Veelgestelde vragen over radio

Welke soorten particuliere lineaire radio-omroeporganisaties bestaan er?

Het Mediadecreet onderscheidt volgende particuliere lineaire radio-omroeporganisaties:

  • landelijke radio-omroeporganisaties;
    vb: JOE FM - Q-Music
  • regionale radio-omroeporganisaties;
  • lokale radio-omroeporganisaties;
    vb: City Music - VBRO Aalter
  • Andere radio-omroeporganisaties.
    vb: Topradio

Naast de particuliere lineaire radio-omroeporganisaties bestaan ook particuliere niet-lineaire omroeporganisaties. 

Welke procedures dient een particuliere radio-omroeporganisatie te volgen vooraleer hij kan uitzenden?

Om te mogen uitzenden moeten particuliere radio-omroeporganisaties een erkenning hebben, die aan hen wordt gegeven door de Vlaamse Regering en ook over een zendvergunning, die hen door deVlaamse Regulator voor de Media wordt toegekend.

Aanvraagdossiers voor een erkenning kunnen enkel worden ingediend nadat in het Belgisch Staatsbladeen oproep is verschenen waarin onder andere de locatie en de geografische coördinaten worden vermeld. Zolang er in het Belgisch Staatsblad geen oproep is verschenen, is het niet mogelijk om kandidatuurdossiers hiertoe in te dienen.

Naast de erkenning heeft de particuliere radio-omroeporganisatie ook een zendvergunning nodig, die wordt toegekend door de Vlaamse Regulator voor de Media. De zendvergunning bevat een aantal technische parameters zoals het type uitzendtoestel, de hoogte van de antenne, het maximaal vermogen waarmee mag worden uitgezonden, de lengte van de kabel en de precieze opstellingsplaats van de zendinstallatie.

Pas nadat de particuliere radio-omroep over zowel de erkenning als de zendvergunning beschikt, kan hij tot uitzending overgaan.

Kan ik bij de Vlaamse Regulator voor de Media een tijdelijke zendvergunning aanvragen?

Artikel 193 van het Mediadecreet bepaalt dat de VRM naar aanleiding van evenementen en voor experimenten in het teken van het uittesten van nieuwe technologieën een tijdelijke zendvergunning kan uitreiken voor de duur van het evenement.

Volgende aandachtspunten zijn daarbij van belang:   

  • Het moet duidelijk gaan om een evenement of een experiment in het teken van het uittesten van nieuwe technologieën.
  • De vergunning geldt enkel voor de duur van het evenement.
  • De vergunning kan enkel gegeven worden voor een zeer beperkte tijd.

Om de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor de audiovisuele sector te verlichten, heeft de Vlaamse Regulator voor de Media beslist dat voor evenementen die plaatsvinden tussen 1 juli en 30 september 2020 tijdelijke zendvergunningen kunnen worden toegekend voor ten hoogste zes weken.  Dit is aanzienlijk langer dan de termijn die tot nu toe gebruikelijk was.  Op die manier krijgen maatschappijverbindende initiatieven zoals drive-in-bioscopen meer kansen.  Belangrijk hierbij is wel dat: 

  • Er geen mogelijkheid bestaat tot verlenging van deze maximale termijn.
  • Eénmaal een tijdelijke zendvergunning is uitgereikt, er voor een evenement dat in de periode tussen 1 juli en 30 september 2020 op dezelfde locatie plaatsvindt, geen nieuwe tijdelijke zendvergunning kan worden afgeleverd.
  • Voor zendvergunningen die reeds toegekend zijn voor evenementen die plaatsvinden in de periode tussen 1 juli en 30 september 2020, eventueel een vraag tot verlenging van de oorspronkelijk gevraagde duur in aanmerking genomen kan worden.  Daarvoor dient dan wel een nieuwe aanvraag te worden ingediend.
  • Het toekennen van de zendvergunning kan niet voor alle aanvragen gegarandeerd worden omdat volgende randvoorwaarden moeten vervuld zijn:

    • Er moet op de gevraagde locatie een frequentie beschikbaar zijn die inpasbaar is in de frequentieplannen en deze frequentie mag geen aanleiding geven tot een verstoring van het zendcomfort van andere omroepen.
  • De aanvragers dienen daarenboven met het volgende rekening te houden:

    • Aangezien het onderzoek van de ingediende dossiers tijdrovend is, vraag de VRM om de aanvraag maximaal 12 en minimaal 9 weken voor de aanvang van het initiatief in te dienen.
    • De uitzendmogelijkheden zullen minimaal en beperkt zijn.
    • Aangezien het frequentieplan een dynamisch gegeven is dat continu evolueert, zal de VRMzich niet onmiddellijk uitspreken over aanvragen voor initiatieven die aanzienlijke tijd later zullen doorgaan (m.a.w. aanvragen meer dan 12 weken voor aanvang van het evenement). In dat geval zullen ze door de VRM op 'on hold' gezet worden en zullen ze te gepasten tijde terug gereactiveerd worden ter behandeling.

Het Besluit van 21 april 2017 van de Vlaamse Regering houdende diverse uitvoeringsbepalingen over de netwerken lokale radio-omroeporganisaties en houdende wijziging van diverse besluiten over radio-omroep werd in het Belgisch Staatsblad van 9 mei 2017 gepubliceerd.

Artikel 33 van dat besluit bepaalt dat voor een tijdelijke zendvergunning een recht van 100 euro wordt aangerekend, dat vooraf betaald wordt op het rekeningnummer van de Vlaamse Regulator voor de Media.

De Vlaamse Regulator voor de Media zal een betaaluitnodiging sturen aan de aanvragers ter vereffening van het verschuldigde bedrag.

Lees ook onderstaande veelgestelde vragen: welke elementen dient een aanvraag voor een tijdelijke zendvergunning te bevatten?

Welke elementen dient een aanvraag voor een tijdelijke zendvergunning te bevatten?

De aanvraag voor een tijdelijke zendvergunning dient volgende stukken te omvatten:

1° een uittreksel van de landkaart (minimale schaal 1/25.000) waarop de bepaalde opstellingsplaats van de zendinstallatie wordt aangegeven, evenals de vermelding van de geografische coördinaten van deze plaats (lengte en breedte in graden, minuten en seconden);
(in de praktijk volstaat in dergelijke gevallen dat u ons het exacte adres bezorgt en de geografische coördinaten, deze kan u met een gewoon GPS -toestel achterhalen; indien u hiermee problemen zou hebben, is er een ploeg van medewerkers die hiervoor ter plaatse kan komen)

2°  het merk en het type van het genotificeerde zendtoestel;

3° het merk, het type en de karakteristieken van de antenne met de volledige technische specificaties van de fabrikant, het volledige stralingsdiagramma van de antenne, de hoogte van het midden van de nuttige stralingselementen van de antenne boven de begane grond en de cijferwaarde per 10° in geval van directionele antennes; 
(de maximaal toegestane effectief uitgestraalde vermogens in Watt of dBWatt in de verschillende richtingen zullen voorkomen op de eventuele tijdelijke zendvergunning)

4° het type en de lengte van de kabel die de zendapparatuur met de antenne verbindt, met de vermelding van de volledige technische specificatie van de fabrikant.(dit zijn gegevens die de leverancier of technicus die u hiervoor zal aanspreken, u zal moeten bezorgen)

Daarnaast vraagt de VRM ook volgende gegevens mee te delen: 

  • de benaming van het initiatief (rechtspersoon)
  •  korte duidelijke en éénduidige beschrijving van het evenement
  •  de datum of data (periode);
  •  de tijdstippenvan uitzending(van ... tot ... u).

Aan de hand van deze gegevens zal  - na onderzoek en indien positief resultaat - een formele tijdelijke zendvergunning  kunnen worden opgemaakt met vermelding van de frequentie waarop kan worden uitgezonden en het vermogen dat zal mogen worden gebruikt aan de zender.

Wanneer vindt er een nieuwe erkenningsronde voor lokale radio-omroepen plaats?

Op 16 mei 2017 werd de oproep tot kandidaatstelling voor erkenning als netwerkradio-omroeporganisatie of als lokale radio-omroeporganisatie in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Hiermee gaat de periode in van 30 dagen voor kandidaten om een dossier in te dienen. De kandidaat-radio-omroepen kunnen tot en met 14 juni 2017 een dossier indienen. Dossiers kunnen enkel ingediend worden via de elektronische applicatie KIOSK - https://cjsm.be/kiosk/public/login.cjsm. Dossiers die iva de gewone post of via email worden overgemaakt worden niet in aanmerking genomen.

Uitgebreide informatie is beschikbaar op de website van het departement Cultuur, Jeugd en Media.

De huidige erkenningen voor de lokale radio-omroeporganisaties gelden tot 31 december 2017

Kunnen tijdelijke zendvergunningen worden toegekend aan evenementen en nieuwe technologieën wanneer de transmissie gebeurt via DVB-T of DAB?

Norkring België (Frankrijklei 106, 2000 Antwerpen),  is sinds maart 2009 de eigenaar van het DVB-T en DAB-zenderpark in Vlaanderen en Brussel.  Dit bedrijf kreeg als enige de licenties toegewezen met vermelding van de bijhorende frequenties voor het uitzenden via DVB-T of DAB. 

Dit heeft tot gevolg dat  in het geval van DVB-T of DAB-transmissie de VRM enkel een tijdelijke zendvergunning kan afleveren aan Norkring België.    Wie evenementen organiseert en technologieën wil uittesten en een tijdelijke zendvergunning hiervoor wil, moet zich bijgevolg in de eerste plaats  tot Norkring België wenden, die bij de VRM een aanvraag kan indienen.

Ik wil een internetradio starten. Aan welke voorwaarden moet ik voldoen op basis van het Mediadecreet?

Het Mediadecreet stelt enkele voorwaarden op waaraan een aanbieder van een internetradio moet voldoen.

Een internetradio valt in het Mediadecreet onder de categorie 'andere radio-omroeporganisaties'. Zo stelt artikel 148 dat het maatschappelijk doel van een dergelijke omroeporganisatie bestaat in het verzorgen van radioprogramma's via een kabelomroepnetwerk, etheromroepnetwerk, satellietomroepnetwerk of via het internet. Deze organisaties kunnen alle activiteiten verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks aansluiten bij de verwezenlijking van hun maatschappelijk doel.

Artikel 149 stelt dat de omroeporganisatie opgericht moet zijn als een rechtspersoon en onder debevoegdheid valt van de Vlaamse Gemeenschap. De omroeporganisatie moet ook voldoen aan de voorwaarden van artikelen 129, 130 en 131 van het Mediadecreet.

Artikel 129:
De omroeporganisatie moet uitzenden in het Nederlands. Uitzonderingen daarop kunnen worden toegestaan door de Vlaamse Regering.

De programma's worden gerealiseerd op eigen verantwoordelijkheid.

Artikel 130:
De omroeporganisatie moet onafhankelijk zijn van een politieke partij.

Artikel 131:
Journaals worden onder leiding en verantwoordelijkheid van een hoofdredacteur verzorgd. Deredactionele onafhankelijkheid wordt gewaarborgd en in een redactiestatuut vastgelegd.

Ik wil een internetradio starten. Moet ik de VRM hiervan op de hoogte brengen?

Ja.

Particuliere radio-omroeporganisaties die hun omroepprogramma's uitsluitend via het internet doorgeven worden in het Mediadecreet omschreven als 'andere radio-omroeporganisaties'. Conform de voorwaarden vastgelegd in artikel 148 en 149 van het Mediadecreet, moet de Vlaamse Regulator voor de Media minimaal 14 dagen voor het starten van de dienst op de hoogte worden gebracht ('kennisgeving).

De kennisgeving wordt conform artikel 219 gedaan. Dit betekent: via aangetekend schrijven, elektronische post of een ander telecommunicatiemiddel dat resulteert in een schriftelijk stuk aan de zijde van de geadresseerde en waarop een elektronische handtekening is aangebracht die voldoet aan de vereisten van artikel 1322 van het Burgerlijk Wetboek.

De kennisgeving moet minstens de volgende informatie bevatten: de plaats van de uitzending, de plaats van vestiging, de wijze waarop het programmasignaal wordt verspreid en de statuten.

Elke latere wijziging van die informatie (ook elke wijziging in de raad van beheer / raad van bestuur van de omroeporganisatie), moet zonder verwijl aan de Vlaamse Regulator voor de Media worden meegedeeld.

De kennisgeving moet eveneens de gegevens omvatten zoals vastgelegd in artikel 41 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006 betreffende de procedure voor de Vlaamse Regulator voor de Media.

Art. 41. Om ontvankelijk te zijn, omvat de kennisgeving van de andere radio-omroeporganisaties :

1° de statuten zoals ze verschenen zijn in het Belgisch Staatsblad en een afschrift van de oprichtingsakte;

2° een afschrift van de in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijst van de beheerders of de bestuurders met de vermelding van hun functie in de vennootschap of vereniging;

3° een opgave van de plaats waar de maatschappelijke zetel, de exploitatiezetel en het hoofdkantoor liggen, alsook van de plaats waar de programmeringsbesluiten genomen worden, waar het personeel werkt en waar wordt uitgezonden;

4° een duidelijke omschrijving van de te leveren dienst;

5° de wijze waarop het programmasignaal wordt verspreid.

De kennisgeving is niet vereist voor erkende landelijke, regionale en lokale radio-omroeporganisaties die hun programma's reeds via een kabelomroepnetwerk, etheromroepnetwerk, satellietomroepnetwerk of via internet doorgeven.