3.1. Informatie over mediaconcentratie per mediavorm

Voor elke mediavorm wordt de mate van verticale en horizontale integratie geschetst, worden financiële gegevens verstrekt en worden de marktverhoudingen op basis van populariteit (oplages, kijk- en luistercijfers, aantal hits,…) weergegeven.

De financiële gegevens werden door de Vlaamse e-governmentcel CORVE aangeleverd uit de Verrijkte Kruispuntenbank voor Ondernemingen (VKBO), die op haar beurt de meest recente informatie betrekt bij de Nationale Bank van België. Deze cijfers komen uit de in 2012 neergelegde jaarrapporteringen.

Voor cijfers betreffende voorgaande jaren wordt verwezen naar eerdere rapporten van de VRM. In dit rapport staan de financiële cijfers voor het jaar 2011 (voor zover beschikbaar) m.b.t. de ondernemingen die actief zijn binnen de verschillende mediavormen. Er wordt een overzicht gegeven van: 

Overzicht code en omschrijving
Code Omschrijving
10/15 Eigen vermogen
20/58 Activa
70 Omzet
70/74 Bedrijfsopbrengsten
9087 Werknemers ingeschreven in het personeelsregister - gemiddeld personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten
9901 Bedrijfswinst (bedrijfsverlies)
9903 Winst (verlies) van het boekjaar vóór belasting

Onze dataset staat ons toe om een ontwikkeling op langere termijn in kaart te brengen.

Voor sommige schakels werd een procentuele evolutie van de gemiddelde waarden voor enkele financiële gegevens uitgezet in een grafiek. Als beginwaarde diende de gemiddelde waarde van 2005.

Deze oefening werd gemaakt voor de codes: 

Overzicht code en omschrijving
Code Omschrijving
70/74 Bedrijfsopbrengsten
9087 Werknemers ingeschreven in het personeelsregister - gemiddeld personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten
9903 Winst (verlies) van het boekjaar vóór belasting

Daarnaast werd ter vergelijking een naar 2005 herrekende index voor de consumptieprijzen geplaatst.

Voor de marktverhoudingen op basis van populariteit (kijk- en luistercijfers, oplage, aantal hits, …) werd vaak gewerkt met informatie die verzameld werd door het Centrum voor Informatie over de Media (CIM). Deze werd door de VRM in grafieken verwerkt en aan de hand van een aantal indicatoren (zoals C4 en Herfindahl (HHI)) zal de eigenlijke concentratie gemeten worden. 

INFOFRAGMENT : C3/C4 en Herfindahl (HHI)

C3/C4 en Herfindahl zijn traditionele indicatoren voor het meten van concentratie in een sector en werden ook in de Europese studie over indicatoren voor mediapluralisme naar voor geschoven als indicatoren voor het meten van concentratie in de mediasector. [Verwijzing 91]

Deze kunnen per productcategorie berekend worden, zowel op basis van financiële gegevens zoals omzet, als op basis van CIM-cijfers zoals oplages.

C4: geeft de som van het marktaandeel in % van de 4 grootste aanbieders. De waarde varieert tussen 0 en 100%. Hoe hoger de waarde, hoe groter de concentratie. Bij een zeer groot aantal aanbieders met elk een klein marktaandeel, benadert deze index 0. Wanneer de vier grootste spelers samen de volledige markt beheren, is de waarde 1. De C4-indicator heeft als voordeel dat hij eenvoudig te berekenen is, maar als nadeel dat de onderlinge verhoudingen tussen de eerste vier marktspelers niet in beeld worden gebracht.

Herfindahl-index (of HHI, Herfindahl-Hirschman-index): deze index bestaat uit de som van de kwadraten van de percentages marktaandeel. Hoe groter het aandeel van de totale omzet bij één enkele aanbieder, hoe hoger dus de index. De maximale score is 1, hetgeen bereikt wordt als er slechts één aanbieder is die 100% van de markt bestrijkt. Bij een groot aantal aanbieders met ongeveer gelijke marktaandelen benadert deze index 0.


[Verwijzing 91] ICRI K.U.Leuven, Central European University, Jönköping International Business School en Ernst & Young Belgium, “Independent Study on Indicators for Media Pluralism in the Member States – Towards a Risk-Based Approach”; Study for the European Commission 2009, pp. 72-74; http://ec.europa.eu/information_society/media_taskforce/pluralism/study/index_en.htm