8.1. Erkenningsronde lokale en netwerkradio-omroeporganisaties - zendvergunningen

De Vlaamse Regering keurde op 21 april 2017 het nieuwe frequentieplan goed waardoor er een nieuwe erkenningsronde kon worden gehouden. De vorige grote erkenningsronde voor de lokale radio-omroeporganisaties dateerde al van eind 2003.

Deze keer was het mogelijk een erkenning te verkrijgen als netwerkradio-omroeporganisatie, een nieuwe categorie binnen de particuliere radio-omroeporganisaties, met een frequentiepakket dat een ruim zendbereik biedt binnen de Vlaamse Gemeenschap.

Het Mediadecreet en de nieuwe indeling van frequentieplan maakte het ook mogelijk om als lokale radio-omroeporganisatie uit te zenden via meerdere frequenties binnen eenzelfde frequentiepakket en om erkend te worden voor meer dan 1 lokaliteit.

Op 14 juli 2017 werden reeds 35 lokale radio-omroeporganisaties erkend door minister Gatz, bevoegd voor het mediabeleid en op 1 december 2017 volgde een tweede reeks van 68 erkenningen als lokale radio-omroeporganisatie.

Tussenin werden op 15 september 2017 door minister Gatz ook 4 netwerkradio-omroeporganisaties erkend.

Alle nieuw erkende lokale en radio-omroeporganisaties kregen een erkenning voor negen jaar met ingang op 1 januari 2018, tevens de datum van inwerkingtreding van het nieuwe frequentieplan.

Alle particuliere radio-omroeporganisaties moeten om hun uitzendingen te kunnen aanvatten beschikken over een zendvergunning, aan te vragen bij en af te leveren door de VRM.

De 3 bestaande landelijke radio-omroeporganisaties kregen een verlenging van de erkenning tot 31 december 2021 en moesten dus geen nieuwe zendvergunning aanvragen.

Doordat over laatste reeks erkenningen werd beslist op 1 december 2017, waren er slechts enkele weken tijd beschikbaar voor het onderzoeken van de aanvragen voor een zendvergunning en de inwerkingtreding van het nieuwe frequentieplan op 1 januari 2018.

Ondanks de beperkte tijdspanne en werkdruk is de VRM er in geslaagd om alle binnengekomen aanvragen voor een zendvergunning, waarbij geen inpasbaarheidsonderzoek dat binnen het departement CJM wordt uitgevoerd is vereist, af te handelen voor het jaareinde en dus voor de start van het nieuwe frequentieplan.

Door de combinatie van een aantal taken en bevoegdheden zoals de aflevering van de zendvergunningen, het toezicht op de naleving van de zendvoorwaarden en de naleving van de decretale verplichtingen en erkenningsvoorwaarden hanteert de VRM bij de inwerkingtreding van het nieuwe frequentieplan een gefaseerde tijdsplanning. 

De VRM maakt in een eerste periode werk van de afhandeling van het technisch programma zoals de verdere afhandeling van de aanvragen voor zendvergunningen, technische verificaties door plaatsbezoeken en terreincontroles, en communicatie met radio-omroeporganisaties die zich technisch dienen te conformeren.

Als het technisch programma grotendeels zal zijn afgewerkt, zal meer aandacht worden besteed aan een inhoudelijke monitoring, met verificatie van de naleving van de decretale verplichtingen, zoals het verbod op nieuwe ketenvorming, en de erkenningsvoorwaarden.

Alle particuliere radio-omroeporganisaties, ook de netwerkradio’s moeten conform de toepassing van artikel 134 van het Mediadecreet de uitzendingen aanvatten voor 1 januari 2019.

Als de particuliere radio-omroeporganisaties een jaar na de datum van ingang van de erkenning nog niet uitzendt, kan de erkenning door de VRM worden ingetrokken.