Verslag symposium 2021

Verslag symposium 18 november 2021 - De strijd om de kijker van vandaag én morgen: Streamingplatformen in Vlaanderen

Op donderdag 18 november 2021 organiseerde de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) zijn jaarlijks symposium. Onderwerp van dit jaar was 'De strijd om de kijker van vandaag én morgen: Streamingplatformen in Vlaanderen'.

Het symposium werd geopend met een verwelkoming door dhr. Joris Sels, gedelegeerd bestuurder van de VRM. In zijn welkomstwoord licht hij kort het programma van het symposium toe en stelt hij de vier panelleden en de moderator voor.

 

Probleemstelling: Carlo Adams

Vervolgens leidt dhr. Carlo Adams, voorzitter van de algemene kamer van de VRM, het paneldebat in, en wijst daarbij op de grote veranderingen in het kijkgedrag van de Vlaamse televisiekijker sinds Netflix zeven jaar geleden in België werd gelanceerd. Het uitgesteld kijken deed zijn intrede en het lineair televisiekijken werd steeds minder belangrijk. Er ontstonden nieuwe trends zoals bingewatchen, en streamingdiensten begonnen ook eigen content te produceren.

Na Netflix deden Amazone Prime Video (2016) en Apple TV Plus (2019) hun intrede in België en in 2020 zou ook nog Disney+ volgen. Om dat internationale geweld te counteren en het lokale ecosysteem te stimuleren ging op 14 september 2020 Streamz van start. Streamz werd opgericht als een joint-venture tussen DPG Media en Telenet met Vlaamse en internationale content. Streamz kende een vliegende start mede doordat 400.000 abonnees van Telenet Play konden worden meegenomen. Naast de vele betalende streamingplatformen werden er ook enkele gratis streamingplatformen gelanceerd zoals VRT.NU, VTM GO en GO Play.  

De openbare omroep, bevond zich in een spreidstand. Vanuit het Vlaamse Regeerakkoord werd de openbare omroep gevraagd om vanuit “een rendabel businessplan mee te stappen in het nieuwe project”. Anderzijds had de VRT de ambitie om haar eigen gratis streamingplatform, VRT NU, zo aantrekkelijk mogelijk te houden.  Finaal werd de VRT, met de belangrijkste fictiecatalogus in Vlaanderen, geen mede-eigenaar van Streamz. In ruil voor een vergoeding worden VRT-programma’s wel toegevoegd aan de Streamz-catalogus. Ook enkele nieuwe fictiereeksen worden in primeur aangeboden op Streamz, alvorens ze uitgezonden worden op Eén of Canvas.

In 2020 kenden de streamingplatformen een boost door de coronapandemie en het wegvallen van hobby’s en sociale activiteiten die ermee gepaard ging.  Uit het recentste Digimeter-onderzoek blijkt dat 9 procent van de Vlamingen zich abonneerde in 2020 op één of meerdere streamingabonnementen als direct gevolg van de lockdowns. Zo heeft één op de twee Vlamingen nu toegang tot een betalende streamingdienst.

Uit het Digimeter-onderzoek blijkt ook dat Netflix in Vlaanderen geen hinder heeft ondervonden van de extra concurrentie door de nieuwe spelers. Netflix heeft met 45% het grootste bereik in Vlaanderen, en weet met een groei van 5 procentpunten goed stand te houden tegen het nieuwe jonge geweld. Volgens het Digimeter-onderzoek haalt Disney+ een marktaandeel van 8 procent, Apple TV+ 4% en Streamz tussen de 8 en 13 procent.

Hierbij stelt zich de vraag wat de nabije toekomst zal brengen. Volgens een recent onderzoek door de onderzoeksgroep IMEC/MICT aan de Universiteit Gent is er in Vlaanderen nog geen ‘cancel culture’ voor televisie- en videoabonnementen. We bevinden ons volgens de studie in een zogenaamde ‘stapelfase’, waarbij abonnementen nog eerder gecombineerd worden dan gesubstitueerd.  Het Digimeter-onderzoek stelt anderzijds vast dat de acceptatie van streamingdiensten in Vlaanderen tegen zijn plafond reikt.

 

Paneldebat

Na deze probleemstelling volgt het paneldebat, gemodereerd door de heer Jonathan Hendrickx (SMIT/VUB), met volgende sprekers: 

  • Mevrouw Jasmijn Touw (Netflix - Head of Public Policy Benelux & Nordics)
  • Prof. dr. Tom Evens (IMEC-MICT-UGent)
  • Mevrouw Lotte Vermeir (VRT - Netmanager ÉÉN en CANVAS)
  • De heer Peter Vindevogel (CEO Streamz)

De moderator vraagt aan de panelleden hoe zij de verhouding zien tussen Netflix als dominante speler en de Vlaamse streamingdiensten. Gaan die diensten met mekaar in concurrentie, versterken ze mekaar of is er ook sprake van een gezonde samenwerking?

Jasmijn Touw  verklaart dat Netflix niet enkel een concurrent is voor andere streamingdiensten, maar ook een bondgenoot.  Door samenwerking met andere spelers kan lokaal talent immers internationaal in de schijnwerpers worden geplaatst en kunnen ook duurdere producties worden gemaakt, die anders voor kleinere lokale spelers onhaalbaar zouden zijn. Volgens haar is er daarnaast niet alleen concurrentie met andere streamingdiensten maar ook met videoplatformen zoals Youtube en zelfs met andere vormen van vrijetijdsbesteding.

Peter Vindevogel  stelt dat de verhouding tussen de verschillende spelers voortvloeit uit de verandering van het kijkgedrag van de gemiddelde Vlaming. Een gemiddeld gezin keek zeven jaar geleden via één enkel scherm televisie; ondertussen kijkt het gemiddelde gezin op hetzelfde moment via twee à drie schermen televisie. Dit gewijzigde patroon heeft ertoe geleid dat de behoefte aan video-entertainment  explosief gegroeid is.  Doordat vooral internationale producties zeer populair zijn, riskeerde het lokale ecosysteem echter in verdrukking te geraken. Om die reden werd Streamz opgericht: een streamingdienst van bij ons die vanuit het geloof in complementariteit internationale producties aanbiedt, maar ook eigen content volop stimuleert. Peter Vindevogel gelooft in de complementariteit van enerzijds lokale platformen en anderzijds internationale platformen. Hij verwijst naar onderzoek van GroupM dat stelt dat er in de Europese Unie per gezin plaats is voor gemiddeld twee tot drie betalende streamingdiensten waarvan er meestal één een lokale streamingdienst is.

Lotte Vermeir bevestigt dat Netflix een nieuwe standaard inzake kijkgedrag heeft gevestigd.  Voor de openbare omroep is Netflix een partner waarmee samen lokale content kan worden gemaakt en die het ook mogelijk maakt om lokaal talent internationaal te promoten. Zij verwijst ook naar de groeiende populariteit van Belgische fictie in het buitenland.

Tom Evens wijst erop dat lokale spelers er in het begin van uitgingen dat Netflix niet zou geïnteresseerd zijn in lokale content en zij op dezelfde wijze zouden kunnen verder werken zoals ze dat altijd al gedaan hadden.  Deze voorspelling kwam echter niet uit: Netflix groeide zeer sterk en zette geleidelijk aan ook meer en meer in op lokale content.   

De moderator vraagt aan Lotte Vermeir welke strategie de openbare omroep toepast nu ze enerzijds haar eigen gratis streamingplatform VRT NU heeft, maar anderzijds ook betrokken is bij Streamz. Hoe gaat dit in de toekomst  verder evolueren?

Lotte Vermeir verwijst in de eerste plaats naar de missie van de openbare omroep: alle Vlamingen informeren, inspireren en verbinden en zo de Vlaamse samenleving versterken. Binnen die doelgroep is het steeds moeilijker om jongeren te bereiken via de traditionele mediakanalen.  Via het VRT NU algoritme is het nu mogelijk om de gebruikers een interessante en relevante mix voor te schotelen met allerlei soorten programma’s, zodat ze verschillende genres ontdekken die bij hun interesses kunnen aansluiten.  Wat Streamz betreft, is de openbare omroep geen mede-eigenaar maar ze levert wel programma’s aan in ruil voor een vergoeding. Ook enkele nieuwe fictiereeksen zijn in primeur te zien op het platform, alvorens ze uitgezonden worden op ÉÉN of CANVAS. Naar de toekomst toe is de openbare omroep zeker bereid om Streamz mee te versterken.

Op de vraag van de moderator in hoeverre het VRT NU algoritme verschilt van andere algoritmen, antwoordt Lotte Vermeir dat het VRT NU algoritme de gebruiker ook andere content aanbiedt die niet in de lijn ligt van zijn eerdere kijkgewoonten. Jasmijn Touw en Peter Vindevogel  beamen dit: als aanbieder moet je de gebruiker een zekere keuzestress geven; de gebruiker houdt er niet van steeds hetzelfde voorgeschoteld te krijgen.

Op de vraag van de moderator in hoeverre de samenwerking met de openbare omroep noodzakelijk is voor Streamz, antwoordt Peter Vindevogel dat de openbare omroep programma’s en previews aanlevert aan Streamz en dat er zeker nog ruimte is om die samenwerking te vergroten. Hij beklemtoont wel dat er vooral behoefte is aan samenwerking over alle actoren heen omdat Vlaanderen een te kleine afzetmarkt vormt.  Er is dus een grote behoefte aan een uitbreiding van de bestaande samenwerking op alle niveaus. Aanbieders moeten er ook steeds rekening mee houden dat het kijkersgedrag op het vlak van niet-lineaire televisie zeer snel verandert en zeer verschillend kan zijn naargelang de leeftijdscategorie van het kijkerspubliek.  Een bepaalde tendens op het gebied van niet-lineaire televisie kan hierdoor compleet verschillend zijn van een tendens op het vlak van lineaire televisie.

Wat het aantal Streamz-abonnees betreft, verklaart Peter Vindevogel tevreden te zijn. Bij de start was er een businessplan voor vijf jaar opgemaakt. Het is duidelijk dat er in de streamingmarkt plaats is voor een lokale speler en de abonnees zijn die evolutie ook gevolgd.  Hij stelt vast dat de meeste abonnees in het begin vooral geïnteresseerd zijn in lokale content, gaandeweg meer internationale content gaan bekijken en vervolgens meer en meer switchen tussen nieuwe titels en oudere content.

Op de vraag van de moderator naar de betalingsbereidheid bij de Vlaamse kijker voor verschillende streamingdiensten, antwoordt  Tom Evens dat die zeker nog aanwezig is.  Anders dan in de Verenigde Staten is er bij ons nog geen subscriptiemoeheid. Terwijl in de Verenigde Staten een gemiddeld gezin 7 à 8 streamingabonnementen heeft, gaat het bij ons om maximaal 2 à 4 abonnementen per gezin. Bij ons worden abonnementen nog opgestapeld en is er nog ruimte om te groeien. Netflix is de favoriete streamingdienst in Vlaanderen; Streamz en Disney+ strijden voor de tweede plaats waarbij Streamz zeker nog over een groot groeipotentieel beschikt.

Op de vraag of er geen concurrentie tussen betalende en niet-betalende diensten dreigt te ontstaan, zijn de panelleden het eens. Het aanbod in Vlaanderen is heel complementair, gericht op diversiteit en continu in beweging. 

Op de vraag of de prijzen voor streamingdiensten in de toekomst zullen stijgen, verklaart  Jasmijn Touw dat het de bedoeling is dat met de inkomsten ook het lokale ecosysteem ondersteund wordt.  Het gaat daarbij om een wisselwerking tussen Netflix en de lokale actoren.  Peter Vindevogel verklaart dat Streamz nooit de bedoeling gehad heeft om een lage instapprijs te hanteren om die nadien al vlug op te trekken, een strategie die Disney+ volgens hem heeft toegepast. Wel moet er rekening mee gehouden worden dat door de coronacrisis de prijzen van de grondstoffen op de wereldmarkt sterk gestegen zijn, en dat die prijsstijging onvermijdelijk aan de klant moet worden doorgerekend om de rendabiliteit niet in het gedrang te brengen. Tom Evens wijst er in dit verband nog op dat de prijs van een abonnement op een streamingdienst relatief laag is in verhouding tot het uitgebreide aanbod van de meeste catalogi. 

In Nederland heeft de openbare omroep NPO een deel van haar aanbod achter een betaalmuur gestoken.  Op de vraag of de Vlaamse openbare omroep ook dergelijke plannen heeft, antwoordt Lotte Vermeir ontkennend.  

De moderator vraagt vervolgens wat de streamingdiensten doen om hun marktaandeel te consolideren en wat de toekomst zal brengenJasmijn Touw verklaart dat Netflix succesvol is door goede content aan te bieden met een grote aandacht voor diversiteit en lokale inbreng. Ze verwijst naar succesvolle Europese Netflixproducties zoals “Lupin” en “La Casa de Papel”.  Ook in de toekomst zal Netflix dit blijven doen. Binnen dit ecosysteem kunnen verschillende diensten met een eigen profiel zich ontwikkelen. Tom Evens stelt dat Netflix hier een voorsprong heeft opgebouwd en dat Vlaamse aanbieders op dit ogenblik een nadeel hebben op het gebied van schaalgrootte door het feit dat hun afzetmarkt relatief klein is.  Om echt succesvol te zijn, is er naar de toekomst toe meer samenwerking maar ook schaalvergroting nodig. Peter Vindevogel sluit zich hierbij aan. Het is volgens hem zeer belangrijk dat het lokale ecosysteem zich verder kan ontwikkelen. Streamz zet daarom in op aanzienlijke investeringen in het lokale ecosysteem en zal dit ook blijven doen.  Daarnaast moet dat lokale ecosysteem er ook voor zorgen dat het zeer complementair blijft met het aanbod van grote internationale streamingdiensten, zoniet zullen de grote internationale streamingdiensten de markt volledig inpalmen.  Wat de toekomst betreft, ziet hij twee ontwikkelingen op ons afkomen: In een eerste fase zal er een aggregatie gebeuren: er zal nood zijn aan actoren die het bestaande aanbod gaan bundelen zodat de kijker gemakkelijk zijn gading zal vinden in het ruime aanbod. In een tweede fase zal er een consolidatie gebeuren waarbij een aantal kleinere spelers zullen verdwijnen.  Voor de Vlaamse streamingdiensten is het belangrijk samen te werken en sterk genoeg te zijn om zich hierin staande te houden. Lotte Vermeir is het ermee eens dat samenwerking absoluut noodzakelijk is. De openbare omroep is bereid om de samenwerking zowel nationaal als internationaal verder uit te bouwen.

De moderator vraagt of er nog meer Amerikaanse spelers naar Europa zullen komenTom Evens heeft zijn twijfels. Sommige Amerikaanse spelers, zoals Peacock, hebben geen enkele affiniteit met Europa. Anderen wagen wel hun kans. In Nederland komen er drie nieuwe Amerikaanse spelers bij: Viaplay, Sky Showtime en HBO Max. Viaplay biedt fictiereeksen en sportcompetities aan in Scandinavië en Nederland. Viaplay heeft voor Nederland de uitzendrechten voor Formule 1-wedstrijden verworven. Volgens Peter Vindevogel wil Streamz de toekomst van de Vlaamse audiovisuele sector niet in handen leggen van buitenlandse spelers en wil daarom nog meer investeren in lokale content. Hij weet echter niet welke plannen deze internationale spelers voor Vlaanderen hebben. Hij twijfelt wel aan hun slaagkansen. Als ze geen lokale content kunnen aanbieden, zal het moeilijk zijn om in Vlaanderen marktaandeel op te bouwen.

Op de vraag van de moderator of de kijker nog gemakkelijk zijn weg vindt binnen het ruime aanbod en er ook geen keuzestress ontstaat, antwoordt  Jasmijn Touw dat Netflix binnen de catalogus verschillende zoekmogelijkheden (onder andere op basis van land, regio, interesse, …) aanbiedt waardoor de gebruiker gemakkelijk kan vinden wat hij zoekt. Ook een alfabetisch geordende cataloog is beschikbaar. Peter Vindevogel verklaart dat Streamz op basis van algoritmesook de zoek- en bladertijdvan gebruikers analyseert met de bedoeling om de gebruiksvriendelijkheid nog te verhogen. Lotte Vermeir verklaart dat het aan de streamingdienst zelf is om eventuele keuzestress weg te nemen. Bij de openbare omroep wordt hiervoor de expertise  en ervaring uit de lineaire omgeving vertaald naar VRT NU.   Wel moet er rekening mee worden gehouden dat een aanzienlijk deel van het kijkerspubliek enkel geïnteresseerd is in lineaire televisie en zich niet aangesproken voelt door streamingdiensten. Tom Evens merkt in dit kader op dat het lineaire televisieaanbod in de toekomst zal blijven bestaan maar qua omvang en belangrijkheid zal afnemen.  Het online streamen van programma's en het kijken via over the top-diensten is en zal vooral complementair blijven aan lineaire televisie en zal die zeker niet vervangen.

Nog maar 7 jaar geleden deed Netflix zijn intrede in Vlaanderen. Tot slot vraagt de moderator waar de Vlaamse streamingdiensten binnen 7 jaar zullen staan.   Welke evoluties zullen er tegen dan merkbaar zijn? Jasmijn Touw stelt dat de sector continu en snel evolueert en dat het zeer moeilijk is om daar op dit moment uitspraken over te doen. Zeven jaar is een eeuwigheid in televisieland. Peter Vindevogel beaamt dit. Volgens hem is de grootste fout die we kunnen maken dat we er zouden vanuit gaan dat de sector er tegen dan nog hetzelfde zou uitzien als vandaag.  Volgens hem moet je, om de toekomst te voorspellen, kijken naar wat gaande is in de gehele entertainmentsector. Daar zie je nu al dat grenzen meer en meer vervagen.  Zo zijn er nu al streamingdiensten die ook gaming-toepassingen aanbieden.  Ook de grens tussen het virtuele en het reële vervaagt steeds meer. Het zal er voor de gehele mediasector op aankomen om die evolutie op te pikken en zich daaraan aan te passen. Voor Streamz betekent dit concreet volop investeren in lokale content en complementariteit zoeken met grote internationale streamingbedrijven.  De ambitie van Streamz is om nummer 2 in Vlaanderen te worden en die positie ook te bestendigen.  Lotte Vermeir verklaart dat het er voor de openbare omroep in de toekomst op zal aankomen om klassieke vormen van televisie maken te combineren met nieuwe mediavormen met de bedoeling om alle Vlamingen te informeren, inspireren en verbinden en zo de Vlaamse samenleving te versterken. Tom Evens stelt dat er nu vele individuele initiatieven bestaan, maar dat naar de toekomst toe er sowieso een consolidatiegolf zal komen waarbij meer en meer naar de winstgevendheid van streamingdiensten zal worden gekeken.

 

Vragen uit de zaal

Na afsluiting van het paneldebat worden er vragen uit het publiek gesteld.

Volgende onderwerpen kwamen daarin aan bod:

  • In tegenstelling tot de Verenigde Staten is er bij ons nog niet echt een fenomeen van cord-cutting merkbaar waarbij televisie-abonnementen worden opgezegd omdat kijkers er de voorkeur aan geven zelf hun gading te zoeken bij online-streamingdiensten.  De netwerkoperatoren zijn zich wel bewust van de mogelijke impact van dit fenomeen.

  • Operatoren als Telenet en Proximus zullen in de toekomst mogelijk klanten verliezen hierdoor, maar aan de andere kant krijgen ze ook nieuwe mogelijkheden omdat ze zelf nieuwe pakketten kunnen aanbieden met aggregatie van verschillende streamingdiensten.

  • Door het succes van streamingdiensten zullen een aantal inkomstenbronnen opdrogen, maar er zullen ook  nieuwe verdienmodellen worden ontwikkeld die de mediasector uiteindelijk zullen ten goed komen.

  • Het bioscoopbezoek blijft dalen. Volgens het panel is er echter weinig concurrentie tussen bioscopen en streamingdiensten. Bioscoopbezoekers willen een specifieke ervaring die alleen de bioscoopzaal kan bieden. Bioscopen moeten veeleer concurreren met andere buitenhuisactiviteiten zoals theater- of concertbezoek.

  • Het verwerven van sportrechten behoort niet tot de core business voor de meeste streamingdiensten. Ze worden veelal land per land verkocht en zijn zeer duur om ze in één pakket aan te kopen. Het streamen van sportuitzendingen is ook niet winstgevend.

  • Wat de financiering  betreft van streamingdiensten, bestaat er niet echt één model. Streamingdiensten moeten continu op zoek naar partners.  Verscheidenheid, diversiteit en flexibiliteit is daarbij van groot belang. 

 

Slotwoord: Vlaams minister van Media

Het slotwoord is voor Benjamin Dalle, minister van Media:

De minister verwijst naar het slotwoord dat hij in 2019 uitsprak op het symposium van de VRM.  In die twee jaar is er ondertussen veel veranderd.  De VRT kreeg een nieuw management, er kwam een nieuwe beheersovereenkomst en er werden middelen ter beschikking gesteld om de digitale transitie succesvol in te zetten.

Niet-lineair kijken won ondertussen aan belang. In die mate zelfs dat velen zich gingen afvragen of lineair kijken nog wel een toekomst had.

Ondertussen werd de mediasector ook getroffen door de gevolgen van de corona-pandemie.  Veel mensen gingen noodgedwongen van thuis uit werken en namen één of meerdere streaming-abonnementen nu ze hun hobby’s niet meer konden beoefenen en noodgedwongen thuis zaten.

Dit had ook invloed op de reclame-inkomsten. Die staan steeds meer onder druk en gaan vaak naar buitenlandse spelers: Google, Amazon, Netflix.  Heel veel mensen streamen of consumeren nieuws via de smartphone. Dat heeft een enorme impact op hoe onze media werken en hoe ze mensen moeten bereiken. 

De minister is blij dat vanaf september 2020 Streamz een uniek lokaal aanbod beschikbaar heeft gesteld, naast dat van de grote internationale spelers.  Dat aanbod bestaat uit de beste series van DPG Media en VRT en zorgt ervoor dat de kijker als eerste toegang krijgt tot heel wat nieuwe reeksen. Dat aanbod wordt aangevuld met films en exclusieve internationale reeksen.

De minister beklemtoont dat het belangrijk is dat alle streamingdiensten, of ze nu betalend zijn of niet, voor iedereen beschikbaar zijn.  Goede informatie en sterk entertainment zijn daarbij zeer belangrijk.

Volgens de minister moet ernaar gestreefd worden een evenwicht te vinden tussen de verschillende manieren om televisie te kijken. Het is dan ook belangrijk dat de openbare omroep en Streamz op een constructieve manier verder kunnen samenwerken.  Dit moet blijven resulteren in een win-win-situatie waarbij lokale producties maximaal ondersteund worden.

De minister  licht tot slot toe hoe hij de sector verder wil ondersteunen:

  • Hij verwijst daarbij in de eerste plaats naar de beheersovereenkomst van de VRT waarin het onder andere gaat over de digitale transitie van de VRT en ook een aantal engagementen met betrekking tot streamingdiensten werden opgenomen.

  • Ook in de beheersovereenkomst van het Vlaams Audiovisueel Fonds werden een aantal engagementen opgenomen.

  • Voorts wordt ook een verhoging van de bijdragen voorzien inzake de investeringsverplichting van dienstenverdelers en niet-lineaire televisiediensten.
  • Tot slot trekt de minister 35 miljoen euro uit voor het relanceplan voor de mediasector. Met het plan wil de Vlaamse regering de Vlaamse mediasector stimuleren om extra in te zetten op digitalisering waardoor de Vlaamse mediasector meer zou kunnen inspelen op het veranderende mediagebruik en op de steeds sterkere internationale concurrentie.

Afbeeldingen

Symposium 2021
Symposium 2021