Verslag symposium 2018

Maandag 5 november 2018: Symposium VRM 'Naar DAB+ in Vlaanderen' 

Op maandag 5 november 2018 vond het jaarlijks symposium van de VRM plaats. 

Het symposium werd geopend met een verwelkoming door dhr. Joris Sels, gedelegeerd bestuurder van de VRM. In zijn welkomstwoord licht hij kort het programma van het symposium toe en stelt de panelleden voor.

Vervolgens leidt dhr. Carlo Adams, voorzitter van de algemene kamer van de VRM het paneldebat in, en wijst daarbij op de evoluties in het radioluisteren en de actualiteit van het thema, namelijk de kennismaking van Vlaanderen met DAB+.

De Vlaming houdt van de radio en blijft eraan gehecht. De radio zelf evolueert mee met de technologische ontwikkelingen. Radio wordt vandaag niet langer enkel beluisterd via het klassieke FM-toestel. Er is duidelijk sprake van wijzigende trends en nieuwe manieren van luisteren.

De verdeling van de huidige digitale frequentiecapaciteit wordt beschreven, met een verdeling van de verschillende digitale multiplexen tussen de openbare omroep en de particuliere sector.

Met de recente toekenning van de licentie voor de frequentieblokken 5A/5D aan Norkring groeit het aanbod van de digitale radiozenders verder aan. De verdere evolutie naar DAB+ zit momenteel in een stroomversnelling.

Door het samenwerkingsinitiatief tussen de Vlaamse overheid en de particuliere radiosector en de openbare radio-omroep die een Memorandum of Understanding met elkaar aangingen werd een duidelijke impuls voor de verdere ontwikkeling werd gegeven. De VRM wil door de keuze voor het thema ook een bijdrage leveren aan de vragen die er momenteel leven rond DAB+.

Na deze inleiding volgt het paneldebat, gemodereerd door dhr. Marc Van de Looverbosch (VRT-journalist), met volgende sprekers: 

  • Dhr. Domique Lievyns (Norkring België)
  • Mevr. Jacqueline Bierhorst (Consultancy Jacky B.)
  • Mevr. Ann Caers (Medialaan)
  • Dhr. Joost Kaesemans (FEBIAC)
  • Prof. dr. Tom Evens (UGent – MICT)

De moderator start de vragenronde bij Jacqueline Bierhorst, die gevraagd wordt naar haar rol in de uitrol van DAB+ in Vlaanderen en hoe de huidige toestand van de digitale radio in Vlaanderen kan worden omschreven.

Jacqueline Bierhorst licht haar rol toe als coördinator/trekker van de Stuurgroep Digital Radio Vlaanderen. Deze stuurgroep werd opgericht door de Vlaamse overheid om een samenwerking tot stand te brengen met alle betrokken spelers, zoals de netwerkoperator Norkring (België), de openbare radio-omroep, de grootste particuliere radiozenders en de Vlaamse overheid zelf.

Het doel van de stuurgroep is om van de overgang naar DAB+ in Vlaanderen een succes te maken en het is haar taak om alle spelers hierbij zo goed mogelijk te laten samenwerken.

De succesvolle ontwikkeling en uitrol van DAB+ is sterk afhankelijk van volgende sleutelfactoren, die de 5 C’s worden genoemd: Content - Coverage - Cars - Communication - Consumerproducts. Factoren als Coverage en Content kunnen als primordiaal worden beschouwd, want bereik en een voldoende groot aanbod zijn inderdaad essentieel, maar elke factor heeft in de ontwikkeling van DAB+ zijn belang. De uitrol is er niet van de enen op de andere dag maar verloopt stapsgewijs.

Tom Evens stelt dat er reeds cijfers voorhanden zijn over het bereik en vertrouwdheid met digitale radio via de imec Digimeter, maar dat de interessantste cijfers over waar DAB+ vandaag in Vlaanderen staat zullen worden bekendgemaakt, precies één week na het symposium, op basis van een zogenaamde nulmeting. De realiteit gebiedt te stellen dat er om allerlei redenen voorlopig nog steeds weinig animo rond DAB+ bestaat en dat de meerwaarde ervan nog bij het publiek moet doordringen. Voorlopig bestaat het aanbod vrijwel uitsluitend uit een aantal extra muziekstations en ook het zendbereik, met name de binnenhuisontvangst, staat zeker niet op punt.

Joost Kaesemans vult aan dat de automobielsector de evolutie van DAB+ in Vlaanderen aandachtig volgt. De radio en de auto gaan samen en de goede geluidskwaliteit van DAB+radio, toch één van de troeven, is daarbij zeer belangrijk. Het is moeilijk te zeggen hoe sterk de DAB+radio reeds vertegenwoordigd is in het standaardaanbod – men gewaagt van een penetratie van 25% - doch vooralsnog is de DAB+radio terug te vinden in de optiepakketten bij de aanschaf van een nieuwe wagen.

Ann Caers bevestigt dat de digitale radio momenteel nog in de startblokken staat en er momenteel nog niet zoveel bekend is over de ontvangstkwaliteit van de DAB+radio. Via de reacties van luisteraars wist Medialaan dat bijvoorbeeld de dekking in een gedeelte van Limburg tot voor kort wel een probleem was, maar met het verder uitbreiden van het zenderpark en de geografische dekking blijkt er eindelijk ook daar goede ontvangst te zijn.

Volgens Domique Lievyns werkt de netwerkoperator Norkring steeds verder aan het verbeteren van de dekking, zeker wat betreft de binnenhuisontvangst. Een problematische indoor-ontvangst heeft uiteraard ook te maken met het gebruik van diverse isolerende materialen in de woning, die de frequentiegolven remmen, net zoals dat ook het geval is bij wifi-ontvangst.

Op de vraag hoe stevig DAB+ in Vlaanderen reeds staat in vergelijking met het buitenland antwoordt Jacqueline Bierhorst dat de Stuurgroep Digital Radio Vlaanderen in de daaropvolgende week met cijfers hierover naar buitenkomt en dat dan ook de landelijke campagne ‘Week van de digitale radio’ van start gaat, die wordt gedragen door alle betrokken partners. Er zijn wel al luistercijfers (percentage luistertijd) voor landen zoals de UK en Zwitserland, met dewelke vergelijkingen kunnen worden gemaakt waar DAB+ staat in Vlaanderen maar de primeur blijft voorbehouden voor de campagneweek.

Het gespreksonderwerp verplaatst zich naar de stand van de regelgeving, waarbij Tom Evens stelt dat er momenteel een solide wettelijke basis voor DAB+radio maar dat er ook rekening moet worden gehouden met een aantal verbeterpunten. De huidige regelgeving is momenteel te zeer gebaseerd op een technologische invalshoek, veel minder dan vanuit een kwaliteitsstandpunt of een luisteraarsstandpunt. Dit zou inderdaad beter kunnen. 

Wat gebeurt er met de FM-frequenties eens DAB+ is gelanceerd en wanneer wordt er definitief overgeschakeld?

Ann Caers stelt dat zowel Medialaan als de VRT-radio zeer dicht bij de luisteraars staan en hen voortdurend ook polsen. Als de luisteraar naar DAB+ moet worden gehaald, moet er in de eerste plaats ook gedacht worden aan het gebruiksgemak van de DAB+toestellen. Het moet eenvoudig zijn en het moet werken. Er moet ook een afdoende groot zenderaanbod zijn en er moet een keuzevrijheid zijn voor de verschillende doelgroepen. DAB+ is immers geen doel op zich maar een middel om radio tot bij de luisteraar te brengen. Medialaan heeft met de recente lancering van de digitale radiokanalen JOE 70’s en JOE 80’s de redactionele content losgekoppeld van de muziek. Dit kan enkel door nieuwe technologieën als DAB+, dat mogelijkheden biedt die FM niet heeft. De FM-band zit momenteel immers vol en biedt dus geen ruimte voor dergelijke nieuwe radiokanalen.

Is er dan momenteel geen afdoende keuze in de aangeboden content via DAB+?

Domique Lievyns wijst er op dat er 2 jaar geleden sprake was van slechts zes landelijke radiozenders op DAB+. Vandaag zijn dat al 20 zenders en in de loop van volgend jaar komen er nog eens 12 extra radiozenders op DAB+ bij. Naast de kwantiteit van het zenderaanbod kiest Norkring ook voor de geluidskwaliteit van de digitale radio. Het verhogen van de kwaliteit is een vereiste om een succes te maken van de migratie van FM naar DAB+. Het is dus een keuze voor een evenwicht tussen kwantiteit en kwaliteit en bovendien is er op dit ogenblik in Vlaanderen ook geen vraag naar 50 landelijke radiostations.

Joost Kaesemans beaamt dat ook de automobielsector beijvert dat er volop wordt ingezet op kwaliteit en dat DAB+ net zoals IP en 4G aanwezig zou moeten zijn elke nieuwe wagen. Voorbeelden uit het UK en Zwitserland wijzen duidelijk aan dat de automobielsector de belangrijkste toegangspoort is voor DAB+. Maar daartoe moet inderdaad nog meer worden ingezet op de ontvangstkwaliteit en wordt ook de vraag gericht tot het wegenbeheer om de ontvangst in de tunnels te garanderen.

Dominique Lievyns bevestigt dat het plaatsen van repeaters in de tunnels om het DAB+signaal te versterken een opdracht, die op tafel ligt op de rondetafel met alle stakeholders. De FM-uitzendingen hoeven ook niet helemaal te verdwijnen ten voordele van DAB+ maar het vooropstellen van een afschakeldatum biedt wel duidelijkheid om iedereen mee over de streep te trekken.

Joost Kaesemans wijst op de noodzaak om een afschakeldatum te forceren om de consument, die waar en kwaliteit wil voor het geld dat hij moet besteden aan een DAB+toestel maar daar heeft Jacqueline Bierhorst een andere visie op. Zij stelt dat de evolutie van het gebruik van FM naar DAB+technologie organisch dient te verlopen. Het is beter voor de aanvaarding van de nieuwe radiotechnologie dat deze evolutie natuurlijker verloopt.

Moeten ook de lokale radio’s en de streekradio’s op DAB+ terecht kunnen?

Tom Evens werpt de vraag op of er hiertoe wel een mogelijkheid bestaat op basis van de beschikbare capaciteit, wellicht niet, en of het ook wenselijk is dat lokale radio’s gaan uitzenden op DAB+ gezien het wettelijk voorzien landelijk uitzendkarakter ervan. In Wallonië en in Nederland blijkt de uitzendmogelijkheid voor meer regionale radio’s via DAB+ anderzijds wel voorzien, dus de technologie laat dit zeker toe.

Dominique Lievyns merkt daarbij op dat Norkring in 2015 een technisch voorstel heeft gedaan aan de Vlaamse regering waardoor er 19 verschillende dekkingszones in Vlaanderen voor DAB+ zouden mogelijk worden. In elke zone zou er ruimte zijn voor 9 radiozenders, wat betekent dat er meer dan 170 regionale radio’s op DAB+ hadden kunnen uitzenden.

Wat met IP-radio?

Ann Caers stelt dat Medialaan in elk geval inzet op alle mogelijke diverse transmissiekanalen en de komst van DAB+ ziet als een ‘en/en’ verhaal. DAB+ vormt hierin 1 weliswaar belangrijk onderdeel. Zij willen de radio tot bij de luisteraar brengen, op welke manier ook. Ook Dominique Lievyns ziet een combinatie van de verschillende radiotransmissietechnieken (‘one tot one’ naast ‘one to many-broadcasting’) als de toekomst.

Kunnen er lessen geleerd worden uit de huidige DAB+situatie in Nederland?

Jacqueline Bierhorst licht toe dat er in Nederland een 2-jaarlijkse meting wordt gehouden. De DAB+penetratie bedraagt daar 13% wat overeenstemt met 2 miljoen luisteraars en 1 miljoen 400.000 verkochte DAB+radiotoestellen. Nederland evolueert dus ook steeds verder naar DAB+radiogebruik.

Bij een publieksvraag wordt geopperd of de afschakeling van FM geen ecologische ramp betekent vermits alle oude radiotoestellen in één klap onbruikbaar zullen worden en op de afvalberg zullen terechtkomen.

Jacqueline Bierhorst antwoordt daarop dat hierover in Nederland wel is nagedacht door het opzetten van een ‘Recycle systeem, vergelijkbaar met het ‘Recupel’ systeem in België en dat hierrond ook reeds een sensibiliseringscampagne werd gevoerd. Naarmate DAB+ verder ingang vindt in Europa is er uiteraard ook nood aan soortgelijke initiatieven op Europees vlak. Joost Kaesemans vult met het oog op deze ecologische bekommernis aan dat er in dit opzicht ook een positieve kant aan het DAB+verhaal zit vermits DAB+ veel minder energie-opslorpend is dan FM (verhouding 1/10).

Een andere vraag uit het publiek belicht de betaalbaarheid voor kleinere onafhankelijke stations om op DAB+ te komen omwille van de meer beperkte budgetten.

Jacqueline Bierhorst stelt dat het makkelijker is voor spelers zoals VRT en Medialaan, gezien hun schaalgrootte en mogelijkheden om de kar te trekken in de komende promotiecampagne die DAB+ definitief moet lanceren in Vlaanderen maar dat de effecten iedereen ten goede, ook de kleinere stations, ten goede moeten komen. Hoe meer communicatie rond DAB+, hoe beter voor het hele radioveld. Ann Caers sluit zich daarbij aan: het gaat in de eerste plaats over de promotie van het medium met de nadruk op de neutraliteit ervan, en niet de promotie van de radioproducten van de grotere spelers. Iemand wordt daarbij uitgesloten, en nieuwe initiatieven worden aangemoedigd aan de rondetafel met alle stakeholders.

Els Van de Sype (VRT-radiomanager, aanwezig in het publiek) pikt als laatste hierop in: ‘(We have to) agree on technology, and compete on content’.

Vlaams minister voor Media, Sven Gatz, verzorgt het slotwoord: Het is duidelijk dat radio sterk leeft in Vlaanderen en het is goed om bij de keuze voor DAB+ nogmaals de voordelen ervan op te lijsten: er komen meer radiostations met luistercomfort bij, er is de extra geluidskwaliteit, er kan extra informatie worden meegegeven met de uitzendingen, er kan een gemakkelijke keuzeselectie worden gemaakt èn de ontvangst is storingsvrij.

Vlaanderen zit momenteel nog in het peloton maar wil bij de koplopers inzake DAB+ geraken in Europa.

Daartoe zijn stappen gezet via het Mediadecreet dat bepaalt dat de landelijke radiozenders en de netwerkradio’s op een bepaald moment verplicht de stap moeten zetten naar DAB+. Het zijn de grote radiospelers die als hefboom fungeren. Vermits zij de sterkste schouders hebben, moeten zij ook de zwaarste lasten op zich nemen. Dit betekent uiteraard niet dat de Stuurgroep Digital Radio Vlaanderen niet kan worden uitgebreid met kleinere spelers maar het moet natuurlijk een werkbaar initiatief blijven. DAB+ zal enkel een succes worden als alle stakeholders de handen in elkaar slaan.

We weten ook dat FM door de komst van DAB+ niet  onmiddellijk zal verdwijnen. Daaromtrent kunnen wij trouwens lessen trekken uit de situatie in het buitenland.. De evolutie van het radioluisteren naar DAB+ is vandaag echter duidelijk ingezet.