2.2. Het reglementair kader

2.2.1. Wijziging Mediadecreet

Met het decreet van 13 juli 2012[1] werd het Mediadecreet op diverse punten gewijzigd. De aanpassingen kwamen er grotendeels omwille van de omzetting van de Europese richtlijnen over elektronische communicatie, het wegwerken van incoherenties en de wijziging van enkele bepalingen inzake bevoegdheden en de operationele werking van de VRM.  Andere aanpassingen betreffen onder meer het verbod op belspelletjes en astrologieprogramma's, boodschappen van algemeen nut, landelijke radio-omroeporganisaties, de samenwerking van lokale radio-omroeporganisatie en regionale televisieomroeporganisatie in Brussel-Hoofdstad, de ondertiteling van journaals, de evenementenregeling en de must carry-bepalingen.

In onderstaande tekst volgt een overzicht van de wijzigingen die rechtstreeks de werking van de VRM beïnvloeden.

 

Een eerste reeks wijzigingen zijn het gevolg van de omzetting van de richtlijnen met betrekking tot de elektronische communicatie (richtlijnen 2009/136/EG en 2009/140/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009):

  • De VRM krijgt de bevoegheid om 'minimumvoorschriften inzake de kwaliteit van de diensten' op te leggen. De bevoegdheid kadert in de problematiek van de netneutraliteit en het open internet (dit is de gelijke behandeling van alle elektronische communicatie doorgegeven via een netwerk). Zo kan de VRM bijvoorbeeld bij de blokkering van bepaalde diensten, de aanbieders van elektronische communicatienetwerken verplichten diensten aan bepaalde minimumkwaliteit door te geven.  Hierbij moet worden samengewerkt met de Europese Commissie en de federale overheid (Artikel 191, vijfde lid, van het Mediadecreet).
  • Bij het opleggen van verplichtingen in het kader van een marktanalyse moet vanaf nu ook worden samengewerkt met BEREC (Body of European Regulators for Electronic Communications), het nieuw opgerichte orgaan van de Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Artikel 192, § 3, van het Mediadecreet).
  • De VRM kan na marktanalyse een onderneming met aanmerkelijke marktmacht bijkomend de verplichting van functionele scheiding opleggen. Hierbij moeten verticaal geïntegreerde ondernemingen hun activiteiten die verband houden met het aanbieden van toegangsproducten op groothandelsniveau onderbrengen in een onafhankelijke bedrijfseenheid. De verplichting kan pas worden opgelegd na verregaande controle door de Europese Commissie (Artikel 192/1 en 192/2, van het Mediadecreet).
  • De VRM kan een onderneming met een aanmerkelijke marktmacht ook verplichtingen opleggen op een tweede nauw verwante markt, indien de "marktmacht op de eerste markt kan worden gebruikt om de marktmacht van de onderneming op de tweede markt te vergroten" (Artikel 192/3, van het Mediadecreet).
  • De VRM kan aanbieders van kabelomroepnetwerken en etheromroepnetwerken gedeeld gebruik opleggen bij de aanleg van netwerkelementen. Dit is niet gekoppeld aan het hebben van aanmerkelijke marktmacht (Artikel 200, § 1/1 en 202/1, van het Mediadecreet).
  • Er wordt een bepaling toegevoegd die bepaalt dat de VRM actuele informatie over de marktanalyse(s) openbaar maakt en gemakkelijk toegankelijk (Artikel 190, § 3, derde lid, van het Mediadecreet).
  • De VRM kan ondernemingen die de toegang tot eindgebruikers controleren, verplichten hun diensten interoperabel te maken. Dit is niet gekoppeld aan het hebben van aanmerkelijke marktmacht (Artikel 191, vierde lid, van het Mediadecreet).

 

Bepaalde wijzigingen hebben betrekking op de werking van de kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen:

  • De zaken waarbij deze kamer in uitgebreide samenstelling (m.b.t. de bescherming van minderjarigen) vergadert worden ruimer. Naast lineaire televisiediensten worden toegevoegd: schorsing doorgifte lineaire televisiediensten (artikel 44 van het Mediadecreet), schadelijkheid niet-lineaire televisiediensten (artikel 45 van het Mediadecreet), pornografische inhoud of nodeloos geweld in commerciële communicatie (nieuwe bepaling: artikel 72, 5°, van het Mediadecreet) en maatregelen dienstenverdelers (artikel 180, tweede lid van het Mediadecreet). (Artikel 216, § 3, eerste lid, van het Mediadecreet).
  • De bevoegdheid tot ambtshalve onderzoek van deze kamer wordt uitgebreid naar analogie met de verrruimde bevoegdheid van de uitgebreide kamer (Artikel 220, § 2, van het Mediadecreet).
  • Ook de sanctiebevoegdheid van deze kamer wordt aangepast in het kader van het voorgaande (Artikel 229 van het Mediadecreet).

 

Er zijn ook nog andere wijzigingen die een invloed hebben op de werking van de VRM:

  • Wanneer de VRT nieuwe diensten of activiteiten wil uitoefenen die niet door de beheersovereenkomst zijn gedekt, dan dient de Vlaamse Regering hiervoor toestemming te verlenen. Het zal niet langer de Sectorraad Media zijn die hierover advies verleent maar de VRM (Artikel 18, §§ 2 en 3, van het Mediadecreet).
  • Er wordt verduidelijkt dat de VRM niet alleen toezicht houdt op de naleving van het Mediadecreet, maar ook van haar uitvoeringsbesluiten (Artikel 218, § 2, °1, van het Mediadecreet).
  • De VRM kan voortaan ook beschikken over ontvangsten die voortvloeien uit daden van beheer of beschikking m.b.t. eigen domeingoederen en terugvorderingen van ten onrechte gedane uitgaven (Artikel 232, eerste lid, van het Mediadecreet).
  • De VRM kan de voorwaarden bepalen waaraan een kopie van de omroepsignalen moet voldoen, wanneer die door de VRM wordt opgevraagd. Dit moet toelaten dat de beeldkwaliteit van de omroepsignalen die aan de VRM worden bezorgd, een afdoend kwaliteitsniveau haalt om het toezicht op een efficiënte wijze te kunnen uitvoeren. Omroeporganisatie krijgen vijftien dagen de tijd om de kopie te bezorgen (Artikel 234, van het Mediadecreet).

[1] Decreet 13 juli 2012 houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie, BS, 17 augustus 2012.

 

2.2.2. Besluit over toegankelijk maken van omroepprogramma's

In een besluit van 14 december 2012 [2] legt de Vlaamse Regering een tijdspad en quota vast voor het toegankelijk maken van omroepprogramma's en de voorwaarden voor het verstrekken van subsidies ter uitvoering van artikel 151 van het Mediadecreet ('Toegang tot televisiediensten voor personen met een visuele of auditieve handicap').
Het tijdspad en de quota betreffen ondertiteling, audiobeschrijving, gebarentaal en auditieve ondertiteling voor omroepprogramma's van private televisieomroeporganisaties. Er kunnen ook nog subsidies worden toegekend aan particuliere televisieomroeporganisaties voor het toegankelijk maken van televisieprogramma's door middel van de opgesomde technieken.


[2] Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012 betreffende de vastlegging van een tijdspad en quota voor het toegankelijk maken van omroepprogramma's en betreffende het verstrekken van subsidies ter uitvoering van artikel 151 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie, BS, 19 december 2012, p. 85204. 

 

2.2.3. Besluit tot herstel frequenties particuliere landelijke en lokale radio-omroepen

Bij besluit van 21 december 2012 [3] neemt de Vlaamse Regering negen frequenties die door de Raad van State werden geschorst opnieuw op in het Vlaamse frequentieplan.

Bij arrest van 4 september 2012 [4] heeft de Raad van State het besluit van 1 september 2006 [5] van de Vlaamse Regering met de opstelling van een frequentieplan en de vaststelling van frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke en lokale radio-omroepen, gedeeltelijk geschorst. Concreet worden er negen frequenties geschrapt. Om de rechtsonzekerheid weg te nemen, worden, in afwachting van een samenwerkingsakkoord met de Franse Gemeenschap, de betrokken frequenties via een nieuw besluit van de Vlaamse Regering opnieuw opgenomen in het Vlaamse frequentieplan.


[3] Besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 houdende de opstelling van een frequentieplan en de vaststelling van frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke en lokale radio-omroepen, BS, 4 januari 2013, p. 164. 

[4] RvS, 4 september 2012, nr. 220.509.  

[5]Besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 houdende de bepaling van het aantal particuliere landelijke, regionale en lokale radio-omroepen dat kan worden erkend en houdende de opstelling van het frequentieplan en de vaststelling van de frequentiepakketten en de frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke, regionale en lokale radio-omroepen, BS, 26 oktober 2006, p. 57722.