dichtbij onder schot worden gehouden en worden geterroriseerd. Ook wanneer het beeld zwart wordt gemaakt, is toch nog een pistoolschot te horen. 

Geweld op televisie kan schadelijke gevolgen hebben voor minderjarigen, zoals leiden tot afstomping voor geweld, angst aanjagen of agressie aanwakkeren. De context waarin geweld wordt getoond speelt daarbij een grote rol.

Eén van de elementen die de kans op schadelijke gevolgen voor minderjarigen aanzienlijk vergroot is het realiteitsgehalte van het geweld dat wordt getoond.

Aangezien het in casu om een non-fictie-uitzending gaat en een reportage met beelden van reëel gepleegd geweld, is het geweld zeer indringend en schrikwekkend voor minderjarigen. Het identificatiepotentieel voor de kijker, met zowel de – vaak zelf minderjarige – daders als de slachtoffers, wordt hierdoor danig verhoogd. 

Ook de gevolgen van het geweld worden duidelijk zichtbaar gemaakt. Ofschoon de executies zelf niet in beeld worden gebracht, worden wel de stoffelijke overschotten van omgebrachte personen getoond. Bovendien is te zien hoe deze lijken worden onteerd door ze achter een truck voort te slepen of nogmaals op deze lichamen te schieten. Eveneens de geluiden van de geweerschoten die de beelden vergezellen dragen bij aan het angstaanjagende karakter ervan. 

Aangezien de geweldbeelden in de ‘Allah Guerre’-reportage voortkomen uit propagandafilmpjes die van de daders zelf afkomstig zijn, kan het voor minderjarigen overigens lijken alsof het plegen van deze gruwelijke gewelddaden gerechtvaardigd is en de lachende Syriëstrijders er ongestraft mee mogen wegkomen, wat het angstaanjagend karakter kan versterken. 

De kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen oordeelt dat de ‘Allah Guerre’-reportage geen programma betreft waarvoor een absoluut verbod geldt. De VRM is wel van oordeel dat de inhoud van deze bewuste ‘Panorama’-uitzending van dien aard is dat deze voor sommige minderjarigen leeftijds- en ontwikkelingsinadequaat is en dat het risico bestaat dat de inhoud schade toebrengt aan de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van minderjarigen overeenkomstig artikel 42, tweede lid, van het Mediadecreet. 

De onderzochte uitzending van ‘Panorama’ is op vrijdag 13 februari 2015 omstreeks 16u25 uitgezonden. Dit is een tijdstip waarop een breed publiek kan worden bereikt, inclusief jonge kinderen. Daardoor was niet gewaarborgd dat minderjarigen de ‘Allah Guerre’-reportage niet zouden zien. 

De kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen besluit dat de VRT de bepalingen van artikel 42, tweede lid, van het Mediadecreet heeft geschonden door op 13 februari 2015 op Canvas omstreeks 16u25 het programma ‘Panorama’ met de ‘Allah Guerre’-reportage uit te zenden. 

Bij het bepalen van de sanctie houdt de kamer er rekening mee dat dergelijke inbreuk voor het eerst wordt vastgesteld bij VRT naar aanleiding van de uitzending van een niet-fictieve productie, meer bepaald een documentaire reportage. 

De kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen besluit de VRT te waarschuwen.

Mediadecreet

“Lineaire televisieomroeporganisaties mogen geen programma's uitzenden die de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van minderjarigen ernstig zouden kunnen aantasten, met name programma's waarin pornografische scènes of beelden van nodeloos geweld voorkomen.

Deze bepaling geldt ook voor andere programma's die schade kunnen toebrengen aan de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van minderjarigen, tenzij door de keuze van het tijdstip van uitzending of door technische maatregelen wordt gewaarborgd dat minderjarigen in het verzorgingsgebied of zendgebied de uitzendingen normaliter niet zullen zien of beluisteren.

Als dergelijke programma's ongecodeerd worden uitgezonden, moeten ze voorafgegaan worden door een akoestische waarschuwing of moeten ze gedurende de hele uitzending herkenbaar zijn aan een visueel symbool.

De bepalingen van het eerste en het tweede lid gelden ook voor aankondigingen van programma's die uitgezonden worden door lineaire televisieomroeporganisaties”.

Partij 1:
VRM
Partij 2:
NV Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie
Kamer:
Kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen
Datum publicatie: 23 juni 2015
Beslissingsnummer:
2015-037
Type procedure:
Ambtshalve onderzoek