9.2. Beslissing bij ambtshalve onderzoek m.b.t. commerciële communicatie

1. VRM tegen NV Dobbit (DOBBIT TV) - 2014/002

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (8 oktober 2013, 17u-23u) waaronder DOBBIT TV.

Tijdens de onderzochte periode wordt het programma 'mijn muur' uitgezonden. Aan het begin en einde van het programma wordt het PP-logo vertoond, het programma wordt gevolgd door een sponsorvermelding voor 'Brico'.

In het korte programma wordt getoond en uitgelegd hoe een muur hersteld dient te worden alvorens te behangen of te schilderen. Dit wordt getoond door een man die een trui draagt met op de rug heel duidelijk de benaming 'Brico'. De benaming 'Brico' wordt niet auditief vermeld, de verpakkingen en producten die gebruikt worden en van het merk 'Brico' zijn worden wel duidelijk in beeld gebracht.

Het Mediadecreet laat productplaatsing toe, dit echter onder specifieke voorwaarden. Zo mag er geen overmatige aandacht zijn voor de producten of diensten in kwestie.
De VRM is van oordeel dat in deze uitzending wel degelijk sprake is van overmatige aandacht. Ook DOBBIT TV geeft toe dat in deze sprake kan zijn van overmatige aandacht.

Gelet op het feit dat het een eerste inbreuk van DOBBIT TV betreft, het programma een beperkt kijkbereik had en dat DOBBIT TV intussen gestopt is met het uitzenden van dergelijke reportages, wordt de waarschuwing als gepaste sanctie beschouwd.

2. VRM tegen NV Vlamex (Stories TV) - 2014/003

De VRM controleerde de uitzendingen (24 oktober 2013, 17u-23u) van verschillende televisieomroeporganisaties, waaronder Stories TV.

Tijdens de controle worden verschillende inbreuken op de mediaregelgeving vastgesteld. Zo wordt het logo voor de aanduiding van productplaatsing verkeerdelijk gebruikt (logo wordt minder dan 5 seconden getoond, is in bepaalde gevallen wazig en niet contrasterend met de achtergrond). Er wordt overmatige aandacht besteed aan handelzakenen, tevens blijken de publi-reportages onvoldoende aangeduid.

Voor deze inbreuken op het Mediadecreet legt de VRM een geldboete van 1.500 euro op. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het feit dat Stories TV reeds eerder voor gelijkaardige inbreuken gesanctioneerd werd.

3. VRM tegen NV SBS Belgium (VIER) - 2014/005

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (15 november 2013, 17u-23u), waaronder VIER.

Onderscheid publireportage - reclamespot

Tijdens de onderzochte periode wordt driemaal een spot uitgezonden in opdracht van Royco. De spot wordt buiten de reclameblokken uitgezonden, voorafgegaan door een bumper 'publireportage' en gevolgd door een gewone bumper waarna het reclameblok volgt.

Hoewel de spot als 'publireportage' wordt aangekondigd door VIER, is deze volgens de VRM niet te beschouwen als een publireportage maar als een gewone reclamespot. Het Mediadecreet (artikel 81, §5) bepaalt dat publireportages een vorm van commerciële communicatie zijn die meer tijd in beslag nemen dan reclamespots omdat het accent ligt op redactionele en informatieve inhoud.

De Royco-spots hebben een duurtijd van 1 minuut, wat volgens de VRM onvoldoende is om van een reportage te kunnen spreken (die meer tijd in beslag neemt dan een reclamespot). Door de gebruikte bewoordingen en beelden hanteert men specifieke promotionele elementen die aanzetten tot consumptie. Hieruit blijkt volgens de VRM dat het accent in de Royco-spots niet op informatieve inhoud ligt maar op het promotionele.

Reclamespots moeten duidelijk herkenbaar zijn en onderscheiden

Reclamespots moeten volgens het Mediadecreet duidelijk herkenbaar zijn als televisiereclame en onderscheiden van de redactionele inhoud. De VRM meent dat hieraan niet is voldaan (dit door het uitzenden van verschillende bumpers waardoor de spot niet in een reclameblok werd uitgezonden).

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het feit dat de uurlimiet van reclame niet wordt overschreden. VIER wordt bijgevolg gewaarschuwd voor de overtreding.

4. VRM tegen BVBA VIMN Belgium (TMF) - 2014/006

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisiezenders (30 november 2013, 11u- 23u), waaronder TMF. Tijdens de onderzochte periode wordt het programma 'Gametown' uitgezonden waarin aandacht wordt besteed aan de nieuwe spelconsole 'Playstation 4' en enkele games die tegelijkertijd gelanceerd worden. In het programma komt ook bedieningsapparatuur voor games aan bod.

Productplaatsing - vertonen van het 'PP-logo'

De VRM is van oordeel dat in het programma sprake is van productplaatsing. Het Mediadecreet laat productplaatsing toe, dit echter onder specifieke voorwaarden (waaronder het tonen van het PP-logo). Hoewel TMF het logo toont aan het begin van het programma en na de reclameonderbreking, blijkt het logo te ontbreken aan het einde van het programma. Bovendien is het getoonde PP-logo in sommige gevallen zeer wazig en onduidelijk bij gebrek aan voldoende contrast met de achtergrond.

Productplaatsing - aanprijzen en overmatige aandacht

Naast het vertonen van het PP-logo legt het Mediadecreet nog andere voorwaarden op m.b.t. productplaatsing. Zo mag er geen overmatige aandacht zijn voor producten of diensten en mogen deze ook niet worden aangeprezen.
De VRM meent dat ook op deze punten niet werd voldaan aan het Mediadecreet. De diverse producten (console, games en bedieningsapparatuur) krijgen minutenlang prominente en promotioneel waardevolle schermaandacht waardoor sprake is van overmatige aandacht. Aan de hand van promobeelden, demonstraties, ... komen de producten vrijwel ononderbroken op een commercieel en promotioneel gunstige wijze in het programma voor. De presentator stelt daarbij de mogelijkheden, verbeteringen, voordelen, ... van de producten aan de kijker voor waarbij hij telkens de kwaliteit en het gebruiksgemak ervan benadrukt evenals het gameplezier dat ermee te beleven valt. De VRM meent dat op deze manier de producten worden aangeprezen.

Sponsorvermelding

In het programma 'Gametown' wordt voor en na elk programmaonderdeel ook telkens een sponsorvermelding uitgezonden ten voordele van de gamesite www.gametown.tv. In deze vermelding worden de kijkers opgeroepen om te surfen naar de site en om deel te nemen aan een wedstrijd.

De VRM oordeelt dat in het desbetreffende programma de sponsorvermeldingen niet correct werden gebruikt. Een sponsorvermelding dient namelijk beperkt te worden tot het vermelden van de sponsor (er kan daarbij wel gebruik worden gemaakt van de imago-ondersteunende slogan of baseline van de sponsor). Een sponsorvermelding mag echter niet aanzetten tot consumptie. De in het programma gebruikte sponsorvermeldingen bevatten echter wel promotionele elementen ('surf naar', 'registreer en maak kans', 'doe mee en win', ...)

De VRM besluit TMF een geldboete van 5.000 euro op te leggen voor deze inbreuken.

5. VRM tegen NV Bites Europe (Acht) - 2014/008

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisiezenders (12 december 2013, 16u-22u) waaronder Acht. Tijdens de onderzochte periode wordt tweemaal een overschrijding vastgesteld op het maximaal toegelaten percentage zendtijd voor reclame en telewinkelen per klokuur.

Het Mediadecreet bepaalt dat het aandeel van televisiereclame- en telewinkelspots per klokuur niet meer dan 20% mag bedragen (12 minuten). Bij Acht werd op 12 december 2013 tussen 19u-20u meer dan twaalf minuten reclame uitgezonden, tussen 16u-17u meer dan dertien minuten.

De VRM legt Acht voor deze inbreuk een geldboete op van 2.500 euro.

6. VRM tegen NV SBS Belgium (VIJF) - 2014/011

De VRM controleerde de uitzendingen van VIJF (27 december 2013, 17u-23u). De VRM stelde daarbij vast dat buiten het reclameblok een individuele spot werd uitgezonden (45 seconden). De spot is samengesteld uit verschillende fragmenten van films die via VIJF worden uitgezonden en ook verschillende fragmenten uit een bedrijfsfilm van Neuhaus (met beelden van gesmolten chocolade, geschenkdozen met pralines, close-up van praline met Neuhaus-monogram, ...). De spot eindigt met de auditieve boodschap: 'Schenk in stijl. Neuhaus'. De fragmenten die uit de bedrijfsfilm van Neuhaus afkomstig zijn en de vermeldingen nemen minstens 20 seconden in beslag van de totale duurtijd van 45 seconden.

Het Mediadecreet stelt dat reclame duidelijk herkenbaar moet zijn en moet kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud (programma's). Reclame moet aan de hand van visuele en/of akoestische en/of ruimtelijke middelen van andere onderdelen van het programma worden gescheiden. De VRM stelt echter vast dat de desbetreffende spot niet in het reclameblok werd uitgezonden maar daarbuiten.

Doordat de desbetreffende spot als reclamespot moet worden beschouwd, wordt ook het maximaal toegelaten aandeel aan televisiereclame per klokuur overschreden. Het Mediadecreet bepaalt dat het aandeel van televisiereclame- en telewinkelspots niet meer dan 20% van het klokuur mag bedragen (12 minuten). VIJF blijkt in de onderzochte periode meer dan 12 minuten reclame per klokuur uit te zenden.

Voor deze overtredingen op het Mediadecreet legt de VRM VIJF een geldboete van 30.000 euro op. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM er rekening mee dat SBS Belgium in het verleden voor nagenoeg identieke feiten een geldboete van 25.000 euro werd opgelegd (Beslissing 2012-023 : 25.000 euro boete voor ICI Paris XL-spot op VijfTV). 

7. VRM tegen NV Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie (Eén - Volt) - 2014/012

De VRM controleerde de uitzendingen van Eén (29 januari 2014). In het programma 'Volt' komt een item aan bod rond het toenemende succes van het thuis brouwen van bier. Televisiekok Sofie Dumont krijgt in het programma de opdracht een 'Voltbier' te brouwen. Ze doet hiervoor beroep op brouwerij 'Anders'. Na afronding van het brouwproces wordt het bier gedegusteerd en in de studio besproken met een bierkenner.

De benaming, het logo en de producten van de brouwerij 'Anders' worden tijdens de bewuste uitzending meerdere malen in beeld gebracht (o.a. op spandoeken, bierglazen, ... al dan niet in close-up). De VRM meent dat deze verwijzingen een positieve houding van het publiek ten opzichte van de handelsnaam (brouwerij Anders) bevorderen. De VRM meent dan ook dat in deze sprake is van productplaatsing.

Het Mediadecreet laat productplaatsing toe, mits naleving van enkele voorwaarden. Zo moet de kijker duidelijk gewezen worden op de aanwezigheid van productplaatsing in het programma door het uitzenden van het PP-logo. Dit logo (waarvan de wijze van het gebruik werd vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010) blijkt echter te ontbreken aan het begin en einde van het programma.

De VRM besluit dan ook de VRT een geldboete van 5.000 euro op te leggen. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met de ernst van de inbreuk, de reikwijdte van de omroeporganisatie en de gemiddelde kijkcijfers van het desbetreffende programma. 

8. VRM tegen NV Life!TV Broadcasting Company (JUST) - 2014/014

De VRM controleerde de uitzendingen (7 februari 2014, 17u-23u) van diverse televisieomroeporganisaties, waaronder JUST (NV Life!TV Broadcasting Company).

Tijdens de onderzochte periode wordt een programma-aankondiging uitgezonden voor het programma "Pitstop.tv". De programma-aankondiging wordt gevolgd door een sponsorvermelding van www.ikrijslim.be (van het bedrijf Cars4Pub, dat tevens visueel wordt vermeld).

Tijdens de sponsorvermelding wordt een beeldvullende afbeelding getoond van een witte wagen. Bovenaan in beeld verschijnt volgende tekst: "Zin in een splinternieuwe wagen?" "www.ikrijslim.be" Naast de wagen staat volgende visuele vermelding: "285€ per maand - 40% goedkoper."

Volgens de onderzoekscel van de VRM krijgt de sponsorboodschap het karakter van een audiovisuele reclameboodschap waardoor ze niet strookt met artikel 2, 41° van het Mediadecreet dat bepaalt wat onder sponsoring moet worden verstaan.

Uit de memorie van toelichting (Parl. St., Vlaams Parlement, 2006-2007, nr. 102/1,7) blijkt dat een sponsorvermelding beperkt moet blijven tot de vermelding van de sponsor(s) dit opdat ze geen audiovisuele reclamespot zou worden. In de parlementaire voorbereiding (Parl. St., Vlaams Parlement, 2006-2007, nr. 1218/4, 3) wordt het onderscheid tussen een sponsorvermeling en een reclameboodschap als volgt verduidelijkt: "Het onderscheidende criterium is dan ook de boodschap, en niet de vorm, van de sponsorvermelding. Zo kan een sponsorvermelding, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins aanzetten tot consumptie. Een louter imago-ondersteunende slogan of baseline van de sponsor voldoet aan artikel 2, 16°, omdat deze niet aanzet tot consumptie."

De algemene kamer besluit dat het in voorliggende zaak niet gaat om een louter imago-ondersteunende boodschap van de sponsor in kwestie. De algemene kamer meent dat de sponsorvermelding specifieke promotionele elementen bevat die aanzetten tot consumptie door het gebruik van de woorden 'zin in' en 'splinternieuw' evenals door de prijsvermelding. De kijker wordt volgens de algemene kamer ook aangespoord om de website te bezoeken.

De algemene kamer meent dan ook dat niet voldaan is aan de bepalingen van artikel 2, 41°, van het Mediadecreet. De VRM waarschuwt JUST voor deze overtreding. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met de omvang van de omroeporganisatie, het feit dat de omroeporganisatie zich onmiddelijk heeft geconformeerd en dat het om een eerste inbreuk gaat.

9. VRM tegen VZW Niet-Openbare Televisievereniging Brussel (TV Brussel) - 2014/015

De VRM controleerde de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties (25 januari 2014, 14u-17u), waaronder TV-Brussel.

Tijdens de onderzochte periode wordt een publi-reportage uitgezonden voor 'allesoverdebouwschil.be', waarin een huis duurzaam wordt gerenoveerd door een architecte. Zowel vertegenwoordigers van Recticel Insulation als van Wienerberger geven tijdens de reportage uitleg over hun activiteiten (respectievelijk isolatie en gevelafwerking).

Het Mediadecreet bepaalt dat televisiereclame (uitgezonderd zelfpromotie) en telewinkelen duidelijk herkenbaar moeten zijn en moeten kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud.

De algemene kamer stelt vast dat de desbetreffende publi-reportage niet wordt afgescheiden van de andere onderdelen van het programma. TV Brussel geeft in het verweer toe dat de uitgezonden publi-reportage niet duidelijk werd aangegeven.

De VRM besluit TV Brussel te waarschuwen voor deze overtreding. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het feit dat het om een eerste inbreuk gaat.

10. VRM tegen VZW Audio Video Oost-Vlaamse Televisie (AVS) - 2014/016

De VRM controleerde de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties op 25 januari 2014 (17u-23u).

Tijdens de onderzochte periode zenden AVS, Focus en WTV het programma 'Tendens' uit waarin diverse reportages en publi-reportages worden getoond. Tijdens het programma bespreekt de presentatrice de reisgidsenreeks Trotter. Tegelijk verschijnt een Trotter-reisgids in beeld met vermelding "Trotter Bali-Lombok-Java, uitgeverij Lannoo, 19,99€". Daarna worden ook het boek "Logeren in Vlaanderen Vakantieland" voorgesteld en ook "De Tao van het reizen", met de vermelding "De Tao van het reizen, Paul Theroux, uitgeverij Atlas Contact, 24,95€".

De VRM meent dat in deze sprake is van productplaatsing (aan het begin en op het einde van het programma wordt het PP-logo getoond). Het Mediadecreet laat weliswaar productplaatsing toe, dit echter onder specifieke voorwaarden. Zo mag niet rechtstreeks worden aangezet tot de aankoop van goederen (door deze specifiek aan te prijzen).

De VRM meent dat de manier waarop de reisgidsen door de presentatrice van het programma zowel visueel (de boeken worden o.a. langdurig in beeld gebracht en beeldvullend getoond met daarbij telkens duidelijk leesbaar de titel, uitgeverij en de prijs) als auditief (o.a. door het gebruik van de woorden "bekende Trotterreeks", "nieuwe lay-out", "grote formaat" ...) worden voorgesteld, de kijkers rechtstreeks worden aangezet tot de aankoop ervan.

De VRM besluit AVS, Focus en WTV te waarschuwen voor deze overtreding.

11. VRM tegen VZW Regionale Televisie voor het Noorden van West-Vlaanderen (Focus) - 2014/017

De VRM controleerde de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties op 25 januari 2014 (17u-23u).

Tijdens de onderzochte periode zenden AVS, Focus en WTV het programma 'Tendens' uit waarin diverse reportages en publi-reportages worden getoond. Tijdens het programma bespreekt de presentatrice de reisgidsenreeks Trotter. Tegelijk verschijnt een Trotter-reisgids in beeld met vermelding "Trotter Bali-Lombok-Java, uitgeverij Lannoo, 19,99€". Daarna worden ook het boek "Logeren in Vlaanderen Vakantieland" voorgesteld en ook "De Tao van het reizen", met de vermelding "De Tao van het reizen, Paul Theroux, uitgeverij Atlas Contact, 24,95€".

De VRM meent dat in deze sprake is van productplaatsing (aan het begin en op het einde van het programma wordt het PP-logo getoond). Het Mediadecreet laat weliswaar productplaatsing toe, dit echter onder specifieke voorwaarden. Zo mag niet rechtstreeks worden aangezet tot de aankoop van goederen (door deze specifiek aan te prijzen).

De VRM meent dat de manier waarop de reisgidsen door de presentatrice van het programma zowel visueel (de boeken worden o.a. langdurig in beeld gebracht en beeldvullend getoond met daarbij telkens duidelijk leesbaar de titel, uitgeverij en de prijs) als auditief (o.a. door het gebruik van de woorden "bekende Trotterreeks", "nieuwe lay-out", "grote formaat" ...) worden voorgesteld, de kijkers rechtstreeks worden aangezet tot de aankoop ervan.

De VRM besluit AVS, Focus en WTV te waarschuwen voor deze overtreding.

12. VRM tegen VZW West-Vlaamse Televisie Omroep Regio Zuid (WTV) - 2014/018

De VRM controleerde de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties op 25 januari 2014 (17u-23u).

Tijdens de onderzochte periode zenden AVS, Focus en WTV het programma 'Tendens' uit waarin diverse reportages en publi-reportages worden getoond. Tijdens het programma bespreekt de presentatrice de reisgidsenreeks Trotter. Tegelijk verschijnt een Trotter-reisgids in beeld met vermelding "Trotter Bali-Lombok-Java, uitgeverij Lannoo, 19,99€". Daarna worden ook het boek "Logeren in Vlaanderen Vakantieland" voorgesteld en ook "De Tao van het reizen", met de vermelding "De Tao van het reizen, Paul Theroux, uitgeverij Atlas Contact, 24,95€".

De VRM meent dat in deze sprake is van productplaatsing (aan het begin en op het einde van het programma wordt het PP-logo getoond). Het Mediadecreet laat weliswaar productplaatsing toe, dit echter onder specifieke voorwaarden. Zo mag niet rechtstreeks worden aangezet tot de aankoop van goederen (door deze specifiek aan te prijzen).

De VRM meent dat de manier waarop de reisgidsen door de presentatrice van het programma zowel visueel (de boeken worden o.a. langdurig in beeld gebracht en beeldvullend getoond met daarbij telkens duidelijk leesbaar de titel, uitgeverij en de prijs) als auditief (o.a. door het gebruik van de woorden "bekende Trotterreeks", "nieuwe lay-out", "grote formaat" ...) worden voorgesteld, de kijkers rechtstreeks worden aangezet tot de aankoop ervan.

De VRM besluit AVS, Focus en WTV te waarschuwen voor deze overtreding.

13. VRM tegen NV SBS Belgium (VIER) - 2014/022

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (1 maart 2014, 16u-22u), waaronder VIER.

Na het programma 'Scheire en de Schepping' wordt een sponsorvermelding uitgezonden voor 'Otrivine Duo'.

Tijdens de sponsorvermelding is volgende tekst te horen: "Octrivine Duo met zijn twee in één formule tegen een verstopte en lopende neus. Otrivine Duo en je neus herademt." Tijdens de sponsorvermelding worden onder meer bewegende beelden, een animatie van de werking van de spray en andere promotionele, visuele elementen getoond. De voordelen van het product worden aangevinkt: "Maakt de neus vrij" en "Vermindert de lopende neus". Tenslotte eindigt de sponsorvermelding met de audiovisueel vermelde slagzin "Otrivine Duo en je neus herademt" met op de achtergrond animerende beelden.

Volgens de onderzoekscel van de VRM krijgt de sponsorboodschap het karakter van een audiovisuele reclameboodschap waardoor ze niet strookt met artikel 2,41°, van het Mediadecreet dat bepaalt wat onder sponsoring moet worden verstaan.

Uit de memorie van toelichting (Parl. St., Vlaams Parlement, 2006-2007, nr. 102/1,7) blijkt dat een sponsorvermelding beperkt moet blijven tot de vermelding van de sponsor(s) dit opdat ze geen audiovisuele reclamespot zou worden. In de parlementaire voorbereiding (Parl. St., Vlaams Parlement, 2006-2007, nr. 1218/4, 3) wordt het onderscheid tussen een sponsorvermeling en een reclameboodschap als volgt verduidelijkt: "Het onderscheidende criterium is dan ook de boodschap, en niet de vorm, van de sponsorvermelding. Zo kan een sponsorvermelding, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins aanzetten tot consumptie. Een louter imago-ondersteunende slogan of baseline van de sponsor voldoet aan artikel 2, 16°, omdat deze niet aanzet tot consumptie."

De algemene kamer besluit dat het in voorliggende zaak niet gaat om een louter imago-ondersteunende boodschap van de sponsor in kwestie. De sponsorvermelding bevat specifieke promotionele elementen die aanzetten tot consumptie.

De algemene kamer meent dan ook dat niet voldaan is aan de bepalingen van artikel 2, 41°, van het Mediadecreet. De VRM waarschuwt VIER voor deze overtreding. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het feit dat de uurlimiet voor reclame niet werd overschreden indien de duur van de sponsorvermelding wordt meegerekend. Daarom is een waarschuwing een gepaste sanctie.

14. VRM tegen BVBA VIMN Belgium (TMF) - 2014/023

De VRM controleerde de uitzendingen van TMF (1 maart 2014, 16u-22u). Tijdens de onderzochte periode wordt het telewinkelprogramma INTERACTIVE VIDEO uitgezonden. In dit programma worden de kijkers doorlopend uitgenodigd om tegen betaling te sms'en, chatberichten en foto's te plaatsen.

Het programma wordt onderbroken na respectievelijk 10 minuten 39 seconden, na 9 minuten 55 seconden, na 10 minuten 56 seconden en na 14 minuten 17 seconden.

Het Mediadecreet laat onder bepaalde voorwaarden telewinkelprogramma's toe. Eén van de voorwaarden is dat de telewinkelprogramma's zonder onderbreking minimaal 15 minuten in beslag nemen.

TMF erkent de inbreuk. De VRM legt een geldboete van 2.500 euro op. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM enerzijds rekening met de ernst van de inbreuk en het tijdstip van uitzenden. Anderzijds ook met de relatief kleine omvang van de omroeporganisatie en de afwezigheid van kwade trouw.

15. VRM tegen NV Vlamex (Stories TV) - 2014/028

De VRM legt een administratieve geldboete op van 2.000 euro aan Stories TV. Deze geldboete wordt opgelegd wegens een aantal inbreuken op het gebied van het uitzenden van commerciële communicatie.

De VRM heeft naar aanleiding van de monitoring van de uitzendingen van Stories TV op 27 maart 2014 vastgesteld dat verschillende publireportages niet duidelijk herkenbaar gemaakt werden en dat verschillende programma's productplaatsing bevatten zonder dat dit werd aangeduid, zoals het Mediadecreet voorschrijft.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het feit dat Stories TV reeds eerder voor gelijkaardige inbreuken werd gesanctioneerd.

16. VRM tegen NV Medialaan (2BE) - 2014/034

De VRM controleerde de uitzendingen van 2BE (16 mei 2014). Tijdens de nachtuitzendingen (15 op 16 mei 2014) start omstreeks 01u30 het programma 'Circus live'. De uitzending bestaat uit de weergave van een reeks opeenvolgende kansspelen (roulette) waaraan kan worden deelgenomen via de website circus.be. Tijdens de hele uitzending wordt de kijker auditief en visueel uitgenodigd en aangespoord om deel te nemen aan het roulettespel, waarvan het spelverloop wordt getoond.

De VRM meent dat de uitzending van 'Circus live' als commerciële communicatie dient te worden beschouwd. Het gaat namelijk om beelden die rechtstreeks de diensten van een rechtspersoon die economische activiteiten verricht,promoten. In dit geval gaat het om de diensten van een bedrijf actief op de Belgische kansspelmarkt, dat casino's, speelhallen en online casinospelsites uitbaat. Het programma 'Circus live' wordt echter uitgezonden zonder dat de kijker op een duidelijke manier wordt geïnformeerd over de vorm van commerciële communicatie die hier wordt aangeboden.

Volgens de VRM moet de uitzending dan ook als telewinkelen worden gecatalogeerd. Het Mediadecreet bepaalt dat telewinkelprogramma's duidelijk herkenbaar moeten zijn en moeten kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud. De telewinkelprogramma's moeten met visuele en akoestische middelen duidelijk als dusdanig gekenmerkt worden.

De VRM besluit 2BE een boete van 5.000 euro op te leggen. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met de duur van het programma en een eerdere soortgelijke inbreuk.

17. VRM tegen NV Medialaan (JIM) - 2014/036

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (13 mei 2014, 17u - 23u), waaronder JIM.

De VRM stelt vast dat het telewinkelprogramma 'JIM Request Live' vijf maal wordt onderbroken na minder dan vijftien minuten. Het Mediadecreet bepaalt echter dat telewinkelprogramma's zonder onderbreking minimaal vijftien minuten in beslag moeten nemen.

Ook worden twee publi-reportages uitgezonden ('Godzilla Preview' en 'The Big Splash 2014') die niet duidelijk als dusdanig herkenbaar zijn gemaakt. Het Mediadecreet laat toe dat publi-reportages worden uitgezonden voor zover die o.a. duidelijk herkenbaar zijn en onderscheiden kunnen worden van de redactionele inhoud. Dit blijkt in beide gevallen niet zo te zijn.

De VRM legt JIM hiervoor een boete van 2.500 euro op. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM er rekening mee dat de omroep heeft verklaard maatregelen te hebben genomen om dergelijk inbreuken in de toekomst te vermijden.

18. VRM tegen NV Medialaan (2BE) - 2014/037

De VRM onderzocht de uitzending (14 mei 2014) van een sponsorboodschap (voor 'Flexium Gel' ) op 2BE. De sponsorboodschap blijkt promotionele elementen te bevatten die zowel visueel als auditief aanzetten tot consumptie door het aanprijzen van 'Flexium Gel' als een snelle en efficiënte behandeling van spier- en gewrichtspijn.

Hierdoor krijgt de sponsorboodschap het karakter van een audiovisuele reclameboodschap. Uit de memorie van toelichting (Parl. St., Vlaams Parlement, 2006-2007, nr. 102/1,7) blijkt dat een sponsorvermelding beperkt moet blijven tot de vermelding van de sponsor(s) dit opdat ze geen audiovisuele reclamespot zou worden. In de parlementaire voorbereiding (Parl. St., Vlaams Parlement, 2006-2007, nr. 1218/4, 3) wordt het onderscheid tussen een sponsorvermeling en een reclameboodschap als volgt verduidelijkt: "Het onderscheidende criterium is dan ook de boodschap, en niet de vorm, van de sponsorvermelding. Zo kan een sponsorvermelding, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins aanzetten tot consumptie. Een louter imago-ondersteunende slogan of baseline van de sponsor voldoet aan artikel 2, 16°, omdat deze niet aanzet tot consumptie."

Het doel van de desbetreffende sponsorboodschap gaat volgens de VRM verder dan het winnen van naamsbekendheid door het louter vermelden van een slagzin of slogan. In de sponsorboodschap worden namelijk de voordelen van het product opgesomd en benadrukt met geanimeerde illustraties met het doel de kijkers te overtuigen van de doeltreffende werking van het product.

2BE wordt gewaarschuwd voor deze overtreding op het Mediadecreet.

19. VRM tegen NV Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie - 2014/040

De VRM controleerde de uitzending van Hotel M (Eén - donderdag 12 juni 2014). In het programma komt Jean-Marie Pfaff als één van de hoofdgasten aan bod. Op de beide kragen van zijn hemd staat zijn sponsor ('De Coninck Kasseien') duidelijk leesbaar vermeld. Deze merkbenaming komt in totaal voor meer dan 8 minuten in beeld. Ook andere merken worden tijdens de uitzending in beeld gebracht (meer bepaald 'Sapph', 'Riddell' en 'Adidas'). Ook de cd van de groep 'The Common Linnets' wordt audiovisueel vermeld.

Het Mediadecreet laat productplaatsing toe, dit mits naleving van verschillende voorwaarden. Zo moet de kijker aan het begin, einde en na eventuele reclameonderbrekingen gewezen worden op de aanwezigheid van productplaatsing in het programma. Met het besluit van 10 september 2010 werd door de Vlaamse Regering opgelegd dat in dergelijke gevallen het PP-logo moet getoond worden.

De VRM stelt vast dat de kijker niet op passende wijze werd gewezen op de aanwezige productplaatsing, door middel van het voorgeschreven PP-logo. Voor zover er op het einde van het programma al een PP-logo in overeenstemming met de regelgeving zou zijn uitgezonden, dan nog ontbrak het PP-logo aan het begin van het programma.

De VRM besluit de VRT een geldboete van 5.000 euro op te leggen. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM enerzijds rekening met de ernst van de inbreuk en de reikwijdte van de omroeporganisatie. Anderzijds wordt ook rekening gehouden met het feit dat het een live-programma betreft.

20. VRM tegen NV SBS Belgium - 2014/041

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroepprogramma's (28 mei 2014, 16u-24u), waaronder VIER.

Tijdens de onderzochte periode wordt een sponsorvermelding voor 'Chanel' uitgezonden. De spot duurt ongeveer 15 seconden. De spot toont een man die aan het surfen is. De merknaam 'Chanel' wordt in het begin gedurende 3 seconden getoond. Op de achtergrond is louter het geluid van de zee te horen. Aan het einde wordt het product auditief vermeld: "Allure Homme Sport, eau extrême" en wordt het parfumflesje 1,5 seconden getoond. 

De VRM meent dat de sponsorboodschap het karakter krijgt van een audiovisuele reclameboodschap. Uit de memorie van toelichting (Parl. St., Vlaams Parlement, 2006-2007, nr. 102/1, 7) blijkt dat een sponsorvermelding beperkt moet blijven tot de vermelding van de sponsor(s). In de parlementaire voorbereiding (Parl. St., Vlaams Parlement, 2006-2007, nr. 1218/4, 3) wordt het onderscheid tussen een sponsorvermelding en een reclameboodschap als volgt verduidelijkt: "Het onderscheidende criterium is dan ook de boodschap, en niet de vorm, van de sponsorvermelding. Zo kan een sponsorvermelding, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins aanzetten tot consumptie. Een louter imago-ondersteunende slogan of baseline van de sponsor voldoet aan artikel 2, 16°, omdat deze niet aanzet tot consumptie."

De VRM meent dat het in voorliggende zaak niet gaat om een louter imago-ondersteunende boodschap, slogan of baseline van de sponsor in kwestie. De opbouw van de spot is qua uitzicht en vorm vergelijkbaar met andere reclamespots voor parfum. Hoewel de spot geen expliciete promotionele elementen bevat, wordt door de beelden een sfeer gecreëerd, die aanzet tot consumptie. De spot krijgt dan ook het feitelijke karakter van een reclameboodschap. Dit wordt nog versterkt door het gegeven dat dezelfde spot door een andere private televisieomroeporganisatie als reclameboodschap in het reclameblok werd uitgezonden.

De VRM besluit VIER te waarschuwen voor deze overtreding. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat de uurlimiet voor reclame (de duur van de sponsorvermelding meegeteld) niet werd overschreden.

21. VRM tegen NV Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie - 2014/042

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (19 juni 2014, 17u-23u), waaronder Eén. Op die datum werd een etappe van de Ronde van Zwitserland (wielrennen) uitgezonden. Omdat de etappe minder lang duurde dan voorzien werd het programmaschema aangevuld met de uitzending van 'Vlaanderen Vakantieland'.

De uitzending van Vlaanderen Vakantieland bevatte productplaatsing. Echter werd de kijker niet gewezen op de aanwezige productplaatsing (door het tonen van het PP-logo).

De VRM besluit Eén te waarschuwen voor deze overtreding op het Mediadecreet. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat de opvulling van het programmaschema met het bewuste programma pas op het ogenblik zelf kon gebeuren, dat het om een eerste inbreuk gaat op de toepassing van het PP-logo in dergelijke omstandigheden en dat de VRT bereid is om in dergelijke gevallen voortaan het PP-logo te tonen.

22. VRM tegen NV Lint Media - 2014/043

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (19 juni 2014, 17u-23u), waaronder Sport10 (NV Lint Media).

Tijdens de onderzochte periode wordt het auto- en rallyprogramma 'Pitstoptv.be' uitgezonden. Voor de aanvang van het tweede deel van het programma wordt een sponsorvermelding voor www.ikrijslim.be uitgezonden.

De spot duurt zeven seconden en bestaat uit een stilstaande en beeldvullende afbeelding van een wagen. Bovenaan in beeld wordt volgende tekst vermeld: (vraag)... "ZIN IN EEN SPLINTERNIEUWE WAGEN?" ... (antwoord) WWW.IKRIJSLIM.BE. Naast de wagen werd een andere visuele vermelding weggeblurd.

Volgens de VRM krijgt de sponsorboodschap het karakter van een reclameboodschap waardoor ze niet strookt met artikel 2, 41°, van het Mediadecreet.

De VRM meent dat het in voorliggende zaak niet gaat om een louter imago-ondersteunende boodschap van de sponsor in kwestie. De sponsorvermelding bevat specifieke promotionele elementen die aanzetten tot consumptie door het gebruik van de woorden 'zin in' en 'splinternieuw'. Door de website www.ikrijslim.be als antwoord voor te stellen op de vraag "zin in een splinternieuwe wagen?" wordt de kijker aangespoord om die website te bezoeken. Daardoor is niet voldaan aan de bepalingen van artikel 2, 41°, van het Mediadecreet.

Sport10 erkent de inbreuk.

De VRM besluit Sport10 te waarschuwen voor deze inbreuk. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met de omvang van de omroeporganisatie, het feit dat de omroeporganisatie heeft aangekondigd zich onmiddellijk te zullen conformeren en dat het om een eerste inbreuk gaat.

23. VRM tegen NV Vlamex - 2014/046

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (10 juli 2014, 17u-23u), waaronder Stories TV (NV Vlamex).

Tijdens de onderzochte periode wordt het auto- en rallyprogramma 'Pitstoptv.be' uitgezonden. Voor de aanvang van het tweede deel van het programma wordt een sponsorvermelding voor www.ikrijslim.be uitgezonden.

De spot duurt zeven seconden en bestaat uit een stilstaande en beeldvullende afbeelding van een wagen. Bovenaan in beeld wordt volgende tekst vermeld: (vraag)... "ZIN IN EEN SPLINTERNIEUWE WAGEN?" ... (antwoord) WWW.IKRIJSLIM.BE. Naast de wagen werd een andere visuele vermelding weggeblurd.

Omstreeks 20u30 wordt het programma ‘Op Zwier’ uitgezonden. Tijdens het programma wordt een sponsorvermelding voor ‘Decoranda’ uitgezonden. De sponsorvermelding duurt vijf seconden en bestaat uit een stilstaande en schermvullende afbeelding.  Bovenaan in beeld wordt volgende tekst vermeld: ‘NU AANTREKKELIJKE ZOMERACTIES’. Het logo van Decoranda is te zien alsook twee slogans: ‘Leef buitengewoon binnen’ en ‘Een veranda, denk Decoranda’. Tenslotte wordt getoond: ‘Showrooms Gent & Maldegem’. De vermelding wordt auditief begeleid : ‘Geniet van een heerlijke barbecue aan een veranda van Decoranda’.

Volgens de VRM stroken beide sponsorboodschappen niet met artikel 2, 41°, van het Mediadecreet.

"In dit decreet wordt verstaan onder:
41° sponsoring: elke bijdrage van een publieke of particuliere onderneming, een overheid of een natuurlijke persoon die zich niet bezighoudt met het aanbieden van omroepdiensten of mensen met de vervaardiging van audiovisuele of auditieve producties, aan de financiering van omroepdiensten of programma's met het doel zijn of haar naam, handelsmerk, imago, activiteiten of producten meer bekendheid te geven."

Uit de memorie van toelichting (Parl. St., Vlaams Parlement, 2006-2007, nr. 102/1, 7) blijkt dat een sponsorvermelding beperkt moet blijven tot de vermelding van de sponsor(s), ze mogen geen audiovisuele reclamespots worden. In de parlementaire voorbereiding (Parl. St., Vlaams Parlement, 2006-2007, nr. 1218/4, 3) wordt het onderscheid tussen een sponsorvermelding en een reclameboodschap als volgt verduidelijkt: "Het onderscheidende criterium is dan ook de boodschap, en niet de vorm, van de sponsorvermelding. Zo kan een sponsorvermelding, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins aanzetten tot consumptie. Een louter imago-ondersteunende slogan of baseline van de sponsor voldoet aan artikel 2, 16°, omdat deze niet aanzet tot consumptie."

De VRM besluit dat het hier niet gaat om een louter imago-ondersteunende boodschap van de sponsor in kwestie. Beide sponsorvermeldingen bevatten specifieke promotionele elementen, die aanzetten tot consumptie door het gebruik van de woorden ‘zin in’, ‘splinternieuw’ en ‘nu aantrekkelijke zomeracties’. Door in de eerste sponsorvermelding de website ‘www.ikrijslim.be’ als antwoord voor te stellen op de vraag ‘zin in een splinternieuwe wagen?’, wordt de kijker aangespoord om die website te bezoeken. De tweede sponsorvermelding (Decoranda) zet dan weer aan tot consumptie door promotionele acties te vermelden. 

24. VRM tegen NV Medialaan - 2014/049

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (13 augustus 2014, 8u-20u), waaronder VTM.

Tijdens de onderzochte periode wordt na het weerbericht een sponsorvermelding voor ‘Expo Dino Adventure’ uitgezonden. Deze sponsorvermelding duurt ongeveer 8 seconden.

Tijdens de sponsorboodschap is volgende auditieve boodschap (voice-over) te horen: “Zon of regen, ga deze zomer op Dino-avontuur in Antwerpen.” De sponsorboodschap eindigt met een centraal en beeldvullende schriftelijke vermelding: “Expo Dino Adventure – 50 Dino’s veroveren Antwerpen – Expo-dino-adventure.be.” Een jongentje steekt de duim omhoog en roept “Toppie!”.

Uit de memorie van toelichting (Parl. St., Vlaams Parlement, 2006-2007, nr. 102/1, 7) blijkt dat een sponsorvermelding beperkt moet blijven tot de vermelding van de sponsor(s), ze mogen geen audiovisuele reclamespots worden. In de parlementaire voorbereiding (Parl. St., Vlaams Parlement, 2006-2007, nr. 1218/4, 3) wordt het onderscheid tussen een sponsorvermelding en een reclameboodschap als volgt verduidelijkt: "Het onderscheidende criterium is dan ook de boodschap, en niet de vorm, van de sponsorvermelding. Zo kan een sponsorvermelding, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins aanzetten tot consumptie. Een louter imago-ondersteunende slogan of baseline van de sponsor voldoet aan de definitie van sponsoring, omdat deze niet aanzet tot consumptie."

De VRM meent dat het in voorliggend geval niet gaat om een louter imago-ondersteunende boodschap of baseline van de sponsor in kwestie. De sponsorvermelding voor Expo Dino Adventure roept expliciet op om naar het evenement te gaan en bevat dus een specifiek promotioneel element dat aanzet tot consumptie.

Daarenboven werd voor de sponsorvermelding een korte bumper uitgezonden, vrijwel identiek aan de bumper die daarop volgt en het reclameblok inleidt. Hierdoor verdwijnt voor de kijker elke onderscheid tussen deze wervende reclameboodschap en de daaropvolgende reclameboodschappen.

De VRM besluit VTM te waarschuwen voor deze overtreding.

25. VRM tegen NV Medialaan - 2014/050

De VRM onderzocht de uitzending van de sponsorvermelding ‘Frisk’ op 2BE (4 september 2014).

De spot bestaat uit geanimeerde beelden van twee blikjes Frisk. De spot wordt auditief begeleid door volgende zin “Het blikje van Frisk, nu ook in de smaak aardbei. Het frisse blikje, van Frisk.”

De decreetgever heeft een onderscheid willen maken tussen sponsorvermeldingen enerzijds en reclameboodschappen anderzijds. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat het onderscheidend criterium tussen beide de boodschap van de sponsorvermelding is. Zo kan een sponsorvermelding, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins aanzetten tot consumptie. Een louter imago-ondersteunende slogan of baseline voldoet hieraan omdat deze niet aanzet tot consumptie.

De VRM stelt vast dat de sponsorvermelding veel meer bevat dan de toegelaten louter imago-ondersteunende slogan. De sponsorvermelding bevat namelijk ook promotionele elementen in de vorm van het specifieke woordgebruik ‘nu ook’ en door het vermelden van een nieuw kenmerk (de aardbeismaak). De sponsorboodschap zet door de vermelding van deze promotionele elementen aan tot consumptie.

De VRM besluit 2BE een administratieve geldboete van 2.500 euro op te leggen.

26. VRM tegen NV Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie - 2014/051

De VRM controleerde de uitzending van het programma ‘Hotel M’ (20 augustus 2014, Eén). In het programma is Tanja Dexters één van de centrale gasten. Aanleiding is de lancering van haar eigen ontworpen kledinglijn.

Tijdens het programma worden verschillende collectiestukken becommentarieerd. In het programma zijn ook drie modellen aanwezig die de collectiestukken showen. De merknaam van de kledinglijn wordt tijdens het gesprek door de presentator (Marcel Vanthilt) en de gaste herhaaldelijk en nadrukkelijk auditief vermeld (minstens 10x). De collectiestukken blijven tijdens het gesprek doorlopend in beeld. In totaal worden ongeveer zes minuten besteed aan de collectie onder de benaming ‘Dexters’. Zowel de presentator als de gaste zijn zeer lovend over de ontwerpen, collectie en de merknaam. Hierdoor overschrijdt de VRT de limieten van aandacht die in geval van productplaatsing aan het product in kwestie mag worden besteed.

Het Mediadecreet laat productplaatsing toe, hetzij onder specifieke voorwaarden. Zo mogen de producten of diensten in kwestie geen overmatige aandacht krijgen. Er mag ook niet rechtstreeks worden aangespoord tot de aankoop of huur van goederen of diensten, in het bijzonder door die producten of diensten specifiek aan te prijzen.

De VRM besluit de VRT voor deze overtreding van de regels m.b.t. productplaatsing een geldboete van 5.000 euro op te leggen. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM er enerzijds rekening mee dat het een zeer ernstige inbreuk betreft, anderzijds dat het een live-uitzending betreft.