8.5. Stimuleringsverplichting niet-lineaire televisieomroeporganisaties

In 2014 werd middels het decreet van 17 januari 2014 tot wijziging van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie (hierna: het Mediadecreet) een artikel 184/1 geïmplementeerd in het Mediadecreet, waarmee het zogenaamde ‘stimuleringsdecreet’[33] geïntroduceerd werd in de Vlaamse regelgeving. Sindsdien horen de dienstenverdelers een bijdrage te leveren aan de productie van Vlaamse audiovisuele werken, hetzij via een bijdrage aan het VAF, hetzij via een rechtstreekse investering middels een coproductie.

In 2018 werd door het decreet van 29 juni 2018 houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie artikel 157 van het Mediadecreet gewijzigd, waardoor een investeringsverplichting voor niet-lineaire televisieomroeporganisaties mogelijk gemaakt werd. Via dit decreet werd artikel 13 van de nieuwe Audiovisuele Mediadienstenrichtlijn[34] op een proactieve manier omgezet door de Vlaamse decreetgever en dienen niet-lineaire televisieomroeporganisaties, die voldoen aan de nadere voorwaarden die opgelegd worden door de Vlaamse Regering in het uitvoeringsbesluit (m.b.t. de criteria, de procedure, de vrijstellingen,…), vanaf 2019 een bijdrage te leveren aan de stimulering van Vlaamse audiovisuele producties.

De algemene kamer van de VRM wordt belast met de opdracht om de stimuleringsbijdrage van niet-lineaire televisieomroeporganisaties vanaf 2019 te implementeren. Dit zal de VRM voor de komende jaren voor een aantal uitdagingen stellen. Zo zal het voor de VRM geen sinecure vormen om een exhaustieve lijst samen te stellen van niet-lineaire televisieomroeporganisaties die mogelijkerwijze onder het toepassingsgebied van artikel 157 van het Mediadecreet zouden kunnen vallen.

Daarnaast herhaalt de VRM zijn opmerkingen, zoals ook geformuleerd in het rapport Mediaconcentratie 2018, dat het, om een level playing-field te creëren tussen enerzijds de dienstenverdelers (art. 184/1 Mediadecreet) en de niet-lineaire televisieomroep-organisaties (art.157 Mediadecreet), aangewezen is om ook de procedures en voorwaarden t.a.v. de dienstenverdelers te evalueren, aangezien deze ingevoerd werden op basis van toenmalige media-ecosysteem. Ondertussen heeft het media-ecosysteem heel wat transities ondergaan.


[33] https://www.vlaamseregulatormedia.be/sites/default/files/decreet_invoering_stimuleringsregeling_audiovisuele_sector.pdf
[34] De AVMD-richtlijn werd aangenomen door de Raad van Ministers van de Europese Unie op 6 november 2018.