CRC mag marktanalyse voor breedbandinternet en TV verder afwerken van de Europese Commissie

Op 25 mei jl. heeft de Europese Commissie een besluit genomen over het ontwerp van de marktanalyse van de CRC (conferentie van telecom- en media-regulatoren, nl. BIPT, CSA, Medienrat en VRM). In haar besluit geeft de Europese Commissie gerichte commentaar op het ontwerp waar de CRC rekening mee moet houden. Met dit besluit kan de CRC  het marktbesluit waarin toegang wordt opgelegd voor breedbandinternet en TV op de netwerken van Proximus, Telenet en Voo (Brutélé en Nethys) verder afwerken.

Uit een grondige analyse van de CRC bleek dat de markten voor breedbandinternet en televisieomroep nog steeds gekenmerkt worden door een gebrek aan concurrentie. Na rekening te hebben gehouden met de resultaten van openbare raadplegingen in de zomer van 2017 en met het advies van de Belgische Mededingingsautoriteit, had de CRC op 27 april 2018 de ontwerpbeslissing aangenomen waarin werd voorgesteld dat de netwerken van Proximus, Brutélé, Nethys en Telenet open moeten blijven voor concurrerende operatoren. Deze beslissing werd vervolgens aan de Europese Commissie genotificeerd.

De Europese Commissie heeft ervoor gekozen om zich te beperken tot het geven van commentaar. Deze commentaar komt erop neer dat de Europese Commissie opmerkingen heeft op de groothandelsmarktdefinitie zoals die door de CRC vooropgesteld is en die leidt tot het vaststellen van twee aparte dominante posities op het netwerk van Proximus, enerzijds, en de netwerken van de kabeloperatoren (Telenet en Brutélé/Nethys), anderzijds.

Voorzichtigheidshalve had de CRC echter al een subsidiaire analyse gemaakt waarbij werd uitgegaan van één groothandelsmarkt waar een gezamenlijke dominante positie bestaat van Proximus en de kabeloperatoren. De Europese Commissie hield hiermee rekening om te concluderen dat haar opmerking op de marktdefinitie niet zou leiden tot een andere uitkomst. Net zoals de CRC, is de Europese Commissie immers van oordeel dat de problemen op de markt onder beide alternatieve zienswijzen tot dezelfde verplichtingen zouden moeten leiden voor de desbetreffende operatoren (nl. het opleggen van toegang en andere verplichtingen). In het licht hiervan heeft de Europese Commissie dan ook geen bezwaar tegen de analyse van de CRC.

De Europese Commissie legt ook de nadruk op de noodzaak om een meer structurele, langetermijn infrastructuurconcurrentie te stimuleren naast de regulerende tussenkomst die erop gericht is om via toegang een efficiënte concurrentie te bewerkstelligen.

Tenslotte heeft de Europese Commissie een aantal opmerkingen gemaakt over de prijsremedies (de CRC legt een “redelijke prijs” op voor toegang) suggererend dat de berekende extra marge volgens de Europese Commissie eerder in de kapitaalsvergoeding moet inbegrepen worden. De Europese Commissie heeft ook geen bezwaar tegen het voorlopige prijsregime dat voorzien wordt door de CRC inzake toegang tot het netwerk, in afwachting van de uitwerking van een kostenmodel door de regulatoren. Het verzoekt de CRC om dit spoedig uit te werken.

De CRC zal haar ontwerpbesluit in de komende weken verder afwerken rekening houdende met deze commentaar van de Europese Commissie.

 

dinsdag, 29 mei 2018