Klacht NV Vlaanderen Eén (Radio Nostalgie) tegen VZW Max (Radio Max) ongegrond
De VRM ontving een klacht van landelijke radio-omroeporganisatie NV Vlaanderen Eén (Radio Nostalgie) tegen lokale radio-omroeporganisatie (Radio Max). Dit wegens storingen van de uitzendingen te Oudenaarde (104.8 MHz). Radio Nostalgie voert aan dat de storingen fluctuerend zijn maar dat er een duidelijke verhoging van het aantal klachten is tijdens het weekend.
Uit de vaststellingen van de onderzoekscel, gebaseerd op vier meetonderzoeken op verschillende data gespreid over meerdere maanden, kan niet worden afgeleid dat er storingen veroorzaakt worden door de uitzendingen van radio MAX te Aalter (104.7 MHz) op de uitzendingen van radio Nostalgie te Oudernaarde (104.8 MHz).
De verwijzingen naar storingen in de extra toegevoegde stukken bij mail van 11 december 2017 van radio Nostalgie, kunnen niet bevestigd worden door de vaststellingen van de onderzoekscel. Bovendien zijn de eigen meetresultaten waarover radio Nostalgie zou beschikken en die zouden wijzen op de fluctuerende verhoging van het zendvermogen bij radio MAX, nooit bij de klacht gevoegd.
Gelet op het bovenstaande zijn storingen door uitzendingen van radio Max ten aanzien van radio Nostalgie te Oudenaarde niet bewezen.
De klacht wordt bijgevolg ongegrond verklaard.
Mediadecreet
Artikel 135, van het Mediadecreet
“De zendinstallaties van de landelijke, regionale en lokale radioomroeporganisaties liggen in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en in het verzorgingsgebied van de particuliere radio-omroeporganisatie. De verplaatsing van de zendinstallaties is toegestaan, voor zover die inpasbaar is in het frequentieplan en nadat de aanpassing van de zendvergunning is goedgekeurd door de Vlaamse Regulator voor de Media.
De landelijke, regionale en lokale radio-omroeporganisaties gebruiken een technische uitrusting die conform de wettelijke en decretale voorschriften is, en ze houden zich aan de bepalingen van de zendvergunning. Ze aanvaarden het onderzoek naar de werking ter plaatse door de aangestelde ambtenaren.”