5 Algemeen besluit

Naar jaarlijkse gewoonte heeft de VRM de concentraties in de Vlaamse mediasector in kaart gebracht door verschillende aspecten ervan te bestuderen.

In het eerste hoofdstuk werd de Vlaamse mediasector afgebakend door na te gaan welke spelers in welke mediasegmenten actief zijn.

Wat radio betreft loopt er momenteel een erkenningsronde voor lokale radio-omroeporganisaties. Er is ook juist een erkenningsronde voor netwerkradio-omroeporganisaties afgerond. Op 1 januari 2018 zouden de erkende organisaties in principe moeten starten met uitzenden. Er zijn vier frequentiepakketten voor netwerkradio’s toegewezen aan SBS Media Belgium nv (S-radio), Vrije Brugse Radio Omroep bvba (VBRO), CFM nv (HIT!) en B.G.-Consulting nv (Stadsradio Vlaanderen). Voor lokale radio’s zijn er 123 frequentiepakketten beschikbaar. 35 vzw’s werden al erkend als lokale radio-omroeporganisatie omdat ze voor hun frequentiepakket de enige kandidaat waren.

De licenties voor de landelijke en regionale private radio-omroeporganisaties werden verlengd met vier jaar. Ze worden wel decretaal verplicht om vanaf 1 september 2018 ook uit te zenden via DAB+. Momenteel zenden Qmusic en Joe al uit via DAB+.

Studio Brussel begon met het maken van audiovisuele docureeksen. Zeker via het internet is het voor radiozenders relatief eenvoudig om video’s te verspreiden. Zenders die deel uitmaken van een multimediale mediagroep hebben hier bovendien al de juiste kennis en mensen voor.

Op tv-vlak verkreeg het project omtrent programmatic advertising van Proximus en Telenet de goedkeuring van de Privacycommissie. Ze kwamen overeen rekening te houden met de strengere Europese vereisten inzake gegevensbescherming die in werking treden vanaf mei 2018.

Bij de lineaire tv-omroepen is er een tendens van duidelijke doelpubliekprofilering merkbaar: bv. KADET (jongens tussen acht en twaalf), CAZ (mannenzender), Q2 (jonge gezinnen) en ZES (Amerikaanse films en series). Het lijkt erop dat zenders meer op niches focussen om beter in te spelen op de advertentiemarkt. Ook de kleinere zenders richten zich op een bepaald doelpubliek. Voorbeelden zijn Kanaal Z, Actua TV en Njam!. Midden juli 2017 startte met Eclips TV een nieuwe themazender die zich richt op senioren en mantelzorgers.

Ook de openbare omroep wil beter inspelen op niches. De VRT wil een nieuw lineair tv-kanaal starten, Ketnet Jr., gericht op de allerjongsten. Deze nieuwe dienst werd niet gedekt door de beheersovereenkomst waardoor de VRM een advies hieromtrent moest bezorgen aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse minsterraad besliste tot bijkomend overleg met de betrokken actoren alvorens een definitieve beslissing te nemen.

De populariteit van buitenlandse videodiensten en platformen, waardoor een deel van de reclame-inkomsten wegvloeit naar het buitenland, de groei van niet-lineaire en online kijkvormen en de mogelijkheid om reclame door te spoelen via de set-top box, zetten druk op de reclame-inkomsten van de klassieke omroepen. De zenders onderhandelen momenteel met de distributeurs over een nieuw inkomstenmodel.

Ook sommige regionale omroepen hebben het financieel moeilijk. Naar aanleiding van een kritische studie over de Vlaamse regionale televisieomroepen werden de samenwerkingsovereenkomsten tussen de regionale omroepen en de Vlaamse overheid en de decretale bepalingen inzake regionale omroep herbekeken. In juli 2017 werd er een conceptnota regionale televisieomroepen goedgekeurd door de Vlaamse Regering.

Op distributievlak zijn er in Vlaanderen slechts enkele spelers. Een verdere stap in die richting is de  overname van Coditel Brabant bvba en haar dochter Coditel SARL door Telenet Group bvba .

Momenteel herziet de VRM dan ook zijn marktanalyse. De VRM komt in het ontwerp van beslissing tot de conclusie dat de retailmarkten voor televisieomroep gekenmerkt blijven door een tekort aan concurrentie en legt maatregelen op. Dit ontwerp van beslissing werd eerst ter raadpleging voorgelegd. Die liep tot en met 29 september 2017. Na verwerking van de reacties gaat het ontwerp nog naar de Belgische Mededingingsautoriteit en de Europese Commissie.

Vanaf 1 juli 2017 ging op federaal initiatief het Easy Switch-project van start. Dit maakt het, o.a. voor consumenten van bundels met digitale televisie, eenvoudiger om van operator te veranderen. De operatoren moeten de overschakeling immers zelf regelen.

Door het goed ontwikkelde breedbandnetwerk slagen OTT-spelers erin succesvol te zijn in Vlaanderen. Spelers uit alle schakels in de waardeketen kunnen nu content rechtstreeks aanbieden aan eindgebruikers. Voorbeelden hiervan zijn Lumière, een rechtenhouder, en  Amazon Prime. Begin 2017 lanceerde de openbare omroep VRT NU, een videosite waarop je live de VRT-kanalen kan bekijken, alsook verschillende programma’s kan herbekijken. Eind augustus 2017 herlanceerde Medialaan Stievie Premium.

De titels op de Vlaamse krantenmarkt blijven al jaren dezelfde. Een verschuiving valt wel te noteren op vlak van eigendom: het aandeel van Concentra in Mass Transit Media (uitgeverij van Metro) werd overgenomen door Mediahuis.

Op  2 oktober 2017 werd ook een overdracht van de Mediafin-aandelen (= uitgever van De Tijd) aangekondigd.

De magazinemarkt daarentegen blijft onstabiel. In 2017 stopten opnieuw enkele Vlaamse magazines, met name P-magazine, Joepie en Royals. Joepie bestaat wel nog als subsite op hln.be. De gratis krant De Streekkrant veranderde van naam en heet nu Deze Week.

De geschreven pers heeft een prominente digitale aanwezigheid. Naast het inzetten van eigen apps en websites, maken Vlaamse kranten en tijdschriften ook gebruik van de sociale media. Hln.be lanceerde in 2017 zelfs een wekelijkse voetbaltalkshow op haar website (in de vorm van een webcast), samen met proximus-sports.be.

Op het terrein van distributie ten slotte, werd de overname goedgekeurd door Bpost van zowel distributeur AMP, dagbladwinkels Press Shop en Relay als pakjesnetwerk Kariboo! van het Franse Lagardère. Bpost bracht een aantal van deze activiteiten onder bij een nieuwe dochter ‘Ubiway’.

De mogelijkheden van het internet worden door de verschillende mediavormen intensief gebruikt. Sociale media, websites en apps zijn de vaste verlengstukken geworden van heel wat mediamerken uit radio, tv en geschreven pers. Er zijn de laatste jaren ook nieuwswebsites (vb. newsmonkey, Apache) en webmagazines (vb. Charlie magazine) ontstaan die enkel een internetbestaan hebben en geen link hebben met een ander mediaproduct of met een traditionele mediagroep.

Op het internet zijn het echter voornamelijk buitenlandse bedrijven die de sleutelposities in handen hebben. De populairste sociale media, appwinkels en zoekmachines in Vlaanderen zijn eigendom van Amerikaanse bedrijven. Dit heeft enkele minder positieve gevolgen voor de Vlaamse mediasector. Om deze concurrentie het hoofd te bieden, gaan Vlaamse reclameregies steeds vaker samenwerken op vlak van online reclame. Zo zijn er gezamenlijke initiatieven als Buymedia.be en Mobilepremium.

Online wordt ook steeds naar nieuwe advertentiemogelijkheden gezocht, zoals bijvoorbeeld native advertising  en influencer marketing. Bij ‘traditionele’ internetadvertenties zijn er immers mogelijke efficiëntieverliezen door o.a. het verschijnen op twijfelachtige internetpagina’s of youtube-kanalen, frauduleuze clicks en reclamefilters (adblockers). Deze nieuwe vormen van reclame zijn echter moeilijker te identificeren als reclame, wat voor controverse zorgt.

Convergentie en crossmedialiteit zijn een courante zaak geworden in het Vlaamse medialandschap. Merken zijn de belangrijkste ankerpunten geworden, en worden probleemloos van de ene mediavorm naar de andere mediavorm geëxporteerd.

Louter op basis van de deelnemers op het speelveld hebben we in het eerste hoofdstuk reeds indicaties dat de verticale en crossmediale integratie in de Vlaamse mediasector toeneemt. Distributeurs doen aan contentcreatie, en aggregatie. Aggregator Medialaan slaat met Stievie en Mobile Vikings het distributiepad in. Regies werken samen om zoveel mogelijk data en aggregatoren te kunnen bundelen. De meeste klassieke mediaproducten kennen ondertussen een online variant in de vorm van een website, een app of een aanwezigheid en/of een aanwezigheid op sociale media. Deze integratietendensen werden in het derde hoofdstuk verder gekwantificeerd.

In het tweede hoofdstuk werden de Vlaamse mediagroepen bestudeerd. In een wijzigend medialandschap proberen deze groepen op verschillende vlakken steeds sterkere posities te verwerven.

Dit betrachten ze onder andere via strategische allianties te bewerkstelligen. Zo bestaan drie mediagroepen (De Vijver Media, Mediahuis en Medialaan[254]) uit intersecties van andere Vlaamse mediagroepen. In het geval van Mediahuis is de overlapping zo groot geworden, dat we moedermaatschappijen Concentra en Corelio niet meer als aparte maatschappijen hebben opgenomen.

Ook via overnames trachten groepen terrein te winnen. Deze overnames kunnen dan weer tot gevolg hebben dat bepaalde samenwerkingen opgezegd worden.

Telenet verwierf in 2016 de eigendom over Base. Daardoor zal het in de toekomst niet langer gebruik moeten maken van een MVNO-overeenkomst met Orange om toegang te hebben tot een mobiel telefonienetwerk. Deze overname heeft ook gevolgen voor Medialaan dat Mobile Vikings overnam van Base.

Een andere manier om de positie van de groep te versterken gebeurt door verticale integratie, het innemen van posities in andere schakels in de waardeketen. Zo zien we dat Telenet of Proximus, die van oorsprong enkel in de distributiesector actief waren ook acties ondernemen in contentproductie en aggregatie (bv. zenders VIER, VIJF en ZES via De Vijver). Anderzijds neemt Medialaan (oorspronkelijk actief in de schakels contentproductie en aggregatie) via Stievie en de overname van Mobile Vikings posities in de schakel distributie in.

Zoals ook in hoofdstuk 1 beschreven richten de groepen zich met nicheproducten steeds meer tot specifieke doelgroepen. Dit heeft soms tot gevolg dat het bedrijf zijn portfolio gericht uitbreidt, of dat activiteiten die niet meer in het verhaal passen afgestoten worden (bv. Sanoma dat zich voortaan focust op vrouwen en interieur).

De op 2 oktober 2017 aangekondigde transactie waarmee Roularta haar aandelen in Medialaan zou overdragen aan De Persgroep en in ruil de aandelen van De Persgroep in Mediafin zouden ondergebracht worden bij Roularta kan binnen deze tendens gekaderd worden. De Medialaan-TV-zenders kunnen dan in pakket met populaire nieuwstitel Het Laatste Nieuws/HL.be  vermarkt worden terwijl de uitgifte van  Mediafinkrant De Tijd zou aansluiten bij de businessgerichte produkten  KanaalZ en Trends van Roularta, De transactie moet wel nog goedgekeurd worden door de Mededingingsautoriteit.

In het tweede hoofdstuk onderzocht de VRM ook de cumulatie van mandaten van personen die als wettelijke functiehouder bij media-ondernemingen optreden. Er bestaan inderdaad concentraties aan mandaten, maar deze dienen vooral in de context van de lokale radioketens gesitueerd te worden. Na de hertekening van het radiolandschap zal deze situatie waarschijnlijk grondig wijzigen.

De verhoudingen binnen de Vlaamse mediasector werden in het derde hoofdstuk aan de hand van een aantal indicatoren gekwantificeerd.

Volgens de studies van VRIND en Digimeter blijft de gemiddelde Vlaming het medium radio gebruiken om zich op de hoogte te stellen van de actualiteit, maar doet hij dat minder frequent.

Financieel gezien doet de radiosector het redelijk goed. Radio ondervindt niet zoveel invloed van de concurrentie van het internet op zijn reclame-inkomsten en blijft alomtegenwoordig in het dagelijkse leven van vele Vlamingen.

De vaststelling van de vorige jaren omtrent concentratie in de radiosector blijft bestaan. De concentratie is erg groot. Dit komt o.a. door de bijzonder sterke positie van de VRT.

Dit concentratieprobleem wordt deels veroorzaakt door de beperkte beschikbaarheid van radiospectrum. In de loop van 2016 werd een piste onderzocht voor de toekenning van een bijkomende landelijke radio-omroep, maar dit bleek in de praktijk niet haalbaar. Met de overschakeling naar digitale radio kan er wel meer plaats komen voor meer radioconcurrentie. DAB-radio is echter niet goed ingeburgerd. Slechts 5,9% van de Vlamingen beweert regelmatig via een DAB- of DAB+-toestel naar de radio te luisteren.[255] In de toekomst wil het beleid wel sterk inzetten op DAB+.

Met de komst van vier netwerkradio’s probeert het beleid ook op de FM-band de concurrentie aan te zwengelen. Dat Nostalgie nu rechtstreeks onder een grote speler als Mediahuis valt, kan er ook voor zorgen dat de overheersing van VRT en Medialaan sterker betwist wordt.

Ook de online populariteit van radiomerken werd bestudeerd. Het overwicht van VRT is ook hier frappant. We kunnen tevens concluderen dat de radio-omroepen die zich richten op een jong publiek het meeste bezoekers lokken naar hun website en het meeste volgers hebben op sociale media.

Televisie blijft een populair medium om op de hoogte te blijven van de actualiteit.

Ondanks de stijging van de populariteit van nieuwe vormen van tv-consumptie zoals Netflix, lijken de traditionele televisieomroepen stand te houden.

Ten gevolge van nieuwe technologieën zijn de inkomstenmodellen voor televisie gewijzigd. Hierdoor zijn er spanningen rond de verdeling van de inkomsten tussen de spelers binnen de verschillende schakels in de keten naar het oppervlak gekomen. Contentproducenten, aggregatoren en distributeurs willen elk een zo groot mogelijk aandeel van de inkomsten opeisen. Vooral contentproducenten en distributeurs lijken in een bevoorrechte positie te zitten.

Voorlopig zien we uit de financiële cijfers dat vooral de regionale omroepen het moeilijk hebben en de distributeurs zeer winstgevend zijn. We merken wel dat de totale hoeveelheid VOD-opvragingen bij de traditionele distributiemaatschappijen en de hierdoor gegenereerde inkomsten afnemen (al is er een opflakkering bij de inkomsten zonder tussenkomst van de televisieomroepdiensten).

Telenet, als dominante speler op de distributiemarkt, gaat ook op andere schakels van de waardeketen een belangrijkere positie innemen. Zo heeft het 50% in handen van De Vijver Media, dat onder andere de televisieomroepen VIER, VIJF en ZES en het productiehuis Woestijnvis overkoepelt. Telenet investeert, net zoals concurrent Proximus, meer en meer in televisiecontent. Anderzijds begeeft Medialaan, die voordien vooral als contentproducent en aggregator actief was, zich ook op het distributiepad.

Als we kijken naar de concentratiemaatstaven binnen de televisiesector zien we dat er bij de productiehuizen een lage concentratiegraad heerst. Bij de televisieomroepen is de mediagroepenconcentratie sterker. Bovendien zal een eventuele opslorping van Bites Europe door Medialaan de mediagroepenconcentratie doen toenemen. Uit de concentratie-indexen van de tv-zenders van de voorbije tien jaar zien we dat de vier grootste zenders (Eén, Canvas, VTM en VIER) nauwelijks aan marktaandeel inboeten, maar dat er wel enkele kleine zenders zijn bijgekomen. In de distributiesector is er ook een hoge mate van concentratie. Voorlopig slagen de nieuwe speler, Orange, en het over-the-top initiatief, Stievie er nog niet echt in hier verandering in te brengen.

De gedrukte pers blijft door een moeilijke periode gaan wegens onder andere dalende verkoopcijfers en dalende advertentieopbrengsten. Dit is vooral problematisch voor de magazinemarkt. Uit de financiële cijfers blijkt dat het de grote distributeurs voor de wind gaat. Dat de markt in handen van quasi 1 grote speler is, heeft hier alles mee te maken. De kleine onafhankelijke krantenwinkels daarentegen hebben het erg moeilijk.

Bij de dagbladen wordt de daling in gedrukte verkoop voor een stuk gecompenseerd door stijgende digitale verkoopcijfers. Bij de zogenaamde kwaliteitskranten ligt de digitale verkoop het hoogst, en heeft de digitale verkoop een belangrijk aandeel in de totale verkoop ingenomen. De populaire kranten lopen achter, maar willen hier in de toekomst meer op inzetten.

De introductie van digitale tijdschriften verloopt veel trager dan die van digitale kranten. De sterk dalende gedrukte verkoop van magazines wordt absoluut niet opgevangen door het digitale luik.

De concentratie bij de uitgeversgroepen van kranten is sterk toegenomen door de oprichting van Mediahuis in 2013. De 7 belangrijkste betalende Vlaamse kranten worden sindsdien uitgegeven door slechts twee uitgeverijen, De Persgroep en Mediahuis. Hierin zal verandering komen wanneer Roularta het aandeel in De Tijd overneemt van de Persgroep.

In het algemeen blijft het concentratieniveau bij de tijdschriften lager dan dat op de dagbladmarkt.

Het is moeilijk om concentratie te meten op het internet, aangezien de surfer veel meer websites kan bezoeken dan diegene die in dit hoofdstuk besproken worden en gemakkelijk naar meerdere websites kan surfen. Toch merken we wat websites van Vlaamse mediagroepen betreft, een hoge concentratie op vlak van groepen en een lage concentratie op vlak van websites. De relatieve populariteit van radio, tv of geschreven pers in hun eigen medium, wordt niet altijd weerspiegeld op het internet. De nieuwsmedia zijn erg populair, hun websites worden het meest bezocht. Ook op de sociale media doen zij het goed, samen met radiomerken Studio Brussel en Qmusic. Het valt op dat de populariteit van deze radiomerken op sociale media zich niet vertaalt in websitebezoeken.

Ook dit jaar werden de prijzen van Vlaamse mediaproducten bestudeerd. De kosten voor radio, televisie en geschreven pers zijn in 2016 opnieuw gestegen, en dit sneller dan de index der consumptieprijzen. De onrechtstreeks kosten om van mediaproducten te genieten zoals de kosten voor een computer, een mobiele telefoon zijn evenwel gedaald (met uitzondering van de stijgende elektriciteitskosten).

Ten slotte werd de Vlaamse mediasector ook gesitueerd in een internationale context. Door de taalbarrière is het voor Vlaamse mediaondernemingen niet evident om activiteiten in het buitenland te ontplooien. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er vaak naar de Nederlandse markt wordt gekeken. In 2017 versterkte Mediahuis in Nederland zijn positie door de transfer van verschillende producten en belangen van Corelio en Concentra en de overname van Telegraaf Media Groep (TMG). Er wordt ook meer over de taalgrens getrokken. Roularta Media Group is er zeer aanwezig en ook de Vlaamse tv-scène zoekt toenadering tot de Waalse markt: Studio 100 TV en Dobbit TV zenden uit in Wallonië en ook reclameregie Transfer is er actief. Telenet nam in 2017 SFR Belux over en breidt dus zijn kabelvoetafdruk uit in Brussel, een deel van Wallonië en Luxemburg.

De internationalisering van de tv-markt neemt toe, in elk onderdeel van de waardeketen duiken internationale spelers op: productiehuizen (bv. Euro Media Group), rechtenverwerving (bv. Discovery Communications), omroepen (bv. Viceland), distributie (bv. Norkring) en OTT-diensten (bv. Netflix).

Er is weinig directe buitenlandse aanwezigheid in de Vlaamse geschreven pers, maar daar kan verandering in komen. Als gevolg van de overname van Telegraaf Media Groep wordt de Nederlandse familie Van Puijenbroek de derde aandeelhouder van Mediahuis, naast Corelio en Concentra.

Wat het internet en in het bijzonder de sociale media betreft, situeert de controle zich voornamelijk in het buitenland. Dit zorgt ervoor dat een deel van de Vlaamse reclamebestedingen naar het buitenland vloeien.

Er blijken steeds meer vormen van horizontale, verticale of crossmediale concentratie te bestaan in en tussen een aantal segmenten van verschillende Vlaamse mediavormen. Voor de aggregatie van klassieke mediaproducten is 80 tot 100% van de markt in handen van acht mediagroepen.

De VRM herhaalt dat deze concentraties een risico kunnen inhouden voor de diversiteit van het aanbod. Op radiovlak blijft het VRT-aandeel meer dan de helft bedragen. We merken ook de toenemende activiteiten van de dominante televisiedistributeur Telenet in andere delen van de televisiewaardeketen. In de markt van de geschreven pers is de dominantie van de krantenmarkt door slechts twee grote uitgevers, De Persgroep en Mediahuis, opvallend. Ten gevolge van de geplande overname van De Tijd door Roularta zal dit licht wijzigen.

Er worden door de overheid ook initiatieven genomen om diversiteit en concurrentie in de mediasector te behouden en te stimuleren. Deze werden toegelicht in hoofdstuk 4.

De verschillende maatregelen werden ingedeeld in een schema dat een onderscheid maakt tussen restricties, tegengewicht, economische tussenkomst, transparantie en organisatorische maatregelen.

Over het algemeen kan opgemerkt dat audiovisuele media aan meer restricties en tegengewichtmaatregelen onderhevig zijn dan gedrukte media en internet.

In Vlaanderen kennen we vrij weinig eigendomsrestricties.  In het Mediadecreet zijn wel waarborgen ingebouwd voor redactionele onafhankelijkheid. In de audiovisuele sector zijn er ook een aantal vormen van regulering. De marktregulering op grond van artikelen 190-192/3 van het Mediadecreet,  het DVB-wholesale model, netneutraliteit en overschakeling op DAB+ en de regeling rond de signaalintegriteit vallen binnen deze categorie.

Diversiteit kan ook bewerkstelligd worden door tegengewicht te bieden.

In het Mediadecreet is er een regeling uitgewerkt omtrent de bevordering van Europese en onafhankelijke producties om diversiteit te waarborgen in het televisieaanbod.

Must-carryverplichtingen en evenementenregeling zijn manieren om toegang te garanderen tot bepaalde content.

De openbare omroeporganisatie VRT engageert zich in haar beheersovereenkomst om een aantal normen qua diversiteit na te leven.

Het Fonds Pascal Decroos werd opgericht om journalisten de kans te geven bepaalde stukken te realiseren.

Door levensbeschouwelijke bewegingen een forum te geven, wordt de diversiteit in de media bevorderd. Tot voor kort werd dit bewerkstelligd via uitzendingen door derden via de VRT-kanalen, maar dit concept werd ondertussen geherformuleerd: de aandacht voor levensbeschouwelijke strekkingen wordt geïntegreerd in de algemene programma’s van de VRT.

Door een ondertitelingsopdracht in te schrijven in het Mediadecreet heeft de beleidsmaker er voor gezorgd dat nieuws- en duidingsprogramma’s meer toegankelijk worden voor een deel van het publiek.

De Vlaamse overheid komt via een aantal acties economisch tussenbeide teneinde de diversiteit van het media-aanbod te bevorderen. Zo zijn er de Mediacademie, Steun aan de regionale televisieomroeporganisaties, Stimuleringsregeling van de audiovisuele sector en Screen Flanders en Vlaamse projectsteun voor innovatieve media-initiatieven.

Naast de Vlaamse maatregelen zijn er ook een aantal federale economische maatregelen genomen ten behoeve van de aanbieders van mediaproducten: het tax sheltersysteem voor audiovisuele producties, het distributiecontract met Bpost, en een gunstige BTW-regeling voor de kranten.

Door een aantal transparantiemaatregelen die de Vlaamse overheid voorzien heeft, wordt inzicht gegeven in de problematiek van de mediaconcentratie en aandacht voor diversiteit.

De aanmaak van dit eigenste mediaconcentratierapport, het nazicht van de beheersovereenkomst van de VRT en het toezicht op de erkenningen, zendvergunningen en kennisgevingen zijn een aantal opdrachten die de VRM kreeg met de bedoeling om de diversiteit te bevorderen door beter inzicht in de achterliggende structuren.

Sinds februari 2017 loopt ook een multidisciplinair wetenschappelijk onderzoeksproject (DIAMOND). Op termijn zal dit leiden tot een uitgebreider instrumentarium voor de rapportering over diversiteit.

Daarnaast zijn er initiatieven zoals het Kenniscentrum voor cultuur- en mediaparticipatie, Mediawijs of het Elektronisch Nieuwsarchief.

De rapportering die in het kader van de Europese verordening i.v.m. netneutraliteit gemaakt wordt, werd vorig jaar als uitbreidingsmogelijkheid vermeld. Ondertussen werd een eerste rapportering opgemaakt.

Ten slotte zijn er een aantal organisatorische  maatregelen die getroffen werden, zoals de oprichting van de VRM en het bestaan van de Belgische en Europese mededingingsautoriteit.

In het vierde hoofdstuk werden ook een aantal voorstellen geformuleerd om in de toekomst nog beter naar de diversiteit van het Vlaamse medialandschap toe te werken. Sommige van deze voorstellen waren reeds in eerdere rapporten vermeld. Een aantal voorstellen kregen extra aandacht door middel van arcering en werden op die manier opgenomen als beleidsaanbeveling.

Met deze voorstellen wordt geanticipeerd op een mogelijk gevaar voor de concentratie en/of  diversiteit binnen de Vlaamse Mediasector. Ze kunnen verder uitgewerkt worden wanneer het beleid effectief van oordeel is dat er actie vereist is.

Onder de categorie restricties werden mogelijke maatregelen omtrent gatekeepers en het uniformiseren van regelgeving omtrent reclame en de mogelijke uitbreiding van DAB+ vermeld.

Als vorm van tegengewicht blijft, indien het nodig geacht wordt om tv-omroepen beschikbaar te stellen aan dienstenverdelers, de piste van de must-offerverplichtingen een mogelijke remedie.

De VRM signaleert in dit kader ook de kwestie dat laster en eerroof als strafbare feiten gezien worden als een risico voor de vrije meningsuiting.

Ook een mogelijk beperkend mechanisme op investeringen van dienstenverdelers in coproducties van de eigen mediagroep wordt als mogelijk instrument overgenomen uit vorige rapporten.

Op het vlak van transparantie is er de suggestie om de informatiebehoefte over tv-kijken via internet in kaart te brengen en meer samenwerking tussen beleidsniveaus en eigendomstransparantie..

Onder organisatorische maatregelen zouden bijkomende bevoegdheden betreffende privacybescherming voor de VRM kunnen ressorteren.

Samenvattend kan dus gesteld worden dat er ook in 2017 grote concentraties te noteren vielen in de Vlaamse mediasector. Deze zijn vaak een reactie op de nieuwe technologische uitdagingen en internationalisering. De Vlaamse overheid onderneemt reeds een aantal initiatieven om de diversiteit in het Vlaamse medialandschap te blijven verzekeren. Bovendien bevat dit rapport een aantal suggesties voor uitbreidingsmogelijkheden van deze maatregelen.



[254] dit zal voor Medialaan niet meer het geval zijn indien de transactie wordt goedgekeurd door BMA.

[255] iMinds Digimeter, “Measuring Digital Media Trends in Flanders”, 2016, p. 91. Het iMinds digimeter rapport brengt elk jaar het bezit & gebruik van media(technologie) bij Vlamingen in kaart.